Ook al spreekt hij niet namens zijn partij, de oproep van Wouter Van Bellingen, politiek secretaris van Vl.Pro, voor progressieve frontvorming, heeft opnieuw publieke discussie uitgelokt over de weg vooruit voor de linkerzijde in België. Terecht, zolang er immers geen succesvolle nieuwe arbeiderspartij op het politieke toneel verschijnt, zullen verschillende ideeën opborrelen bij veel arbeiders en jongeren.
Groen, PVDA en CAP reageren gematigd positief, LSP heeft vragen en bedenkingen
Zowel Groen!, PVDA, als CAP beantwoordden de oproep van Van Bellingen gematigd positief. Tegen de voorstellen die ze eraan koppelden – steun aan de acties van de vakbonden (CAP), vermindering van de BTW op energie (PvdA) of meer kinderopvang (Groen!) – zou niemand ter linkerzijde zich mogen verzetten. Wellicht zou een SP.a in oppositie zich in woorden ook achter deze eisen kunnen scharen. Maar of zelfs een bundeling van deze eisen een oplossing zal bieden voor de politieke dakloosheid van de arbeidersklasse, dat is een andere zaak.
Want laat ons eerlijk zijn. In de belangrijkste dossiers van de laatste 20 jaar, de neoliberale EU, het pensioendebat, de privatisering van de openbare diensten, tewerkstelling, … heeft de meerderheid van de bevolking geen politieke medestanders gevonden in het parlement. Zoals met de stemming van het Generatiepact in het parlement toen geen enkel parlementslid tegen stemde na 2 algemene stakingsdagen. Diegenen die in de voormalige SP hun partij herkenden, hebben woedend de deur achter zich dichtgeslaan en moesten plaatsmaken voor een jonger, hoger opgeleid en stedelijk kiespubliek. Diegenen die hoopten dat Groen! een alternatief kon bieden op de SP.a, liepen een verdere teleurstelling op na de beschamende deelname van Agalev in de Paarsgroene regering, met een electorale afstraffing als gevolg. Ondertussen gingen meer en meer terechte oppositiestemmen teleurgesteld op zoek naar een alternatief, helaas ter rechterzijde.
Het progressieve front als kerkhof van de sociale beweging
Wat is de bedoeling van een oproep tot een progressief front? Zelfs indien de drijfveer van Van Bellingen oprecht is, dan zal een samengaan van SP.a, Groen! en radicaal links vooral een versmachting van de sociale beweging tot gevolg hebben. Want om het front efficiënt te maken, zal worden geargumenteerd dat kritiek op SP.a en Groen! binnensmonds moet worden gehouden, “anders versterk je de rechterzijde”. Op die manier wordt een progressief front geen versterking van de linkerzijde maar zal het de mond snoeren van de sociale bewegingen en in de feiten de rechterzijde versterken. Men denkt dat de bundeling van “progressieve” krachten op zich, de verloren schapen terug naar de stal zal leiden en men stemmen kan afsnoepen van de rechtse oppositie. Zonder dat SP.a en Groen! onomwonden afstand nemen van hun regeringspolitiek en dus radicaal van koers veranderen, is dat een illusie.
Wellicht zullen velen het met deze stelling eens zijn, maar in de gegeven omstandigheden, waarbij er geen vooruitzicht is op een groot links succes bij de volgende verkiezingen, toch hun hoop vestigen in wat volgens ons niet meer is dan een illusie, nl. dat de bundeling van de “progressieve krachten” de weg vooruit is voor de linkerzijde.
Hoe kan een kandidatuur van strijdbare syndicalisten, linkse activisten, linkse socialisten geloofwaardig zijn, wanneer ze op dezelfde lijst figureren als voormalige ministers, en nog niet van de minste? Dan verword je als snel tot het sociale, linkse schaamlapje voor een partij die 20 jaar lang in elk sociaal conflict aan de andere kant van de barricade heeft gestaan. Met deze vaststelling hebben we natuurlijk het probleem van de politieke dakloosheid van de arbeidersbeweging nog niet opgelost. Want laat dat nu juist de cruciale uitdaging zijn, waarvoor we staan. De verzuchtingen, eisen en belangen van de overdonderende meerderheid van de bevolking, de werkenden en hun gezinnen, uitkeringstrekkers en jongeren een stem geven via een nieuwe, open arbeiderspartij.
Waarom is dat zo belangrijk? De laatste twintig jaar liep iedere beweging van de arbeiders en hun gezinnen, inclusief de algemene stakingen tegen het Globaal Plan en het Generatiepact, stuk op de politieke onwil om haar eisen om te zetten in een politiek beleid. Als burggraaf Davignon zijn mond opent over Electrabel of enkele honderden flaminganten met leeuwenvlaggen zwaaien, belandt het land in de langste politieke crisis uit haar geschiedenis, maar als tienduizenden gezinnen op straat komen voor hun pensioen of hun koopkracht, dan weigeren politici toe te geven aan wat ze denigrerend “een radicale minderheid” noemen.
Eenheid met de slachtoffers van het neoliberaal beleid, niet met de verantwoordelijken ervoor.
