Your cart is currently empty!
Rechtszaak rond vrije meningsuiting in Leuven
Op donderdagochtend trotseerde een delegatie van LSP’ers het koude winterweer om actie te voeren aan het gerechtsgebouw van Leuven. Aanleiding hiervoor was de zaak die tegen Peter D., één van de leden van LSP-Leuven, is aangespannen.
Welke feiten worden hem ten laste gelegd? De verkoop van het blad Socialistisch Links binnen een straal van 20 meter van het station van Leuven. Om mensen hiervoor te kunnen vervolgen moet er beroep worden gedaan op een Koninklijk Besluit uit het einde van de 19e eeuw, dat stelt dat er zonder toestemming niets verkocht of uitgedeeld mag worden in een straal van 20 meter van het station. Daar kwam nog bij dat de agent zelfs verbood om buiten die 20 meter, in de rest van Leuven, de bladverkoop verder te zetten! Dit laatste op basis van een lokale politieverordening die zou stellen dat je daarvoor de toestemming nodig hebt van het stadsbestuur.
Het KB in kwestie, echter, is destijds wellicht geschreven om dezelfde reden als het vandaag wordt toegepast, nl. het censureren van mensen die een mening verkondigen die niet binnen het huidige systeem past.
De feiten dateren al van december 2005. Na het opstellen van een proces verbaal werd een geldboete opgelegd van 60 euro. Die weigerden we principieel te betalen: volgens ons gaat het betreffende KB in tegen het grondwettelijke recht op vrije meningsuiting, dat niet aan preventieve controle of censuur kan worden onderworpen.
Na het niet betalen van de boete werd de zaak voor de eerste keer voor een rechtbank gebracht, in november 2006. De politierechter van dienst veegde toen onze argumentatie, gebaseerd op het recht op vrije meningsuiting, van tafel met oneliners als: “Als iedere groentenhandelaar zijn groenten aan het station zou verkopen, dan zou het binnen de kortste keren een grote soep worden.” Wat een belachelijke vergelijking is, omdat je het verkopen van een politiek blad moeilijk kan vergelijken met een commerciële activiteit.
De zaak kwam nu – na een beroep tegen de beslissing van de politierechtbank – voor de correctionele rechtbank van Leuven. Met andere woorden: deze keer moeten 3 rechters hun oordeel vellen over de zaak.
Het pleidooi van de verdediging bestond uit 2 delen. Eerst en vooral werd er gesteld dat het betreffende KB uit 1895 indruist tegen het grondwettelijke recht op vrije meningsuiting. Eerdere zaken voor o.a. de Raad Van State, maar ook de mening van een lokale sanctionerende ambtenaar in Leuven, bevestigden dit: "toestemming" moeten vragen om voor je mening op te komen, komt overeen met een vorm van "preventieve censuur".
Wat Peter deed was mensen op straat aanspreken om de politieke discussie aan te gaan en eventueel een blad te verkopen. De ingang van het station is een openbare plaats, waar het recht op vrije meningsuiting geldt. Wat we nu zien is dat dit recht beknot wordt door dit soort repressieve politie-acties.
Ten tweede werd ook gesteld dat er in het proces verbaal geen verwijzingen zijn naar de exacte locatie waar de feiten zijn vastgesteld. Toch wel belangrijk als je te doen hebt met een wet die spreekt over een straal van 20 meter rond het station. Bovendien kan je ook nog discussiëren over waar het station nu effectief eindigt. Zeker in Leuven waar de infrastructuur van de NMBS en De Lijn in elkaar overlopen.
Na het aanhoren van het pleidooi van de verdediging kon ook de beklaagde enkele opmerkingen maken. Peter stelde dat het hier niet ging om iets banaals, maar om een fundamentele discussie. Het ging niet om het recht van een handelaar om zijn producten te verkopen aan het station, maar het recht van een politieke organisatie om voor haar ideeën op te komen. Het zou een gevaarlijk precedent vormen als op deze basis het recht op vrije meningsuiting zou worden beperkt. Wie gaat er dan binnenkort beslissen op welke openbare plaatsen dit recht wel geldt, of niet?
Bovendien is LSP een partij van activisten. Wij beschikken niet over dezelfde toegang tot de massamedia, zoals de grote partijen. We kunnen enkel op straat trachten de discussie aan te gaan. Dit via wetten die ingaan tegen de Grondwet proberen te beperken, is een vorm van discriminatie.
Na het aanhoren van de verdediging en de procureur werd ons meegedeeld dat de beslissing van de rechters op 17 januari bekend zou worden gemaakt.
We vragen de vrijspraak van Peter en eisen het afschaffen van die Koninklijke Besluiten die nu misbruikt worden om mensen met een andere politieke mening de mond te snoeren.