De discussie over het statuut van arbeiders en bedienden sleept al lang aan. De vakbonden eisen de gelijkschakeling van het statuut van werklieden en bedienden met een gelijkschakeling naar boven. SP.a-voorzitster Caroline Gennez publiceerde een opiniestuk in De morgen van 18 augustus. We kregen een reactie daarop toegestuurd door Valeer Vantyghem, voormalig ABVV-delegee, die we kennen van het nationaal comité van de CAP.
Velen zijn op verlof en het is komkommertijd, toch heeft Caroline Gennez, voorzitter van de Sp.a de stok in het hoenderhok gegooid. In een opiniestuk in de ‘De Morgen’ van 18 augustus heeft ze een aanval ingezet tegen de kloof die er gaapt tussen het statuut van de arbeiders en het statuut van de bedienden. Dit gebeurde naar aanleiding van een arrest dat het Antwerpse Arbitragehof onlangs heeft geveld in de zaak Meert. Het Hof stelt dat het onderscheid tussen arbeiders en bedienden als achterhaald kan worden beschouwd. Gennez sluit zich hierbij aan.
En dit is niet niks. Een hele boterham die de sociale verhoudingen in dit land grondig overhoop kan gooien evenals de boterham van de gewonen man en vrouw. Laten we haar tekst, op straffe van een schriftgeleerde te lijken, eens van dichtbij bekijken.
Terecht bestempelt de SP.a voorzitter het argument dat de werkgever in de zaak Meert heeft gehanteerd, als zou de betrokkene een arbeider zijn, daar hij een schroevendraaier op zak had, als hallucinant. Immers, een arbeider zou evengoed over zijn werk nadenken als een bediende (dat zal wel, welke mens denkt nu niet na, Rodin, help ons!)? Is het niet dat in een ‘kennismaatschappij’ het onderscheid tussen handen- en geestesarbeid uit de tijd is, stelt Gennez. Kennismaatschappij, dat hebben we nog elders gehoord. Volgens de moderne sociologie zou er in de industriële maatschappij een nieuwe kloof opgedoken zijn, niet langer tussen rechts en links, niet langer de tegenstelling tussen Arbeid en Kapitaal, maar tussen hoogopgeleiden en laaggeschoolden. Dit zou dan de verklaring zijn van de massale vaandelvlucht van deze laatste naar extreem rechts. Gennez verwijst hierbij naar een interview in ‘De Morgen’ met Anton Derks, Vlaams socioloog en medeauteur van “Farewell to the Leftist Working Class” waarin die zegt dat “het belang van de handenarbeid enorm wordt miskend. Daardoor worden arbeiders minder gewaardeerd. Vroeger was hij een held. Vandaag spreekt men van laaggeschoolden”. Momentje. Vroeger werd de arbeider allesbehalve een “held” genoemd, hij werd gekapitteld als “dronkaard, canaille of herrieschopper”, naargelang de evolutie van de sociale strijd, en voor de allochtoon kwam daar nog eens de “titel” van “makkak” bovenop. En verder wordt hier ook gesuggereerd dat een bediende zijn handen niet nodig heeft om te werken, vraag het maar eens aan wie aan een computerterminal werkt. Zulke ideeën worden rijkelijk verspreid door de moderne intellectuele “linkerzijde” om maar niet tot de grond van de zaak te moeten komen, de fundamentele tegenstelling tussen Arbeid en Kapitaal.
Aangezien binnen deze “kennismaatschappij”, waar ook de arbeiders nadenken, een verschillend statuut voor arbeiders en bedienden overbodig geworden is, moeten de sociale partners voor dit prangende probleem een oplossing vinden, een probleem dat binnen het interprofessioneel overleg nu al vijfentwintig jaar aansleept. En Gennez verder: “De structuur van het Belgische sociaal overleg is door het onderscheid tussen arbeiders en bedienden fundamenteel bepaald (…) . Op zijn minst kan je verwachten dat de bonzen [van de vakbonden, VVT] hun machtsposities niet laten primeren op het belang van de werknemers!”
