Openingsmeeting Socialisme 2008: verder bouwen op een traditie van strijd

De openingsmeeting op Socialisme 2008 zette meteen de toon voor het hele weekend. In vier krachtige toespraken werden de grote lijnen voor het weekend geschetst. Er werd gesproken door Mirre Vercoutere, Els Deschoemacker, Virginy Prégny en Sascha Stanicic. We publiceren een verslag van de openingsmeeting.

LSP probeert radicale jongeren te organiseren en erkent de dynamische rol die zij kunnen spelen binnen de arbeidersbeweging. Het was dan ook geen toeval dat de opening van het weekend gebeurde door een jonge militante. Mirre Vercoutere is actief in de succesvolle Gentse scholierengroep van Internationaal Verzet. Ze legde uit dat jongeren een belangrijke rol kunnen spelen in de ontwikkeling van strijd. Ook jongeren voelen de crisis, uitbuiting en neoliberale aanvallen. Denk maar aan de ontwikkelingen in het onderwijs, waar momenteel in Frankrijk acties plaatsvinden tegen de nieuwe golf van neoliberale besparingen.

Met onze jongerencampagnes proberen we een strijdbaar programma naar voor te brengen rond verschillende thema’s. Uiteraard zijn we actief rond het thema van onderwijs, maar dit schooljaar organiseerden we in Gent ook een betoging rond milieu waarbij wij duidelijk maakten dat er nood is aan een collectief antwoord. Die betoging trok een 100-tal aanwezigen, een nuttige eerste stap rond dit thema. In maart ondernamen we met onze jongeren verschillende campagnes, zowel voor de vrouwenbetoging op 8 maart als de anti-NSV betoging op 6 maart. De bedoeling was telkens om een antwoord te formuleren op de verdeel-en-heerspolitiek. Dat zal immers nodig zijn als we willen opkomen voor een samenleving op basis van de behoeften van de bevolking en dus zonder racisme, milieuvervuiling, uitsluiting, werkloosheid,…

De nationale organisator van LSP/MAS, Els Deschoemacker, schetste de achtergrond van de politieke crisis die ons land maandenlang teisterde. Deze politieke crisis was geen uitdrukking van sterkte voor het politieke establishment. Het toonde integendeel haar zwakte in de pogingen om steeds verder te gaan in het opleggen van haar neoliberaal beleid.

Na de algemene acties tegen het Generatiepact eind 2005, was er een opleving van de nationale kwestie in de traditionele politieke kringen. Bij gebrek aan een sociaal programma werd de communautaire kaart getrokken. Dat heeft geleid tot een impasse, niet alleen voor de arbeiders maar zeker ook voor de traditionele politici. Het communautaire opbod volstaat echter niet om strijd tegen te gaan. De acties rond de koopkracht maken duidelijk dat de arbeiders hun deel van de koek opeisen op een ogenblik dat de topmanagers steeds meer krijgen en de winsten sterk stijgen. Opvallend bij de stakingsacties rond koopkracht, was dat deze niet begonnen bij de best georganiseerde lagen maar bij de onderaannemers en nadien ook vooral bij de tijdelijken bij Ford Genk. Nadien volgden onder meer de Vlaamse ambtenaren.

De acties maken duidelijk dat er strijdbare organisaties nodig zijn. Vakbonden die strijdbaar zijn en niet alleen achter de feiten aanlopen, maar nu al werken aan een nationaal strijdplan om meer koopkracht af te dwingen. Maar er zal ook nood zijn aan een politiek instrument, een arbeiderspartij. Hoe en met welk programma, is vandaag nog niet duidelijk voor bredere lagen. Maar we zullen een brede arbeiderspartij nodig hebben om onze eisen ook politiek vertaald te krijgen.

