Your cart is currently empty!
Deurwaarders ingezet om stakersposten te breken
De woordvoerder van Carrefour sprak afgelopen weekend duidelijke taal: met een eenzijdig verzoekschrift en gerechtelijke dwangsommen wordt het bedrijf in staat gesteld om een stakerspost te breken. Hij sprak in die bewoordingen. Zaterdag werden aan de Carrefour-vestiging in Sint-Pieters-Leeuw effectief bevelen van de rechter betekend aan willekeurige aanwezigen. Een klant aanspreken voor de winkel volstond om een bevelschrift betekend te krijgen.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Onze mening: Gezamenlijk verzet nodig voor het stakingsrecht
Terwijl de Aalsterse arbeidersstrijd eind 19e eeuw vandaag dient als achtergrondverhaal voor de musical Daens, is ook de patronale agressie van toen opnieuw actueel. Jammer genoeg niet in de vorm van een musical, maar wel in de reële wereld van de deurwaarders, stakersposten en directies die besparen op hun personeel.
> Opinie door Bart Vandersteene, woordvoerder van LSP
[/box]
Tientallen vakbondsmilitanten en sympathisanten kregen dergelijke bevelschriften van de deurwaarder die van de rechter de bevoegdheid kreeg om beroep te doen op de openbare macht om iedere verhindering of bemoeilijking van het betreden van de lokalen, parking,… te verbieden. Met je wagen stilvallen op de parking valt dus ook onder de bevoegdheid van deurwaarders die een dwangsom kunnen opleggen.
Is dat ver gezocht? Neen, het is een onderdeel van de gerechtelijke beslissing die aan de vakbondsmilitanten werd overhandigd. De directie van Carrefour deed beroep op enkele advocaten van Claeys&Engels om de staking te breken. Er werd een verzoekschrift opgemaakt waarin drie argumenten werden gebruikt: (1) schending van de vrijheid van handel en nijverheid en het recht op eigendom, (2) schending van het recht op arbeid en loon van de niet-stakende arbeiders en (3) schending van het recht op arbeid van derde ondernemingen en cliënten.
Juridische basis: een decreet uit 1791
Het centrale argument is het recht op nijverheid en handel en daartoe baseren de advocaten zich op het decreet D’Allarde uit 1791 (bij ons ingevoerd bij de Franse annexatie van 1795). Waarom de bepalingen van dat decreet vandaag bij ons enige rechtskracht zouden moeten hebben, ontgaat ons. Van het Decreet D’Allarde is het maar een kleine stap naar die andere wet uit 1791, de wet Le Chapelier, waarin werd bepaald dat iedere samenscholing van arbeiders was verboden omdat dit inging tegen de “vrije uitoefening van nijverheid en arbeid”. Dat is exact de redenering die Carrefour volgt en die vreemd genoeg werd gesteund door Brusselse rechters.
Wij zijn dus niet de enigen die er op wijzen dat de aanvallen op het stakingsrecht 18e eeuws zijn. Het eerste en voornaamste argument van de advocaten van Claeys&Engels begint met een verwijzing naar het decreet D’Allarde. Waar dit in 1791 werd gekoppeld aan een verbod op arbeiders om zich te organiseren, wordt dit nu gekoppeld aan de “feitelijkheden” die gepaard gaan met die organisatie. “Daden die de werkgever beletten zich de toegang tot de onderneming te verschaffen vormen feitelijkheden die het recht op vrijheid van onderneming aantasten,” aldus een door de indieners van het verzoekschrift aangehaalde jurist.
De juridische basis tot nu toe blijft dus beperkt tot een algemeen principe uit 1791, de interpretatie die daaraan werd gegeven door een jurist en het feit dat deze interpretatie werd gevolgd door een Luikse rechter. Een beetje zwak als antwoord op het stakingsrecht en de juridische basis daarvoor, maar dat kon de rechter in kwestie niet deren. Die keurde het verzoekschrift van Carrefour zonder morren goed.
Er wordt verder gezocht naar argumenten: het eigendomsrecht dat wordt gegarandeerd door de Grondwet wordt erbij gehaald. Werd dat dan betwist door de stakersposten? Voor zover wij weten, werd niet overgegaan tot een collectivisering (laat staan nationalisering) door de aanwezige syndicale militanten. Het argument dat het vrije genot van eigendom wordt belemmerd door arbeiders die een bedrijf blokkeren wordt gebruikt om werkwilligen binnen te laten. Blijkbaar ziet het patronaat de arbeidskracht van hun werkwillige arbeiders ook als haar eigendom?
