Your cart is currently empty!
Germaine Greer schokt opnieuw met “On Rage”
Germaine Greer is een Australische schrijfster die de afgelopen decennia meermaals controversiële boeken publiceerde. Daarmee had Greer een grote invloed onder feministen en in linkse kringen (het boek "De vrouw als eunuch" is ook hier relatief bekend). Nu schreef ze een essay met als titel “On Rage” (“over woede”) over de positie van de inheemse bevolking van Australië, de Aboriginals. Met haar boek haalde Greer zich de woede op de hals van zowel de rechtse media als van sommige academici.
Volgens Greer heeft het feit dat Aboriginals alles dat belangrijk was in hun leven verloren (hun partners, grond en sociale status) geleid tot de enige mogelijke reactie: een blinde woede.
De blanke kapitalistische expansie in bijvoorbeeld Afrika leidde ertoe dat de lokale bevolking in de arbeidersklasse terecht kwam aangezien ze ook werden ingezet bij onder meer de goudmijnen. In Australië werden het kolonialisme en kapitalisme geconfronteerd met een inheemse bevolking die leefde als jager-verzamelaars. Zij werden door de kolonialisten gezien als een pest. Enkel de vrouwen werden “gebruikt” en hier en daar werden Aboriginals gedwongen aan het werk gezet. Ze werden echter niet volledig geïntegreerd in de nieuwe arbeidersklasse. Dit veranderde later, zeker na de Tweede Wereldoorlog. Maar zelfs vandaag zien we dat de werkloosheid onder de Aboriginals erg hoog is. Volgens Chris Graham van het blad National Indigenous Times gaat het om 70% werklozen.
Greer toont aan hoe de Aboriginal vrouwen werden behandeld door de blanke mannen. Sommige vrouwen gingen “vrijwillig” mee met de blanke mannen in de hoop dat dit zou leiden tot een “minder hard bestaan” dan in hun samenleving van jagers en verzamelaars. “De mannelijke Aboriginals hadden geen andere keuze dan hun vrouwen te volgen in afhankelijkheid tegenover de blanke man. Zelfs indien hij nog toegang had tot drinkbaar water en er nog kon worden gejaagd, kon hij niet overleven zonder een vrouw. De jagers konden niet zonder de bijdrage van de verzamelaars. De vernederde Aboriginal mannen hadden geen keuze en moesten de Aboriginal vrouwen volgen.”
Het resultaat was een enorme “woede”. Greer verklaart: “De woede van de Aboriginals is niet van de orde van verkeerswoede of zelfs de woede van een zeurende echtgenoot. Het is geen excessieve reactie op een breuk, maar het onvermijdelijke gevolg van een reeks vernietigende slagen die werden toegebracht aan een slachtoffer dat niet in staat was om zich te verweren. Iedere beschrijving van de woede in een samenleving van jager-verzamelaars zal een kopie vormen van het disfunctioneren van de Aboriginals.” Ze voegt er aan toe dat de woede van de Aboriginals wordt versterkt door een overmatig alcoholgebruik en dat dit leidt tot het roepen, vervloeken, slaan, moorden,… Er is een enorm misbruik van alcohol en drugs, maar ook heel wat geweld tegenover wie het dichtst bij de Aboriginals staat.
Greer begint haar boek met een analyse van de woede van het rechtse parlementslid Bob Katter en de strijd van de blanke boeren die hij vertegenwoordigt. Dat is een slimme zet om de woede tegen verliezen en onteigeningen voorbij een inheems kader te plaatsen. De analyse van Greer komt uit haar theoretische omkadering. Op de televisie ABC omschreef Greer zichzelf als een marxist en aanhanger van het feit dat “ideeën voortkomen uit de realiteit.” De economische verklaringswijze van de desintegratie van de traditionele Aboriginal-samenleving in de periode van de opkomst van het kolonialisme is effectief bijzonder interessant.
Op televisie stelde Greer dat ze aanhanger is van de “permanente revolutie”, maar ze omschreef dit niet verder. Het leek erop dat ze dit algemeen bedoelde in de zin dat de politieke activisten niet mogen opgeven en blijven iedere politieke gedachte te analyseren en te bekritiseren om verandering te bekomen. Ze had het niet over “permanente revolutie” in de zin van de analyses van Leon Trotski die hiermee bedoelde dat de door de arbeiders geleide strijd voor democratie en landhervormingen in onderontwikkelde landen moet overgaan in een socialistische revolutie om haar doelstellingen te bereiken.
Het gebeurt niet veel dat een schrijfster met een dergelijk profiel verklaart marxist te zijn, en dat op de nationale televisie. Maar Greer komt in haar boek na 99 pagina’s plots tot een einde zonder enige oplossing aan te bieden. Dat is waarom de voormalige regionale regeringsleider Bob Carr (Labour) zonder problemen dit boek aan iedereen begon aan te raden.
Dit is niet de eerste keer dat Germaine Greer met een opvallende analyse naar voor komt waarbij de uitdaging om oplossingen te vinden aan anderen wordt overgelaten. Het kanaliseren van de Aboriginal-woede naar een politieke, revolutionaire beweging is de taak waar socialisten, los van hun afkomst, voor staan.