Onder het voorwendsel de “bonzen” aan te vallen is dit een waar offensief tegen de vakbonden als dusdanig en tegen de manier waarop die gestructureerd zijn, en ook op het sociaal overleg zoals het plaatsvindt, van laag tot hoog! Er zijn zoveel zaken die blijven aanslepen. In heel wat sectoren, vooral dan de ‘nieuwe’ sectoren wordt de kaap van de vijfentwintig jaar soms ruimschoots overschreden. Zelf waren we negen jaar lang ABVV afgevaardigde in de subsector van de diepvriesgroenten in West-Vlaanderen. Een jonge sector waar in korte tijd duizenden arbeiders werk hebben gevonden. Begin de jaren tachtig van vorige eeuw hebben we een ontwerp van functieclassificatie opgesteld dat naar een universitaire werkgroep werd verwezen. Die is nog bezig. En van functieclassificaties kan veel afhangen, van beloning tot beroepsziekten. Dat alles, wat door vakbondsmensen met veel moeite en geduld uit de grond wordt gestampt, dient naar de prullenmand verwezen omdat het te lang duurt.
En Gennez verder in haar opiniestuk: “Het mag echter geen voorwendsel zijn om het arbeidsrecht te versoepelen en de bescherming die WERKNEMERS genieten te verminderen.” Waarvan akte. Dus zowel voor bedienden als arbeiders. Maar gaat het hier soms om een totaal pakket, in zijn geheel, waarbij aan de arbeiders wordt gegeven wat aan de bedienden wordt ontnomen? Nergens staat hier dat het bediendestatuut als dusdanig moet behouden blijven. En we citeren opnieuw Gennez: “Wie statisch redeneert vraagt dat het nieuwe werknemersstatuut volledig samenvalt met het huidige bediendestatuut.” We willen graag dynamisch redeneren, maar dan willen we wel een gelijkschakeling naar boven toe, naar wie het beste statuut heeft, en niet naar onder toe. En nu komt de aap uit de mouw, want, het statisch redeneren is “… wellicht niet in het belang van IEDEREEN.” Wie is iedereen, ook het patronaat dat zo graag tijdelijke werkloosheid zou willen zien voor bedienden (hierover zwijgt Gennez zedig in haar opiniestuk). En nu terug naar de ‘kennismaatschappij’, “… arbeiders zijn bedienden en OMGEKEERD”. Dus toch naar een vervlakking, een mediaan, een gelijkschakeling ten koste van de bedienden. (Wordt hierbij soms specifiek de banksector geviseerd, een sector in volle crisis?)
De discussie, zegt Gennez, heeft voor de SP.a nu lang genoeg geduurd: “Als de sociale partners opnieuw mislukken, moet de politiek zijn verantwoordelijkheid nemen. Ik geef alvast mijn woord aan ALLE ARBEIDERS van BELGIE”, aldus de SP.a voorzitter. Eerst het laatste zinnetje, het gaat niet langer om alle WERKNEMERS maar om alle ARBEIDERS van België, dus de bedienden worden de peer. En wat betekent zoiets als: de politiek moet zijn verantwoordelijkheid nemen? Wie is dat ‘de politiek’? De federale regering of de gewestregeringen? We dachten dat de SP.a in de oppositie zat, federaal toch. Heeft Frank Vandenbroucke over de schouders meegeschreven? Nee, Caroline, je moet het kind bij naam noemen.
Toch onthouden we twee punten: 1) dat gemeten naar wettelijke opzegtermijn de Belgische arbeiders de slechtst beschermde in Europa zijn, 2) dat het geen voorwendsel mag zijn om het arbeidsrecht te versoepelen en de bescherming die werknemers genieten te verminderen.
Inderdaad.
Wat belet ons om te eisen dat de wettelijke opzegtermijnen van de Belgische arbeiders worden opgetrokken, ook die van de bedienden. Wat belet ons daar een strijdpunt van te maken, om te eisen dat in alle sectoren de carensdag wordt afgeschaft en dat gewaarborgd loon bij ziekte ook geldt voor arbeiders? Wat belet ons Caroline, om hieromtrent tot de grootste eenheid te komen van allen die zich beroepen op de arbeidersbeweging, tot de grootste eenheid tussen de Spa, SP en radicaal links enerzijds en de vakbonden anderzijds, in plaats van de vakbonden, al dan niet de ‘bonzen’ af te dreigen. Wat belet u op te roepen dat de SP.a hierbij hand in hand zou gaan met het ABVV (en het ACV). Dit is de strijd die moet worden gevoerd in België.
Echter, u verdeelt in Vlaanderen de linkse beweging, u wilt geen eenheid, ook niet met de vakbonden, hoe graag u de zwarte piet van de verdeeldheid naar anderen doorschuift. En u zaait verdeeldheid tussen arbeiders en bedienden. Dat is pas hallucinant.