Griekenland. Massaal studentenverzet tegen privatiseringsplannen

De Griekse regering onder leiding van de rechtse partij ‘Nieuwe Democratie’ (ND) wil een privatiseringsmaatregel doorvoeren in het hoger onderwijs. Die plannen dateren reeds van de lente van 2006 en de regering dacht dat dit wel makkelijk zou lukken. Het “radicalisme” onder de studenten was schijnbaar sterk afgenomen en er waren de afgelopen 20 jaar quasi geen grote mobilisaties.

Andros Payiatsos, Xekinima, Athene

De regering maakte een inschattingsfout. Het privatiseringsbeleid leidde tot de grootste studentenbeweging sinds 1979-1982. Alle sectoren van het onderwijs kwamen in actie en de jongeren maakten zoiets nog nooit mee. Gedurende zowat 10 maanden werd de Griekse samenleving en de politiek gedomineerd door de discussie over het openbaar onderwijs.

De regering was er toe in staat om op 8 maart haar wetsvoorstel door het parlement te krijgen, maar de beweging ging verder eens de wet gestemd was.

Slechte positie voor regering

250 campussen worden bezet door de studenten en dit reeds gedurende twee maanden. Dit is de derde golf van bezettingen en massastrijd op tien maanden tijd. En het zijn niet alleen de studenten, de professoren weigeren een einde te maken aan hun staking van onbepaalde duur. Sinds het einde van januari worden geregeld 5-dagenstakingen gehouden door de professoren.

Het congres van universiteitsprofessoren in de eerste week van maart moet de heersende klasse tot wanhoop hebben gebracht toen het de controle over de vakbond aan de linkerzijde overdroeg en bijgevolg de leiding van de staking versterkte.

Kan het nog erger voor de regering? Natuurlijk, alles kan beter. De professoren hebben al gesteld dat ze de goedgekeurde wet niet zullen doorvoeren in de praktijk.

En dat is geen loze bedreiging. Als de professoren weigeren om mee te werken, kan de wet niet worden doorgevoerd. De wet voorziet dat de financiering van de universiteiten door private bedrijven (onder controle van de universiteiten) mogelijk wordt en tegelijk wordt een besparing op de openbare financiering voorzien. Hoe dat zal worden doorgevoerd is nog onduidelijk gezien de krachtsverhoudingen. De wet geeft de autoriteiten ook het recht om de politie in te roepen en tussen te komen op de campussen om bijvoorbeeld bezettingsacties te breken. Met deze extra repressieve mogelijkheden, wil de regering natuurlijk de algemene krachtsverhouding veranderen.

Politie-repressie

In haar pogingen om de onderwijsbeweging neer te slaan, grijpt de regering terug naar repressie. Het maakt daarbij handig gebruik van de acties van bepaalde ultralinkse anarchistische groepen die de politie “bestrijden” met molotovcocktails, stenen en stokken. De politie gebruikt dat als voorwendsel om hard op te treden tegen alle betogers.

Op donderdag 8 maart was er een betoging met 30.000 tot 35.000 studenten, de grootste betoging sinds het begin van de beweging. De regering zette traangas in tegen de betogers, 69 studenten moesten naar het ziekenhuis en er vielen 61 arrestaties.

De publieke opinie begon zich te keren tegen de betogers omdat die het centrum van Athene tot een slagveld omtoverden, omdat een aantal studenten zich keerde tegen het standbeeld van de “onbekende soldaat” of omdat een aantal studenten Griekse vlaggen verbrandden.

De sfeer keerde echter toen er video’s verschenen over het politiegeweld tegen de betogers. Die beelden van brutaal politiegeweld tegen vreedzame betogers werden door miljoenen kijkers gezien terwijl diegenen die door de massamedia verantwoordelijk werden gesteld, de anarchisten, nooit werden aangepakt. Zelfs in bepaalde regeringsgezinde media werd geopperd dat dit een inbreuk vormde op de democratische rechten om actie te voeren.

Het politiegeweld heeft de beweging niet afgeschrikt. Op studentenvergaderingen de week na de betoging van 8 maart stemden de studenten met een grote meerderheid voor een verderzetting van de bezettingen. De professoren stemden voor een nieuwe 5-dagenstaking deze week.

Artikel 16 van de Grondwet

De regering slaagde er in haar wetsvoorstel door het parlement te jagen, maar niet om artikel 16 van de grondwet te veranderen. Die nederlaag is belangrijker dan haar Pyrrusoverwinning met de onderwijswet.

Artikel 16 van de Grondwet verbiedt het bestaan van private universiteiten in Griekenland en garandeert openbaar onderwijs voor alle Grieken. Een verandering in de Grondwet moet de steun krijgen van twee opeenvolgende parlementen en daarbij minstens één keer met meer dan 60% (180 parlementsleden op 300).

De leiding van de sociaal-democratische PASOK-partij onder leiding van Papandreou, de zogenaamde “oppositie”, kreeg weinig steun toen het besloot om voor de grondwetswijziging te stemmen. De ND hoopte met de steun van PASOK makkelijk de grondwet te kunnen veranderen. Maar de enorme beweging van studenten en onderwijspersoneel zorgde ervoor dat Papandreou een bocht moest maken. Hierdoor toonde hij natuurlijk twee keer aan dat hij onbetrouwbaar is. Maar voor de protestbeweging was die bocht een overwinning, noch het huidig noch het volgende parlement kan een verandering van artikel 16 stemmen. De aanval op de grondwettelijke bescherming tegen een privatisering van het onderwijs werd met minstens 6 jaar uitgesteld en mogelijk zelfs langer.

Deze nederlaag kwam hard aan bij de regering, het was immers de tweede nederlaag op 10 maanden tijd. Eerder moest het een stemming over de onderwijswet uitstellen. Die stemming was aanvankelijk voorzien in de zomer. Na de bocht van Papandreou probeerde de regering te doen alsof het de controle niet volledig was verloren en werd de stemming over de onderwijswet uitgesteld. De nederlaag van ND is duidelijk en ernstig, wat leidt tot enige frustratie in de kringen van het establishment.

Beperkingen van de beweging

De sterkte van de onderwijsbeweging was echter van die aard dat een veel grotere overwinning mogelijk was geweest. Dit gebeurde niet door enkele beperkingen van de bewegingen, of om exacter te zijn door fouten van de leiding van de beweging.

De Griekse linkerzijde is erg verdeeld en niet in staat om rond basispunten samen te werken. Er is weinig coördinatie van bewegingen. Er was van bij het begin een gebrek aan een actieplan voor de beweging. Er bestaat formeel een nationaal coördinatiecomité, maar dat functioneerde amper en de stedelijke coördinatiecomités al evenmin. De twee belangrijkste krachten onder de studentenbeweging, de Communistische Partij en EAAK (een federatie van afsplitsingen van de CP) spreken niet met elkaar.

De belangrijkste krachten in de leiding van de studentenbeweging weten niet hoe ze zich naar de arbeiders moeten richten. Ze weten dat niet op lokaal vlak, noch op nationaal vlak. Ze besloten druk te zetten op de officiële vakbondsfederatie met een oproep om een algemene staking te organiseren.

In september werd een belangrijke fout gemaakt toen de leiding van de leraars in de lagere scholen opriep tot een staking in hun sector op een ogenblik dat de studenten nog in examens zaten. De staking was uitstekend en van groot belang. Het duurde zes weken, tot 1 oktober, en ook de leraars van de middelbare scholen besloten 13 opeenvolgende 24-urenstakingen te houden. 1.000 scholen werden bezet. Tegen de tijd dat de studenten de acties konden vervoegen, midden oktober, was de staking echter uitgeput en gingen de leraars terug aan het werk zonder overwinning. Jammer genoeg betekende dat een nederlaag.

De mogelijkheid van een verenigde strijd van alle sectoren van het onderwijs in januari-februari van dit jaar werd hierdoor ondermijnd.

De leiders van de studentenbeweging waren tenslotte ook te tolerant tegenover de acties van anarchistische groepjes (de CP gaat daarentegen te ver en stelt dat het om “provocateurs” gaat). Die groepjes die je natuurlijk nooit ziet op arbeidersbetogingen dagen in vol ornaat op tijdens jongerenbetogingen en gebruiken hun stenen, molotovcocktails,… waarbij ze zich ‘heldhaftig’ opstellen. Ze hebben echter niets gemeen met de beweging, zijn nooit op studentenvergaderingen en doen daar nooit voorstellen. Ze dagen enkel op bij betogingen om er de “staat” te “bestrijden”.

Deze anarchisten hebben een aantal politie-agenten zwaar toegetakeld, hebben Griekse vlaggen verbrand, deden een aanval op het standbeeld van de onbekende soldaat (wat gevoelig ligt in Griekenland) en gingen over tot vernielingen van auto’s, winkels,… De regeringspropaganda maakt natuurlijk volop gebruik van deze beelden en dat draagt er ongetwijfeld in belangrijke mate toe bij dat de steun voor de ND niet sneller afneemt, de partij ligt nog steeds op kop in de peilingen.

De linkerzijde moet afstand nemen van onverantwoorde en contra-productieve acties. Dat betekent echter niet dat we afstand nemen van jongeren die gewoon komen betogen en terugvechten tegen de politierepressie. Tegenover die jongeren moeten we uitleggen dat rellen de beweging niet dienen en enkel de tegenstanders versterken omdat het meer excuses geeft voor repressie.

Het is duidelijk dat de confrontaties tussen politie en anarchisten (waarbij het gerucht circuleert dat sommige gemaskerde betogers uit politiewagens kwamen…) de aandacht hebben afgeleid van de echte discussiepunten, de strijd voor het behoud van een degelijk openbaar onderwijs voor iedereen.

Als deze beweging een leiding had die een strijd kon coördineren en die banden kon aangaan met de rest van de samenleving, en met een bescherming van de beweging tegen contraproductieve elementen, dan was een volledige nederlaag voor de regering mogelijk geweest.

Overwinning kan nog

Xekinima, de Griekse afdeling van het CWI, denkt dat een overwinning nog mogelijk is. Ook al begint er een zekere uitputting van de beweging voor te komen, de afgelopen weken werden 80 bezettingen gestopt. In onze wekelijkse pamfletten (die telkens op donderdag verschijnen) en in onze deelname aan de verschillende studentenvergaderingen, brengen we ideeën naar voor om de strijd vooruit te helpen.

Op dit ogenblik hebben we volgende eisen naar voor gebracht:

  • Geen terugtrekking, verderzetting van de bezettingen, wekelijkse nationale mobilisaties, dagelijkse acties op regionaal vlak
  • De wet kan worden weggestemd, volg het voorbeeld van de Franse jongerenrevolte tegen de CPE vorig jaar of de beste strijdbare tradities van de Griekse studenten (die in 1979 de premier dwongen een wet terug in te trekken)
  • Voor een degelijke coördinatie van de beweging met een nationaal actieplan. Vertegenwoordigers voor regionale en nationale organen moeten democratisch worden verkozen op algemene vergaderingen.
  • Voor een draai naar de arbeiders. Campagne voor een algemene 24-urenstaking onder de basis op de werkvloer om de nieuwe leiding van de vakbondsfederatie te dwingen tot een algemene staking in steun voor de studenten en het onderwijspersoneel.
  • Verdedig de betogingen tegen politiegeweld met beter georganiseerde delegaties, verdedig de betoging ook tegen provocatieve contraproductieve acties van gemaskerde groepen
  • Verbind de komende studentenverkiezingen (in april/mei) met de huidige beweging, voor verenigde lijsten van de volledige linkerzijde (met een nationaal studentenblok) die aan de leiding van de strijd stond. Zo kunnen de ND-jongeren hun positie verliezen als grootste kracht onder de universiteitsstudenten.
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop