Nederland. Crisis in de traditionele partijen: de personencultus, niet het programma domineert

Zowel de (neo)liberalen van de VVD als de voormalige sociaaldemocraten van de PvdA hebben een onderzoek laten doen naar de oorzaken van de tegenvallende resultaten bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen, in november van vorig jaar. De commissie Dekker (VVD) en de commissie Vreeman (PvdA) kwamen eigenlijk min of meer tot hetzelfde oordeel: de boodschap die de beide partijen naar voren brachten, was onvoldoende herkenbaar voor de kiezer als typisch “liberaal” respectievelijk “sociaal-democratisch”.

Door Bas de Ruiter

Deze constatering hoeft geen verbazing te wekken. Alle traditionele partijen, de VVD, PvdA en ook het christen-democratische CDA, staan in wezen voor eenzelfde soort programma in termen van sociaal-economisch beleid. De VVD en de PvdA waren het tijdens de Paarse jaren eens over de noodzaak van het voeren van een neoliberaal besparingsprogramma, zichtbaar in de privatisering van de elektriciteitsvoorziening, de Nederlandse spoorwegen, het begin van het uitkleden van de sociale zekerheid, enz.

De kabinetten Balkenende die op deze Paarse regeringsjaren volgden, waren een scherpere voortzetting van dit beleid, waar eerst de VVD aan meewerkte en nu sinds maart de PvdA aan deelneemt.

In zo’n klimaat worden personen belangrijker dan het programma dat een bepaalde partij voorstaat. Weliswaar speelt zo’n persoon in op enkele thema’s die in de maatschappij een zeker gewicht hebben, zoals veiligheid, criminaliteitsbestrijding of de verloedering van woonwijken.

Dit was met name zichtbaar in de campagnes van Rita Verdonk, die zich als concurrent van VVD-fractieleider Mark Rutte blijft profileren, en ook Wilders. Maar ook Wouter Bos speelt in mindere mate in op dit soort thema’s om te het gebrek aan “sociaal gezicht” van de PvdA te verbergen.

De manier waarop campagne wordt gevoerd heeft dan veel weg van populisme, door de problemen in de maatschappij te benoemen maar vervolgens slechts schijnoplossingen aan te dragen die de fundamentele oorzaken van de problemen niet aanpakken. In het geval van de verloedering van woonwijken, bijvoorbeeld, het verschijnsel dat decennialang nauwelijks werd geïnvesteerd in het onderhoud van huizen in bepaalde wijken of het lokaal op peil houden van de publieke dienstverlening, zoals postkantoren, ziekenhuizen, openbaar vervoer, etc.

Ook een figuur als Pim Fortuyn speelde op populistische wijze in op de onvrede die hierdoor bestaat onder een groot deel van de bevolking, door de schuld te geven aan de instroom van allochtonen in Nederland. Wilders en Verdonk in Nederland en de Vlaamse politicus Dedecker, die bij de recente nationale Belgische verkiezingen 4 zetels binnenhaalde, maken van hetzelfde soort retoriek gebruik.

Bij gebrek aan een werkelijk alternatief voor de problemen waarmee de meerderheid van de bevolking in Nederland, België en wereldwijd te kampen heeft, zullen populistische (of zelfs extreem-rechtse/neofascistische krachten als het Vlaams Belang) erin slagen een zeker gedeelte van de stemmen binnen te halen. Het bestaan van de SP in Nederland biedt in bepaalde mate een dergelijk alternatief, zoals ook de nieuwe linkse formatie, CAP, in België dat kan doen.

De oproep die binnen de PvdA door een aantal partijprominenten werd gedaan om zich weer meer als een sociaaldemocratische partij te profileren, zal zinloos zijn.In de huidige politieke context en periode – na zoveel jaren van verraad van de arbeidersklasse, gecombineerd met de rem die de verrechtste partijleiding is op een dergelijke ommekeer – is zo’n omslag onwaarschijnlijk.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop