Recensie. Freedom Next Time door John Pilger

Dit is wellicht het meest politieke boek van de onderzoeksjournalist john Pilger. Zoals zijn vorige werken, Hidden Agendas, Heroes en Distant Voices, omvat ook dit boek een reeks kortere stukjes die allemaal handelen over het lot van onderdrukte bevolkingsgroepen wiens stem zelden wordt gehoord in de gevestigde media.

Michael O’Brien, Socialist Party (Ierland)

Als journalist houdt Pilger zich bezig met een onderzoek naar hoe de media conflicten in beeld brengt en zo de publieke opinie in het Westen probeert te manipuleren. Het eerste voorbeeld dat wordt gegeven, is dat van het eiland Diego Garcia in de Indische Oceaan. De eilandbewoners zijn er "Britse onderdanen" en moesten verplicht van het eiland verhuizen zodat dit dienst kon doen als Amerikaanse militaire basis. De bevolking van Diego Garcia heeft lang gevochten voor rechtvaardigheid, maar ze kregen amper enige aandacht in de traditionele media.

Sommige conflicten zijn te groot om te negeren. In het boek staat een lang stuk over het conflict in Israël/Palestina. Pilger brengt een historische analyse van de vorming van de Israëlische staat en de behandeling van het Palestijnse volk binnen deze staat en in de sinds 1967 bezette gebieden. Hij brengt verslagen vanuit eerste bron over de vernielingen, controles en bombardementen door het Israëlische leger.

Als contrast hiermee krijgen we een aantal interviews met Joodse kolonisten in Gaza die onverschillig staan tegenover het lijden dat in hun naam wordt toegebracht bij de Palestijnen. Pilger brengt hier, maar ook elders in het boek, een kritische kijk op de subjectieve invulling van de term "terrorist". Terwijl hij en veel Palestijnen de zelfmoordaanslagen zien als iets jammer en wanhoopsdaden die de Palestijnse zaak niet vooruithelpen, is het toch moeilijk om lessen over terrorisme te krijgen van een regime dat heel wat Amerikaanse militaire steun krijgt en deze ook inzet. Een positief aspect van dit boek is dat het feitelijke gegevens aanbrengt die de cohesie van de Israëlische samenleving in vraag stellen. Hij brengt het verhaal van een aantal Israëlische Joden die zich actief verzetten tegen de bezetting en de staatsterreur. Eén van de meest opvallende en ontroerende stukken in het boek is het interviews met de vader van een jong meisje die omkwam bij een zelfmoordaanslag maar toch een tegenstander bleef van de bezetting en daarbij op negatieve reacties kon rekenen uit zijn omgeving.

Hierna volgt een stukje onder de titel “Shining India” met een andere kijk op een land dat in de traditionele media vaak wordt belicht vanuit de toplagen van de Indische samenleving. Er is een ontwikkeling van een toplaag en zelfs van middengroepen die bestaan uit het management van multinationals die naar hier kwamen. Maar voor de meerderheid van de zowat 1 miljard inwoners is het leven er in India niet op vooruitgegaan.

Pilgers volgende halte is Zuid-Afrika. Dat stuk is voor mij het beste stuk van het boek. Het centrale thema is het verdwijnen van de politieke regels van de apartheid op het vlak van wetgeving voor paspoorten en dergelijke, terwijl de economische apartheid nog steeds van toepassing is voor de overgrote meerderheid van de zwarten. Pilger spaart zijn kritieken op de leiding van het ANC, met inbegrip van Mandela, niet. Ondanks het feit dat het ANC aan de macht is sinds 1994, heeft het niets gedaan met het programma waarvoor velen hebben gevochten en zelfs zijn omgekomen tijdens het apartheidsregime. Leidinggevende figuren van de bevrijdingsbeweging, zoals Cyril Ramaphosa (een voormalige leider van de mijnwerkersvakbond), hebben zichzelf omgevormd tot miljonairs en verdedigers van een neoliberaal beleid.

Pilger maakt duidelijk hoe er nog voor de vrijlating van Mandela in 1990 een proces was waarbij de Zuid-Afrikaanse elite via hun politieke vertegenwoordigers in de Nationale Partij van De Klerk toenadering zochten tot de gematigde figuren in de leiding van het ANC, met inbegrip van Mandela. De apartheid was niet goed voor de zakenwereld en de blanke elite besliste dat het misschien beter zou afgeschaft worden om hun geprivilegeerde positie te beschermen.

De uitverkoop van het ANC en van Arafat in Palestina, waar Pilger ook kort op ingaat, wordt in de inleiding van het boek verbonden met de val van de voormalige stalinistische landen en de Sovjetunie tussen 1989 en 1991. Er ging amper nog een positieve uitstraling van deze landen uit voor de arbeiders in West-Europa en Noord-Amerika, maar in heel wat nationale bevrijdingsbewegingen werd er wel nog uitgekeken naar de Sovjetunie. Dat was het geval voor de PLO en ook de ANC (waarin ook de Zuid-Afrikaanse Communistische Partij actief was en is). Toen deze regimes ineenstortten, was er een demoralisatie onder heel wat aanhangers van deze regimes. De boodschap was dat er geen alternatief mogelijk was op de kapitalistische markt. Pilger is voorzichtig genoeg om geen doembeeld te brengen en hij brengt ook interviews met mensen die vandaag nog steeds betrokken zijn in de strijd voor economische bevrijding, vandaar ook de titel van het boek.

Het laatste deel van het boek handelt over Afghanistan. Pilger brengt opnieuw een korte en interessante geschiedenis die wordt gecombineerd met actuele gegevens over wat er gebeurt in Afghanistan. Hij ging op onderzoek in Afghanistan en luisterde naar wat gewone Afghanen te vertellen hebben over de misdaden van de Taliban, de door de VS gesteunde Noordelijke Alliantie en de VS-militairen zelf. Pilger gaat van Afghanistan naar het Pentagon voor enkele interviews van topfiguren uit de omgeving van Bush. De ingeving van Pilger om deze mensen de koord aan te bieden waarmee ze zichzelf ophangen tijdens de interviews, biedt enkele momenten van zwarte humor.

Wie nog maar recent met politiek bezig is of hierin is geïnteresseerd, moet zeker eens iets van Pilger lezen. Je zal nooit meer op een zelfde wijze naar de traditionele media kijken op het vlak van nieuwsberichten.

Freedom Next Time, door John Pilger. Bantam Press, Random House, 2006

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop