Your cart is currently empty!
Libanon. Sectaire confrontaties op basis van politieke verdeeldheid
Begin januari was er een oproep van de Libanese vakbondsfederatie CGTL voor acties en mogelijk een algemene staking tegen de ‘hervormings’-plannen van de regering. Die oproep werd echter naar de prullenmand verwezen. Hierdoor konden de oppositiepartijen het initiatief in handen nemen en oproepen voor een algemene staking die vorige week dinsdag plaatsvond. We spraken hierover met Aysha Zaki, een lid van onze organisatie in Beiroet.
Niall Mulholland
De staking van vorige week dinsdag werd snel overgenomen en leidde tot sectaire confrontaties tussen leden van de oppositie en aanhangers van de regering. Politiek verdeelde christelijke groepen bevochten elkaar, net zoals verdeelde moslimgroepen. De meerderheid van de sjiieten steunt Hezbollah en bijgevolg de oppositie. De meeste Soennieten steunen de regering.
Premier Fouad Siniora en de regeringskrachten kunnen rekenen op de steun van het Westen, terwijl Hezbollah en de Vrije Patriottische Beweging op straat komen nadat ze hun leden uit de regering terugtrokken en tegelijk eisten dat de regering zou aftreden. Vorige week werd nogmaals duidelijk dat er een enorm gevaar is dat het conflict verder ontwikkelt tot een burgeroorlog. Vorige donderdag waren er bijvoorbeeld ernstige confrontaties met een aantal dodelijke slachtoffers en heel wat gewonden.
We spraken hierover met CWI-lid Aysha Zaki in Beiroet.
“De bezetting door oppositiekrachten van het centrale plein van Beiroet duurt reeds meer dan 50 dagen, sinds december. Reeds twee maanden wordt actie gevoerd door Hezbollah en de Vrije Patriottische Beweging. Die eisen een nieuwe ‘eenheidsregering’.
“Op ieder ogenblik van de dag en de nacht zijn er minstens een duizendtal aanwezigen op het plein. Maar het aantal actievoerders gaat op en neer. In totaal waren er vorige week tussen 1 en 1,5 miljoen betogers, daarmee waren het de grootste protestacties in de Libanese geschiedenis.
“De vakbondsleiders brachten een aantal kritieken naar voor op de bijeenkomst in Parijs waar werd gediscussieerd over officiële hulp aan Libanon na de aanvallen van Israël vorige zomer tegen Hezbollah en de Libanese bevolking. De ‘internationale conferentie van donoren’ in Parijs beweerde dat het iets wou doen om Libanon te bevrijden van haar 41 miljard dollar overheidsschulden. Het economisch programma van de bijeenkomst in Parijs zal echter enkel leiden tot nog meer miserie voor de arbeiders in Libanon. De geplande belastingsverhogingen maken de arbeiders kwaad. Hun lonen volgden niet eens de evolutie van de inflatie sinds 1996. Zakenlui die hun middelen in het buitenland ophopen, steunen natuurlijk wel het privatiseringsbeleid en hopen een graantje te kunnen meepikken. De vakbondsleiders gebruiken een sterke klassenretoriek tegenover de voorgestelde maatregelen.
“De vakbonden in Libanon moeten wettelijk een vertegenwoordiging hebben van alle religieuze groepen. De meeste vakbondsleiders zijn historisch gezien pro-Syrisch gezind. Maar aan de basis zijn er tal van opvattingen. Massale mobilisaties zouden ertoe geleid hebben dat de vakbondsleiding een enorme kans had om het idee van arbeiderseenheid te versterken. Er is een massaal verzet tegen het besparingsbeleid, de armoede neemt immers toe. 60% van de bevolking leeft nu onder de officiële armoedegrens. De prijzen schoten de hoogte in. De situatie voor de arbeiders, los van hun religieuze achtergrond, is wanhopig. En er komt geen verbetering.
“De voorbije weken was er een enorme druk van onderuit waarop de vakbondsleiders acties moesten organiseren. Zo werd actie gevoerd aan het ministerie van onderwijs en werd gedreigd met een algemene staking als de regering geen toegevingen deed. De sfeer onder de arbeiders is erg gespannen. Arbeiders vertelden me dat het nodig is om de regering omver te werpen en om te staken.
