Your cart is currently empty!
Waar is de oppositie tegen het neoliberaal beleid?
Bij de harde maatregelen die werden voorgesteld door de roomsblauwe onderhandelaars en het moeizaam verloop van de regeringsvorming, viel ook het gebrek aan degelijke oppositie op. De verklaringen en kritiek bleven beperkt en/of voorzichtig.
Wellicht hopen een aantal partijen om toch nog mee aan tafel te kunnen zitten bij de vorming van een regering of toch minstens bij de staatshervorming. De SP.a wil mee zorgen voor een twee derde meerderheid voor een staatshervorming, de PS wil graag in een regering stappen.
Van een echte oppositie tegen de reeds gelanceerde voorstellen was dan ook geen sprake. SP.a-voorzitster Caroline Gennez stelde: “Aangezien de meerderheid er zelf niet echt in gelooft, heeft de oppositie weinig werk.” Je zou denken dat dit net een goede gelegenheid zou zijn om alternatieven naar voor te brengen, maar daar wringt het schoentje natuurlijk.
De uitspraak van Gennez dat Leterme een “regering voor het grootkapitaal” wou opzetten, had enkel betrekking op het langer openhouden van de kerncentrales. Voor het overige nam de sociaal-democratie de verdeding van de patronale belangen op. Luc Van Den Bossche drong aan op een snelle regeringsvorming omdat een impasse “de concurrentiekracht van ons land ondergraaft”.
De PS vond dat de begrotingsplannen onvoldoende waren omdat er rekening werd gehouden met een begrotingstekort in plaats van harder te besparen. De optie van een tripartite wordt open gehouden.
Er kwam wel verbale kritiek van onder meer Groen dat de voorstellen van de formateursnota “ondermaats” vond. Groen en Ecolo zijn wel bereid om te onderhandelen over een eventuele steun aan een staatshervorming. Als reactie op het geflirt van bepaalde MR-kopstukken, stelde Durant dat Ecolo niet enthousiast is over roomsblauw, maar “we zijn mensen van de dialoog”.
Het ACW moest erkennen dat de “stand van zaken betreffende de sociale agenda” hen “niet gerust” stelde. Het deed een oproep aan de onderhandelaars om een “sociaal rechtvaardig” programma uit te werken. Het ABVV verklaarde “ongunstig” te staan tegenover de voorstellen omdat deze eenzijdig in het voordeel van het patronaat zijn.
De asociale voorstellen van de kandidaat- regeringspartijen verdienen een steviger antwoord, zowel op syndicaal als politiek vlak. De reacties van de zogenaamde kandidaat-oppositiepartijen maken duidelijk dat de arbeiders en hun gezinnen over geen enkele politieke vertegenwoordiging beschikken. Het is niet verwonderlijk dat hierdoor de afkeer tegenover de traditionele politici en soms meer algemeen tegenover “dé politiek” toeneemt.
Als we ons niet zelf inlaten met de geplande aanvallen op onze levensstandaard, zullen de neoliberalen steeds harder te keer gaan. Er is nood aan een actieve oppositie. Daar ligt een belangrijke taak voor een initiatief als CAP.