In Frankrijk worden gelijkaardige discussies gevoerd. Virginy Prégny van Gauche Révolutionnaire stelde dat de verkiezing van Sarkozy als president ertoe heeft geleid dat een vertegenwoordiger van de grote burgerij aan de macht is, maar dat betekent niet dat het mogelijk is om zomaar een hard beleid van aanvallen op de arbeiders te voeren. Sarkozy beweerde dat hij een einde wou maken aan “de geest van mei 68”. Hij deed veel beloften aan het patronaat en bedreigde de arbeiders. Sarko houdt ook zijn beloften tegenover het patronaat: hij verdedigt steevast haar belangen.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen werd veelal een tactische stem uitgebracht tegen Sarkozy, dat was de enige reden voor de vooruitgang van de PS. Alleen denkt een meerderheid van de bevolking dat de PS eenzelfde beleid zal voeren als de rechtse partijen. Dat beleid vormt een regelrechte aanval op de levens- en werkomstandigheden van de arbeiders. Jongeren die tewerkgesteld worden aan 2 euro per uur, dat is niet langer iets wat enkel in zogenaamde ontwikkelingslanden voorkomt, maar ook bij ons!

Tegenover het asociaal beleid is er nood aan een sterk links antwoord. Er is een initiatief voor een nieuwe partij en Gauche Révolutionnaire neemt daar actief aan deel. Bij de gemeenteraadsverkiezingen haalde LCR een goede score en dat toont het potentieel. Binnen de comités voor een nieuwe partij komen wij op voor een socialistisch en strijdbaar alternatief. De beste manier om 40 jaar mei 68 te herdenken dit jaar, is door het socialisme opnieuw centraal in de strijd te plaatsen.

De laatste spreker was Sascha Stanicic van onze Duitse zusterorganisatie. Recent omschreef de Wall Street Journal Duitsland als de republiek van de angst. De burgerij is bang van de bocht naar links onder de arbeiders en hun gezinnen. De uitdrukking “ruk naar links” staat centraal in de Duitse politiek vandaag. Er is een grote steun voor linkse eisen zoals voor een minimumloon, het terugtrekken van de troepen uit Afghanistan, verzet tegen privatiseringen,… Een meerderheid van de bevolking vindt socialisme een goed idee, maar betreurt dat het slecht werd uitgevoerd in het voormalige Oostblok.

De ruk naar links is een direct gevolg van de neoliberale aanvallen de arbeiders de afgelopen jaren. Deze aanvallen hebben geleid tot een toename van de armoede in Duitsland, iets wat al jaren niet meer gezien was. Het heeft ook geleid tot een toename van strijdbewegingen met acties bij onder meer het treinpersoneel en recent ook nog het openbaar vervoer in Berlijn. Dit is de achtergrond waartegen de nieuwe formatie ‘Die Linke’ zo’n 14% haalt in de peilingen.

Het is belangrijk dat dit nu reeds plaatsvindt, nog voordat Duitsland echt wordt geraakt door de economische crisis. We komen uit een periode van groei, maar zien nu de eerste tekenen van de financiële crisis in Duitsland. Topman Ackermann van Deutsch Bank (als topman was Ackermann overigens goed voor een jaarloon van 14 miljoen euro, 38.000 euro per dag!) waarschuwt dat de overheid zal moeten ingrijpen tegen de economische crisis, zelfs Ackermann stelt dat hij niet meer gelooft in het zaligmakende karakter van de vrije markt. Toch zien we van de vakbondsleiding of de top van Die Linke geen anti-kapitalistische campagnes. In een periode van crisis zal het nochtans nodig zijn om bij de verdediging van jobs vrij snel de eis naar voor te brengen van nationalisatie. Dat betekent dat de strijd snel ook een politieke strijd wordt en bovendien buiten het kader van het kapitalisme treedt.

Die Linke heeft een enorm potentieel en heeft de kans om de strijd aan te gaan. Deze formatie kan groeien, maar dat zal niet automatisch gebeuren. Het zal ook afhangen van de politiek van de leiding. Een politiek van het “minste kwaad” met deelnames aan neoliberale coalities is een recept voor mislukking. Het is belangrijk dat er een marxistische oppositie zich organiseert binnen Die Linke en tegelijk ook strijdbare militanten verenigt in de vakbonden. Met het vooruitzicht op een economische crisis, is de nood aan een socialistische visie steeds groter.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop