Your cart is currently empty!
Links en rechts in Vlaanderen
Op woensdag 29 november vond in de Gentse Vooruit een debat plaats naar aanleiding van het boek "Links en rechts in Vlaanderen, op het kruispunt van de politiek“. In het voorwoord besprak Jos Geysels (voormalige kopman van Groen) zijn conclusie van het boek: “Links en rechts zijn herkenbare begrippen en drukken een partijpolitieke koers uit. In tegenstelling tot de buurlanden is de discussie omtrent links/ rechts bijna onbestaande in België.”
Sprekers op het debat waren Jef Sleeckx, Tobback Junior, Hugo Coveliers en nog 2 andere mediafiguren. De vraag of links en rechts nog bestaan, was volgens mij niet zozeer de centrale vraag. De vraag is eerder of er naast de neoliberale formaties een brede linkse partij kan ontwikkelen. De andere partijen kunnen niet bepaald links genoemd worden. Zelfs voormalig SP.a-kopstuk Luc Van Den Bossche (vader van…) erkende vorige week in Humo dat hij niet tot de linkerzijde kan gerekend worden.
Het debat in de Vooruit leek op sommige ogenblikken op een promotiestunt van de SP.a waarbij Tobback als technocraat toonde dat hij alle dossiers onder controle had. Hij probeerde Sleeckx voor te stellen als een misnoegd politicus. Tobback bleek de partijlijn goed te volgen: het Generatiepact was een communicatiefout terwijl de rechten en verworvenheden van de betogers niet werden aangetast. Wisten de betogers overigens wel wat er in het pact stond, vroeg Tobback zich af. Dat de aanvankelijke (en erg verregaande) discussienota “Actief ouder worden” van Freya Van Den Bossche kwam, werd wijselijk niet vermeld.
De discussie over de pensioenen en de sociale zekerheid was interessant. Hugo Coveliers was voorstander van een puur kapitalisatie-systeem waarbij de eerste pensioenpijler (het basispensioen) wordt afgebouwd. De tweede pijler houdt logischerwijs een veel groter risico in, in de praktijk betekent het een privatisering van een deel van het pensioen. Tevens blijkt uit een studie dat een groot deel van de Belgen hun pensioen overschat. De realiteit is dat 61% van de pensioenen lager is dan 1.000 euro en dat ruim 20 % van de gepensioneerden in armoede leeft.
Op een vraag uit het publiek over de actieve welvaartstaat stelde Tobback dat men sowieso langer zou moeten gaan werken en hij noemde dat zelfs sociaal omdat het voor het behoud van de sociale zekerheid zou zorgen. In de realiteit wordt die sociale zekerheid afgebouwd. Hoe komt het anders dat het armoedecijfer in Belgie steeg tot 15 %? En wat te doen met de stijgende werkloosheid onder jongeren? En de stijgende flexibilisering?
Alle traditionele partijen zijn voorstander van een harde aanpak van de werklozen, uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden. Terwijl in 1980 een werkloosheidsuitkering gemiddeld 45,7% van een gemiddeld loon bedroeg, was dit in 2005 nog 27%. In plaats van zowat de helft van een gemiddeld loon, krijgen werklozen dus nog een kwart van een gemiddeld loon.
Als men de sociale uitkeringen aanvalt, valt men ook de loonsvoorwaarden aan en vice versa. Dit is wat we nu in Duitsland zien met de zogenaamde 1 euro-jobs (uitkering vermeerderd met 1 euro loon per uur) waarbij de werklozen feitelijk een job krijgen aangeboden aan een werkloosheidsuitkering.
De traditionele politici hadden geen antwoord op dat soort feiten. Dat is niet verwonderlijk aangezien het een logisch gevolg is van het beleid waar ze voorstaan. Bijgevolg werd maar vervallen in abstracte discussies rond grote termen als “gelijkheid” en “vrijheid”. De gelijkheid of de vrijheid van de 15% armen in dit land, kwam echter amper aan bod. Gelukkig zat Jef Sleeckx nog in het debat.
Enkel de uitbouw van een andere politiek die de situatie onder ogen ziet en een echte oplossing aan te bieden heeft, kan een belangrijke verandering betekenen in het huidige politieke landschap dat gedomineerd wordt door diegenen die ontkennen verantwoordelijk te zijn voor de groei van het Vlaams Belang.