Eind maart besliste de Duitse WASG om een fusie aan te gaan met de ex-stalinistische Linkspartei/PDS. De WASG was een uitloper van massaal arbeidersverzet tegen het neoliberale programma van de Duitse, sociaal-democratische SPD van Schröder. Ze weerspiegelde een breuk van een deel van het vakbondsapparaat, en sommige activisten van andere bewegingen, met deze gewezen arbeiderspartij. De SPD voerde hetzelfde afbraakbeleid als SP.a en PS bij ons.
Peter Delsing
De WASG kon je dus beschouwen als een nieuwe arbeiderspartij in wording. Vergelijkbaar met CAP in België. Dit was ook een initiatief dat direct voortkwam uit breed arbeidersverzet tegen het asociale beleid. In België vormde de beweging tegen het Generatiepact het breekijzer.
De belangrijkste les die we kunnen trekken uit de fusie van de WASG met de L.PDS is dat zogenaamde “linkse eenheid” altijd op een principiële politieke basis moet gebeuren. Anders kan heel de uitbouw van een nieuwe, brede arbeiderspartij worden ondermijnd.
De L.PDS noemt zich wel “links”, zoals SP.a en PS bij ons, maar voerde in Berlijn een beleid dat de armen armer maakte en de rijken rijker liet worden. 15.000 jobs in de openbare diensten gingen er verloren. Werklozen werden in de beruchte “1 euro-jobs” geduwd. De coalitie met de L.PDS vertegenwoordigde geen trendbreuk ten voordele van de meerderheid van de bevolking. Zo’n partijen die aan een neoliberaal beleid deelnemen, kunnen we moeilijk nog “links” noemen. Zeker aangezien de L.PDS niet meteen op een actieve arbeidersbasis kon rekenen.
De leiding van de WASG, waaronder ex-SPD boegbeeld Lafontaine, stuurde aan op de fusie onder het voorwendsel van een verkeerd begrepen “eenheid” en het vooruitzicht van meer parlementaire zitjes. Slechts 12% van de afgevaardigden op het WASG-congres stemde tegen de fusie. Hieronder de leden van onze Duitse zusterorganisatie en een meerderheid van de deelnemers uit Berlijn.
De WASG-leiding bestond van bij het begin voor een belangrijk deel uit vakbondsbureaucraten. Zij konden zich niet meer in de SPD vinden, maar richtten zich hoofdzakelijk op een parlementaire strategie. De WASG ontwikkelde daardoor niet als een echte strijdpartij, en verloor zelfs leden – ondanks het hoge publieke profiel. Het bureaucratische interne leven was daar ook niet vreemd aan.
SAV, onze zusterorganisatie, stond vooraan in de linkse oppositie tegen deze draai naar rechts van de WASG en komt versterkt uit de strijd. In het oosten van Duitsland, waar de L.PDS in meerdere neoliberale coalities zit, zullen we ons volledig los van de nieuwe formatie opstellen. In Berlijn wil de WASG wel bouwen aan een onafhankelijke, regionale tegenkracht. In het westen van het land, waar de nieuwe fusiepartij als enige linkse oppositie kan gezien worden, zullen onze leden zich aansluiten om een echt socialistisch programma te verdedigen.
Ook in België zal CAP allicht nog met discussies over “linkse eenheid” worden geconfronteerd. Marxisten zouden een zo breed mogelijke eenheid van linkse organisaties verdedigen, op voorwaarde dat de methodes democratisch zijn en dat deze “eenheid” geen obstakel is om brede, frisse lagen van arbeiders te betrekken. Op dit moment gaat het om het organiseren van een brede, massale arbeiderspartij.
Volgens ons zou radicaal-links dit proces moeten vooruithelpen. Radicaal-linkse organisaties die geen oriëntatie op de brede lagen van de arbeiders ontwikkelen, plaatsen zichzelf buiten dit proces en missen een mogelijk historische kans om hieraan mee te bouwen.