“De oppositiepartijen, waaronder de christelijke leider Aoun die een alliantie vormt met Hezbollah, hebben op opportunistische wijze de vakbondseisen overgenomen en opgeroepen tot een algemene staking. Jammer genoeg zorgden de vakbondsleiders niet voor een duidelijk antwoord. Hierdoor konden de oppositiepartijen het idee van een algemene staking kapen.
“De straatblokkades en acties van vorige week zorgden ervoor dat heel het land plat lag. De regering-Siniora riep iedereen op om te gaan werken, de oppositiepartijen riepen op om te protesteren. En de vakbondsleiders zwegen.
“Vorige dinsdag ging ik naar de acties in Beiroet en ik zag om de paar honderd meter brandende auto’s en barricades. De mensen konden niet gaan werken, zelfs indien ze dat wilden. De jongeren op straat waren verbonden aan de belangrijkste oppositiepartijen zoals Hezbollah en de Vrije Patriottische Beweging. Het leek meer op een grootschalige manifestatie van burgerlijke ongehoorzaamheid.
“Ik sprak met de jongeren op de barricades en velen waren vooral woedend over de besparingsplannen van de regering. Naarmate de dag vorderde, waren er ernstige confrontaties op straat. Er waren confrontaties tussen christelijke jongeren die de oppositie steunen en regeringsgezinde krachten, tussen Sjiieten en Soennieten en naargelang politieke standpunten tussen verschillende religieuze groepen. De vakbonden bleven afwezig en gaven geen richting aan de acties. Uit vrees dat de confrontaties uit de hand zouden lopen, riep Aoun op om de staking te beëindigen. Hij stelde ook dat de regering blijkbaar aanstuurt op een burgeroorlog.
“De bevolking is bang en beseft het gevaar. Er wordt niet gevraagd of men veilig naar andere delen van Beiroet kan gaan. Heel wat mensen zijn voorzichtig en tonen niet makkelijk hun standpunten, bijvoorbeeld met vlaggen of symbolen.
“De situatie is enorm verslechterd en doet denken aan de periode voor de laatste burgeroorlog in Libanon in de jaren 1970. Maar de situatie is zeker niet exact hetzelfde. De meeste arbeiders zijn tegen een terugkeer naar een gewapend conflict en zijn bereid om zich daar tegen te verzetten. Het voorbije jaar waren er honderdduizenden betogers tegen de moorden, voor democratie en onafhankelijkheid, tegen corruptie, tegen de neoliberale besparingen,… Dit kan opnieuw sterker op de voorgrond komen, maar nu om de ontwikkeling van een burgeroorlog tegen te gaan.
“Zoals de gebeurtenissen van vorige week aantoonden, is de tijd om tot een alternatief te komen niet onbeperkt voor de arbeidersklasse van Libanon. De gebeurtenissen kunnen een sneeuwbaleffect hebben en leiden tot een grootschaliger conflict. De sectaire en religieuze tegenstellingen in Libanon staan onder druk van gebeurtenissen in de rest van de regio, voornamelijk Irak waar het land momenteel wordt opgedeeld langs sectaire, nationale en etnische lijnen.
“De mogelijkheid van massaal arbeidersprotest in Libanon wordt geregeld ondermijnd door sectaire leiders en rechtse politieke partijen, maar ook door conservatieve vakbondsleiders. De arbeiders hebben nood aan een eigen onafhankelijk georganiseerde arbeidersbeweging. Die moet democratisch georganiseerd zijn met verkozen comités. De huidige golf van neoliberale aanvallen zorgt ervoor dat er dagelijkse bijeenkomsten nodig zijn om te zien hoe de aanvallen kunnen worden tegengehouden. Enkel een machtige arbeidersbeweging kan de arbeiders van verschillende achtergronden verenigen en de cyclus van sectair geweld stoppen.
“We hebben nood aan een arbeiderspartij met een socialistisch programma tegen oorlog en armoede. We hebben geen illusies in de huidige leiders en we roepen de arbeiders op om zichzelf te organiseren doorheen democratische vakbonden. Dat is de verantwoordelijkheid van alle strijdbare arbeiders en van de linkerzijde.”