Komen we op het tweede argument: er was een inbreuk op het recht op arbeid en loon van de niet-stakende werknemers. Daartoe baseert Carrefour zich op artikel 23 van de Grondwet waarin ook staat dat iedereen het recht heeft “een menswaardig leven te leiden”. Daartoe heeft iedereen “recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning, alsmede het recht op informatie, overleg en collectief onderhandelen.”
Waarom erkent Carrefour het recht op een billijke beloning niet voor de werknemers van de vestiging Blauwe Toren in Brugge? Waarom erkent Carrefour ook het recht op overleg en collectieve onderhandelingen niet door actievoeren te zien als een individueel recht en geen collectief gegeven? Het is natuurlijk flauw om toe te slaan op basis van een bepaling die je zelf niet naleeft…
Tenslotte is er het laatste argument: “de feitelijkheden schenden het recht op arbeid van derde ondernemingen en cliënten.” Voor dit argument wordt geen enkele wettelijke bepaling aangehaald. Samengevat wordt de juridische basis dus gevormd door een algemeen principe uit 1791 en een wel erg eenzijdige interpretatie van artikel 23 van de Grondwet. Wat hiervoor moet wijken, is het stakingsrecht en het recht op collectieve actie.
Omvang van de beschikking
De advocaten van Carrefour vragen de rechter om de opdract van de politie te preciseren zodat dit niet wordt beperkt tot het beschermen van de deurwaarder. “Het is bijgevolg nuttig haar [de openbare macht] opdracht te preciseren en haar te gelasten gevolg te geven aan de opdrachten die de gerechtsdeurwaarder haar zal geven, desnoods door fysieke dwang te gebruiken om de vreedzame toegang tot de gebouwen te verzekeren.” Wie beslist dus over de opdrachten van de politie? Het patronaat!
Nog een bijzonder grof punt is de omvang en de duur van de beschikking: de geldingsduur bedraagt 1 maand vanaf 17 oktober en kan worden verlengd indien de vrees zou bestaan dat er “andere feitelijkheden” zouden worden “gepleegd”. Het wordt de actievoerders verboden om tot en met 16 november actie te voeren aan een vestiging van Carrefour op het grondgebied van het Brusselse gerechtelijke arrondissement. De deurwaarder in Sint-Pieters-Leeuw verklaarde aan een gearresteerde militant dat “actie voeren” breed kan worden geïnterpreteerd: gaan winkelen volstaat. Dat verklaarde de deurwaarder letterlijk! Dat dit dreigement het “recht van de cliënt” op “toegang” tot het bedrijf kan schenden, zal wellicht een sarcastisch toeval zijn?
Het feit dat preventief een rechterlijke tussenkomst wordt gevraagd, is ook betwistbaar. Professor Gilbert Demez van de UCL (universiteit van Louvain-la-Neuve) verklaarde begin 2006 in een interview met Le Soir nog dat dergelijke preventieve tussenkomsten van het gerecht een overschrijding van de rechterlijke macht vormen. Hij voegde er aan toe dat een gerechtelijke tussenkomst enkel wordt gebruikt als patronaal drukkingsmiddel waarbij het niet zozeer gaat om de bescherming van rechten, maar om het beperken van het stakingsrecht. Demez was de mening toegedaan dat beperken van de actiemiddelen van de "sociale tegenmacht" leidt tot een vorm van "dictatuur"…
Basis voor het stakingsrecht
Het is pas na WO1 dat het stakingsrecht en vakbondsrecht werden erkend in België. Dit was natuurlijk tegen de achtergrond van de bewegingen na de oorlog, waarvan de Russische Revolutie één van de hoogtepunten was. Overal in Europa waren er bewegingen en in verschillende landen kwamen de arbeiders in opstand. De burgerij had schrik voor de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging en moest toegevingen doen.
