De steun voor de ontslagen werknemers van Volkswagen Vorst kon uiteraard niet blijven duren. Toen de plannen van Volkswagen bekend werden gemaakt, vonden de broodschrijvers van de burgerlijke pers het uiteraard erg voor de mensen die er werkten. Nu duidelijker wordt dat Volkswagen bereid lijkt te zijn om de sociale vrede met een relatief flink bedrag af te kopen, hervallen de broodschrijvers in hun oude rol en nemen ze weer hun vaste taak op.
Column door Karel Mortier, eerder verschenen op links-socialisme.blogspot.com
Dat bedrijven als Volkswagen jaarlijks miljarden uitkeren aan hun aandeelhouders is de normaalste zaak van de wereld. Als Volkswagen, in veel mindere mate, een identieke operatie uitvoert voor de mensen die effectief de meerwaarde produceren (waar de aandeelhouders hun rendement aan te danken hebben) dan is het land te klein. Pas dan spreekt men er schande van.
Sommigen, zoals in wat in toenemende mate een pure anti-vakbondskrant is geworden – Het Nieuwsblad, gaan zelfs zover om te stellen dat het personeel van Volkswagen "de Lotto heeft gewonnen" met de afslanking van de vestiging in Vorst. "Blaming the victim" heet zoiets in sociologische termen.
Zouden ze dat ook durven schrijven als slachtoffers van een misdrijf een hoge schadevergoeding krijgen ter compensatie van hun geleden schade? Uiteraard niet. Als een crimineel een hoge schadevergoeding moet betalen aan een slachtoffer ter vergoeding van de geleden schade, dan is dit niet meer dan normaal.
Als een multinational als Volkswagen na het aanrichten van een sociaal bloedbad en onderhandelingen bereid is om 300 miljoen euro neer te tellen om hun personeel te vergoeden voor de geleden schade, dan is de tent te klein.
Wat denkt het personeel van Volkswagen wel? Als de hoge lonen van managers bekend worden gemaakt, dan hoort men de burgerlijke pers niet. Als de hoge ontslagvergoedingen van de patroons bekend worden gemaakt, hoort men de burgerlijke pers niet. "Dit is de markt, meneer" – en da’s meteen het einde van de discussie.
Dezelfde principes gelden echter niet voor iedereen. Maar goed, dit is uiteraard geen recent fenomeen. Tijdens de discussie rond het Generatiepact was reeds duidelijk aan welke kant de meeste redacties van de grote kranten stonden.
De enige manier om sympathie te krijgen van de burgerlijke media als werkende bij ontslag, of sociale onderhandelingen in het algemeen, is je handen in de lucht te gooien en jezelf neer te leggen bij de feiten, in de hoop dat het patronaat – in haar oneindige goedheid – nog een aalmoes over heeft voor het personeel.
Dat werkenden zelf het initiatief nemen en proberen om maximaal eruit te halen wat erin zit bij de onderhandelingen over ontslagvergoedingen, laat staan dat werkenden zich niet neerleggen bij de voorstellen van het patronaat, kan uiteraard niet op de goedkeuring van de media rekenen. Als "slachtoffers" zijn werkenden best nog sympathiek. Als mensen terugvechten tegen de broodheren van diezelfde media is dat uiteraard een ander verhaal.
Hetzelfde geldt voor ontwikkelingssamenwerking, en voor alle andere slachtoffers van het huidige economische systeem. Als de "negertjes in Afrika" staan te bedelen om een stuk brood, of als de kleine boeren in Latijns-Amerika hun waren verkopen in de Wereldwinkel, dan is dat uiteraard iets waar de pers geen graten in ziet. Soms is de burgerij dan zelfs bereid om er steun aan te geven, om haar oneindige goedheid te tonen.
Als dezelfde Afrikanen of kleine boeren zich organiseren om te vechten tegen uitbuiting en onrecht dan is dat uiteraard iets anders. Dan staan de belangen van de broodheren op het spel en verandert men het geweer van schouder. De Lumumba’s en Morales’en van deze wereld moeten op niet al te veel "good will" rekenen.
In die zin hebben de media een paternalistische houding, waarin werkenden en slachtoffers van het neoliberale systeem onmondige actoren zijn in het economische gebeuren. Ze moeten alleen maar werken en zwijgen, terwijl anderen beslissen over hun lot. Waarna de arbeiders maar in de pers moeten lezen wat er zal gebeuren.
Een groot deel van de frustraties waarmee we geconfronteerd worden op de fora van kranten als Het Laatste Nieuws, De Standaard en andere edito’s van de burgerlijke Pravda’s komt wellicht voort uit de ongemakkelijke vaststelling dat een strijdbare traditie blijkbaar loont. Dat een sterke aanwezigheid van vakbonden wel degelijk een verschil kan maken in de uitkomst van sociale onderhandelingen.
Van een overwinning kan men absoluut niet spreken maar het is ook geen absolute nederlaag geworden. Een van de meest toonaangevende pijlers van het kapitalistische systeem, een parel aan het Europees-industrieel firmament, gaat in op een aantal eisen van de vakbondsdelegaties van Volkswagen Vorst.
Ongehoord, schande, zijn er dan geen zekerheden meer in het leven? Waar gaan we naartoe als vakbonden eisen gaan stellen aan multinationals? En erger nog: als die multinationals blijkbaar de intentie hebben om in te gaan op de meeste van die eisen?
Stel je de reactie voor van kleine patroons als ze dit horen?! Dit moet voor een aantal mensen hetzelfde effect hebben als de komst van de komeet Haley in de Middeleeuwen. Een teken van naderend onheil. Men likt decennia de reet van zijn baas, om dan te moeten vaststellen dat mensen die voor een andere strategie hebben gekozen op het einde van de maand met een hoger bedrag naar huis gaan.
Je zou voor minder gefrustreerd reageren. Dat de mensen die niet zouden nemen wat ze konden nemen de eerste steen werpen.