LSP denkt dat enkel de vakbonden in staat zijn hieraan te verhelpen. In plaats van te blijven rekenen op SPa en CD&V, zouden ze beter het initiatief nemen voor een “syndicale” partij. Zowel ABVV als ACV hebben duizenden afgevaardigden in de bedrijven die totaal belangenloos en op eigen risico, zonder daarvoor één cent meer te verdienen dan hun collega’s, dagelijks opkomen voor hun werkmakkers. Dat type vertegenwoordigers hebben we nodig in het parlement, vertegenwoordigers die weten wat het is te leven aan onze lonen, met onze arbeidscondities en in onze wijken. Het verschil tussen een parlementaire wedde en die van een doorsnee arbeider, kunnen ze storten in de syndicale kas en besteden aan de verdediging van arbeiders die verplicht worden in actie te gaan om hun werk en hun inkomen te verdedigen.
In afwachting dat de druk aan de basis van de beide vakbonden groot genoeg wordt om de breuk met CD&V en SPa te realiseren en zo een “syndicale” partij op te zetten, wil LSP front vormen met iedereen die zich verzet tegen de neoliberale logica. LSP is voorstander van de grootst mogelijke eenheid links van de traditionele partijen. Dat betekent het organiseren van reeds bestaande krachten als PVDA en LSP en de duizenden niet-georganiseerde arbeiders en jongeren in een brede arbeiderspartij, waar het debat vrij gevoerd kan worden. Onze poging om van de oproep die Jef Sleeckx twee jaar geleden lanceerde, een beweging voor een echte arbeiderspartij te maken, bewijst dat het ons menens is.
Helaas werd door CAP de verwachting, dat een nieuwe arbeiderspartij zou worden gecreëerd, niet ingelost. De mislukking van CAP heeft onze overtuiging niet verminderd dat er een enorme ruimte bestaat voor een open en brede linkse kracht.
De SP.a heeft gedurende haar 20-jarige regeringsdeelname een pak, zoniet alle, geloofwaardigheid verloren en dat kan niemand verrassen wanneer je naar de resultaten van haar beleid kijkt. Een verdubbeling van de officiële armoede in diezelfde periode, een afbouw van openbare diensten, ondermijning van de sociale zekerheid en de sociale uitkeringen, huisvestingsmarkt die volledig wordt gedomineerd door de privé, cadeau na cadeau aan het patronaat en zo kunnen we nog lang verder gaan.
Dat hierover zelfs onder de restanten van het SP.a lidmaatschap ongenoegen bestaat, is o.a. in de laatste voorzittersverkiezing duidelijk geworden. We denken echter dat het te weinig en te laat is. Tijdens de actieweek van de vakbonden voor meer koopkracht was noch de SP.a, noch SP.a-Rood te bespeuren, behalve in Kortrijk. De basis van de SP.a is reeds zodanig uitgehold, dat een koersverandering uitgesloten is. Lang geleden kwamen vakbondsafgevaardigden die lid waren van de SP, daar openlijk voor uit en overtuigden ze hun werkmakkers om eveneens lid te worden van de partij. Vandaag slagen diezelfde afgevaardigden er niet meer in hun werkmakkers mee te krijgen naar de SP.a. Meestal durven ze op de werkvloer niet meer openlijk uitkomen voor hun lidmaatschap van die partij.
We mogen ons niet laten misleiden door de korte, tijdelijke oppositiekuur van de SP.a. De meesten die, zoals de voorlopers van LSP, op een ernstige manier hebben geprobeerd om in te gaan tegen de SP.a-leiding en een alternatief op te bouwen binnen de partij, zijn tot dezelfde conclusie gekomen als Jef Sleeckx, 20 jaar lang parlementslid van de SP, dat we buitenom de SP.a iets nieuw zullen moeten uitbouwen.
Stel dat we ons toch vergissen, dat SP.a, Groen en Vl.Pro wel bereid zijn afstand te nemen van hun daden tijdens hun respectievelijke regeringsdeelnames. Dan kunnen volgens ons volgende maatregelen een basis vormen voor een overleg:
- intrekken van alle maatregelen gekoppeld aan het Generatiepact
- afschaffing van de notionele intrestaftrek en andere fiscale cadeau’s aan het patronaat
- de hernationalisatie van de electriciteitsvoorziening
- meer koopkracht door een aanzienlijke loonsverhoging en welvaartvaste uitkeringen
- harde aanpak van de zware fiscale fraude die op 30 miljard euro wordt geschat
Indien Van Bellingen, met een mandaat van zijn eigen partij en een positieve instelling van SP.a en Groen!, met zo’n programma naar buiten komt, dan zal hij niet enkel op het enthousiasme van LSP kunnen rekenen, maar ook op dat van vele tienduizenden die wachten op een politieke vertaling van hun bekommernissen.
In 2003 nam LSP voor het eerst, heel bescheiden, deel aan de verkiezingen. In 2004 dienden we lijsten in voor de Europese verkiezingen in beide landsdelen. Met een bescheiden budget en zonder de minste media-aandacht haalden we 20.000 bewuste stemmen, de PVDA meer dan 40.000. Het electorale potentieel voor een volhardende, linkse oppositie is vele malen groter, zoals de stemmen voor de Socialistische Partij in Nederland en de Linkspartei in Duitsland aantonen. Volgens ons kan enkel eenheid tegen het neoliberale beleid hiervoor zorgen. Daarbij vormen SP.a en Groen! in hun huidige vorm geen deel van de oplossing, maar een deel van het probleem.