Your cart is currently empty!
Irakbeleid. Bush krijgt deksel op neus in Amerikaanse Senaat
De Amerikaanse president Bush vroeg in zijn jaarlijkse State of the Union steun voor zijn “nieuwe” Irak-beleid. Dat krijgt hij echter niet bij brede lagen van de Amerikaanse bevolking, en nu ook niet in de Senaat. In de commissie Buitenlandse Zaken was er een meerderheid tegen de plannen van Bush.
Bush stelde dat het nodig is om extra troepen naar Irak te sturen om de situatie onder controle te krijgen. In de recente parlementsverkiezingen kregen de Republikeinen van Bush een zware opdoffer te verduren. De meerderheid in beide kamers van het VS-parlement ging naar de Democratische oppositie. Niet dat die oppositie sterk verschilt van de Republikeinen, maar het wegstemmen van de partij van Bush was op zich een belangrijke ontwikkeling.
Bij de parlementsverkiezingen werd vooral tegen Bush en tegen diens oorlogsbeleid in Irak gestemd. Samen met de uitzichtloze situatie in Irak zelf, vormde dat de aanleiding voor een discussie over een “nieuwe” VS-strategie in Irak. Na lang aarzelen, bracht Bush de plannen in de openbaarheid. Hij stelde dat er meer troepen nodig zijn om controle te krijgen over Irak. De troepen nu terugtrekken, zou volgens Bush leiden tot een complete chaos. De vraag is natuurlijk in welke mate er nu al geen complete chaos is veroorzaakt door de VS-interventie in Irak.
Een “nieuwe” strategie die bestaat uit meer troepen, is natuurlijk niet bepaald een reflectie van de boodschap van de Amerikaanse kiezers. Ondanks het feit dat heel wat Democraten destijds de oorlog steunden, beseffen ze nu dat ze voorzichtig moeten zijn op dit thema. Dat verklaart waarom Bush geen meerderheid kreeg in de commissie Buitenlandse Zaken in de Senaat.
Met twaalf tegen negen stemmen werd een resolutie goedgekeurd waarin wordt gesteld dat de plannen van Bush “niet in het belang van de natie” zijn. Zelfs een republikeinse senator, Chuck Hagel uit Nebraska, stemde voor deze resolutie omdat hij twijfelt aan de efficiëntie van een dergelijke operatie. De uitslag van deze stemming is niet bindend, maar het heeft uiteraard wel een zeker effect.
Volgende week wordt in een plenaire sessie van de Senaat gediscussieerd over de plannen van de president en het is zeker niet uitgesloten dat er geen meerderheid zal zijn voor het Irak-beleid van Bush. Een aantal Republikeinen zijn nu reeds het verzet in de eigen fractie aan het organiseren. Ook de stemming in de Senaat is niet bindend, maar het bezorgt Bush toch een enorm politiek probleem.
Het is duidelijk dat Bush en het VS-imperialisme in Irak de situatie niet onder controle hebben. Dagelijks vallen er tientallen doden bij aanslagen en sectair geweld. Als de chaos van Irak nu nog eens gecombineerd wordt met een totaal politiek isolement van Bush in de VS zelf, dan zal er Bush weinig keuze resten dan een nieuwe aanpassing van het Irak-beleid.
Met het oog op de presidentsverkiezingen van 2008 in de VS zal Irak een belangrijk thema zijn. De belangrijkste Democratische kandidate, Hillary Clinton, staat echter niet voor een fundamenteel ander beleid dan Bush. Reeds voor de recente parlementsverkiezingen stelde Clinton dat er mogelijk meer troepen naar Irak moeten om er de situatie onder controle te krijgen. Dat is exact hetzelfde wat Bush nu voorstelt. Clinton probeert zich steeds meer als “anti-oorlog” te profileren, maar dat zijn telkens vijgen na pasen.
Om het verzet tegen de oorlog in Irak een echt politiek verlengstuk te bieden, kunnen de Amerikaanse arbeiders en hun gezinnen niet rekenen op de twee grote partijen. De Republikeinen en Democraten bieden geen oplossingen, er zal nood zijn aan een eigen arbeiderspartij.