De werkgeversfederatie Agoria stelt dat er in het debat over de toplonen en dito ontslagvergoedingen maatregelen nodig zijn. Paul Soete, gedelegeerd bestuurder van Agoria, stelt een wet voor die bepaalt dat er een maximale ontslagvergoeding van één jaarloon komt. Dat moet de vergoedingen voor topmanagers afromen aldus Soete. In feite kan het natuurlijk ook gebruikt worden tegen alle bedienden en zelfs tegen een aantal werklieden.
Het patronale antwoord op de hoge opzeggingsvergoedingen bij Volkswagen Vorst liet even op zich wachten. Er waren eerst wel een aantal verontwaardigde reacties toen bekend werd dat de arbeiders van VW een relatief hoge vergoeding zouden krijgen bij hun vrijwillig vertrek. De gouden handdruk van VW-Vorst deed een aantal patroons brainstormen over mogelijke reacties.
Nu komt Agoria naar buiten met een voorstel om de ontslagvergoedingen in het algemeen te beperken. Er zou een maximum moeten komen van één jaar. Daarmee zouden volgens de patroons ook de topmanagers geraakt worden. Er zou tegemoet gekomen worden aan de suggestie van Karel De Gucht (VLD) dat ook de topmanagers een inspanning moeten leveren zodat de aanvallen op de lonen van gewone werkenden politiek makkelijker verkoopbaar zouden worden.
Alleen gaat het hier natuurlijk niet om de riante opzeggingsvergoedingen van topmanagers. Een jaarloon van enkele miljoenen euro is al niet slecht als opzeggingsvergoeding en ligt bovendien hoger dan wat de arbeiders van VW kregen. Bovendien kan nog altijd met aandelenopties gewerkt worden teneinde discussies over het jaarloon als opzeggingsvergoeding te vermijden.
De bedoeling is eerder om hoge opzeggingsvergoedingen in het algemeen aan te pakken. De patroons willen vooral de opzeggingsvergoedingen voor bedienden aanpakken omdat deze vergoeding soms een termijn van enkele jaren bedraagt. Natuurlijk zou ook kunnen gekozen worden voor het laten presteren van de opzeggingstermijn, maar dat is niet “flexibel” genoeg voor het patronaat. Daarom wil het patronaat de opzeggingstermijn voor bedienden terugdringen en eerder gelijkschakelen naar het niveau van werklieden. Daar wordt in weken gerekend en niet in maanden. Dat scheelt al snel een pak geld.
Agoria wil dus een aanval op de verworvenheden van bedienden voorstellen als een sociale maatregel om iets te doen aan de graaicultuur van de top. Daarin wordt ver gegaan. Paul Soete wil zelfs de bescherming van vakbondsafgevaardigden in vraag stellen.
In plaats van de opzeggingsvergoedingen en de bescherming van delegees ter discussie te stellen, zou Soete beter eens nadenken over de consequenties van zijn stelling dat het regeringsbeleid van de afgelopen jaren geen vooruitgang heeft geboden aan de laagste inkomens. Hij stelde in De Morgen: “Ik stel vast dat de belastinghervorming aan de lage en middeninkomens voorbij is gegaan.” In plaats van daar iets rond voor te stellen, wil Soete meer aanvallen op de arbeidscondities door onder meer te pleiten voor een soepeler regeling inzake overuren.
Er is met andere woorden niet bepaald iets sociaal aan de maatregelen die door Agoria worden voorgesteld.