Dat gebeurde onder meer door de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht (voor mannen), maar ook door de vakbondsvrijheid te erkennen. In 1921 kwam er een wet die de “vrijheid van vereniging” waarborgde. Tegelijk werd een anti-stakingswet afgeschaft (het zogenaamde artikel 310 van het strafwetboek waardoor samenscholingen op het bedrijf niet mochten), werd de 8-urendag (en 48-urenweek) ingevoerd,…
Het stakingsrecht werd afgedwongen door arbeidersstrijd en werd meermaals juridisch erkend (onder meer in het Europees Sociaal Handvest). Stakersposten en wegblokkades vormen een onderdeel van het stakingsrecht en het recht om zich te organiseren. Dat werd in België bevestigd door verschillende rechtbanken (onder meer Cassatie in 1997 of het Hof van Beroep in Antwerpen in 2004).
Het recht op collectieve actie mag niet zomaar worden beperkt. Het Europees Comité van Sociale Rechten oordeelde enkele jaren geleden in een verslag over België dat vreedzame stakingspikketten een onderdeel zijn van het gewaarborgd recht op collectieve actie, waardoor dwangsommen tegen zo’n stakingspikket niet aanvaardbaar zijn.
Het opzetten van stakingspiketten en zelfs van wegblokkades vormt een onderdeel van de vrije meningsuiting. In het geval van wegblokkades staan wij niet alleen om dat als “vrije meningsuiting” te bestempelen. Het Europees Hof van Justitie, dat niet bekend staat omwille van links-socialistische sympathieën, stelde dat de vrijheid van betogen (inclusief een wegblokkade) slechts uitzonderlijk kan beperkt worden (Schmidberger arrest van 2.8.2003). De vrije meningsuiting bij een wegblokkade gaat voor op het vrije verkeer van goederen en personen, aldus het Hof.
Juridisch gezien is er dus een basis voor het stakingsrecht, terwijl de basis voor de stakingsbrekers erg beperkt is. Toch lijken die laatsten meestal gelijk te krijgen bij de rechters. Slechts enkele rechters weerstaan aan de lokroep van de illusie dat zij beslissen over collectieve conflicten. Dat dit een illusie is voor de rechters is evident: het zijn de patroons die beslissen en die het gerecht gebruiken om deurwaarders te kunnen inzetten die bovendien beroep kunnen doen op de politie als de eigen privé-militie.
Campagne nodig
Het gebruik van dwangsommen bij stakingen leidde reeds meermaals tot protest. In 2002 haalde een syndicale petitie 80.000 handtekeningen op en werd onderhandeld tussen vakbonden en patronaat om een “herenakkoord” te sluiten, een niet afdwingbaar akkoord. Daarin werd door het patronaat beloofd om bij stakingen een gerechtelijke tussenkomst te vermijden. Van dit herenakkoord blijft niets meer over.
Voor de verdediging van het stakingsrecht kunnen we niet rekenen op het gerecht, het patronaat of de traditionele politici. Terwijl we uiteraard iedere stap voor de verdediging van het stakingsrecht steunen, zal het nodig zijn om een krachtsverhouding uit te bouwen waarmee in de praktijk afgedwongen wordt dat de patroons niet langer durven over te gaan tot het gebruik van eenzijdige verzoekschriften. Dat is hoe het stakingsrecht op zich is afgedwongen en hoe het zal moeten worden verdedigd.
Uiteraard is het belangrijk om alle werknemers te overtuigen om aan de staking deel te nemen: als er geen werkwilligen zijn, kunnen de deurwaarders zelf aan de kassa van de Carrefour gaan zitten. Daarnaast is de kracht van het aantal belangrijk: 50 of 100 mensen een bevelschrift betekenen is nog haalbaar voor een deurwaarder. Maar wat indien er 1.000 of meer militanten aan het stakingspiket staan? Dit is geen theoretische optie, een publieke oproep van de vakbonden met een algemene mobilisatie aan één vestiging van Carrefour in het Brusselse zou zeker een groot effect hebben.
Hoe reageren op een deurwaarder?
Naast het recht op collectieve acties, zijn er ook de mogelijkheden om weerwerk te bieden tegen een deurwaarder die een dwangsom wil opleggen. Een deurwaarder aan een piket kan niet zomaar de identiteitskaart van een aanwezige vragen om het bevelschrift effectief over te maken. De politie mag enkel een identiteitscontrole doen bij een overtreding of misdrijf (bijvoorbeeld het verstoren van de openbare orde). De deurwaarder moet zich kunnen identificeren en bewijzen dat hij bevoegd is voor het betreffende gerechtelijke arrondissement. Als hij dat niet kan bewijzen, kan de deurwaarder niet betekenen.