Your cart is currently empty!
Loononderhandelingen: patroons boeken recordwinsten, maar willen meer
Antwoord op een lezersbrief van het VBO
Op 6 oktober ontving onze redactie een e-mail van een voor ons ongebruikelijke correspondent. De informatiedienst van het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen) stuurde ons een lezersbrief met de vraag tot een rechtzetting. Er was volgens het VBO een “fout” geslopen in een artikel op onze website. Daarin hadden we het aangedurfd om de “inhaligheid” van het VBO en de topmanagers aan de kaak te stellen (door onder meer te wijzen op de loonsstijging van de directieleden van Bel-20 bedrijven). We wisten al dat de artikels op onze website een ruim lezerspubliek hebben, maar niet dat onze argumentatie ook gevolgd wordt door het patronaat.
Topmanagers: arme stakkers?
Het VBO schreef ons: “Beste redactie van de Linkse Socialistische Partij, onderstaand artikel hebben we met aandacht gelezen. Graag wijzen we erop dat de bewering dat de lonen van de directieleden van de BEL-20 bedrijven in 2005 met 12% zouden zijn gestegen (cfr. Trends) volledig achterhaald is.”
Waren het ineens “arme stakkers” geworden, nu de IPA-onderhandelingen met de vakbonden in het verschiet lagen? Daar leek het toch op: “De redacteur van Trends heeft enkele weken later in een rechtzetting erkend dat zijn berekeningen fout waren en dat de werkelijke stijging van de toplonen amper 2% bedroeg, minder dan de inflatie dus. Het lijkt ons dan ook aangewezen dat u uw lezers van deze rechtzetting op de hoogte zou brengen.”
Tot daar onze kortstondige correspondentie met de heersende klasse. Maar is het correct dat de topmanagers en een laag van superrijken, vanwege “de inflatie”, het beleg tussen hun boterhammen niet meer verdienen?
De reële wereld: patroons slokken grotere winsten op dan ooit
Vanaf november starten in ons land de loononderhandelingen tussen de vakbonden en het patronaat. De inzet is – dat weten ze bij het VBO ook – niet gering. Komt de onderhuidse woede van vele werkenden en vakbondsmilitanten weer boven, een jaar na de beweging tegen het Generatiepact, die ondemocratisch door de vakbondstop werd stilgelegd? Of slagen de patroons erin om de massa van de loontrekkenden opnieuw voor hun reusachtige winsten te laten opdraaien, ten koste van een dalende koopkracht en groeiende miserie? Dit laatste is de dominante trend van de laatste 10, en eigenlijk 25 jaar. Sinds het begin van de neoliberale politiek, gericht op besparingen en loonmatiging, vond er een immense overdracht van rijkdom van de werkende bevolking naar de rijken plaats. In 1981, het startpunt van dat beleid en een economisch crisisjaar, werd er 20 miljard Belgische frank winst gemaakt door de bedrijven. In 1987 was dat, in dezelfde prijzen (dus met de inflatie al afgetrokken), zo’n 8 keer meer: 167 miljard frank.
We maken een sprong, naar 10 jaar later: in 1997 zijn de winsten, met dank aan het neoliberale besparingsbeleid, toegenomen tot 1240 miljard frank. Tussen 1981 en 1997 waren de prijzen echter gestegen (inflatie) met ongeveer 60%. Om te vergelijken met 1981: die 1240 miljard frank zijn er 775 miljard in de oude prijzen. In 1997 kenden de winsten bijna een verviervoudiging, in vergelijking met 10 jaar eerder.
Om het argument door te trekken: bij het VBO zouden ze toch moeten weten dat tijdens dit decennium, ondanks de zwakkere groei, de patroons hun winsten niet meteen zagen ineenstorten? Tegen 2003 lagen de bedrijfswinsten op 37 miljard euro! Met de inflatie afgetrokken kom je dan op ongeveer 870 miljard oude frank uit (in prijzen van 1981). Samengevat: de patroons hebben hun winsten sinds het begin van het neoliberale beleid zien exploderen met – bij benadering – factor 8 tot 1987, met factor 38 tot 1997, en met factor 43 tot 2003.
Koopkracht daalt, winsten stijgen
Ook de laatste jaren boeren de bazen niet slecht. 97 ondernemingen die hun boekjaar eind 2005 afsloten, rapporteerden een gezamenlijke nettowinst van 18 miljard euro, een stijging van 31% tegenover 2004. In 2005 gingen de winsten van banken als Dexia en KBC er met respectievelijk 12% en 39% op vooruit.
Wie zijn of haar loonbriefje dezelfde ontwikkeling zag volgen, mag z’n vinger opsteken. Volgens studies daalde de koopkracht van arbeiders de afgelopen 10 jaar met gemiddeld 2,08%, van ambtenaren met 2,28% en van niet-werkenden met 2,61% à 3,25%. De uitholling van de index zorgt al jarenlang voor een ondermijning van onze koopkracht. Wellicht zijn deze percentages nog een onderschatting, aangezien het gewicht van de woon- en huurkosten in de huidige index niet volwaardig worden verrekend.
Topmanager: 1,5 miljoen euro per jaar. En u?
De CEO van een Bel-20 bedrijf steekt gemiddeld 1,5 miljoen euro per jaar op zak. En toch vindt Pieter Timmermans, VBO-topman, dat de “lonen van de werknemers” de afgelopen jaren “te sterk zijn gestegen”. Hij bedoelt eigenlijk: niet snel genoeg in reële koopkracht zijn gezakt.
We moeten een reële loonstijging eisen: de bazen en de grote aandeelhouders hebben hun deel van de koek de afgelopen decennia enorm vergroot. Hun winsthonger tegenover “de concurrentie” drijft de maatschappij in een absurde logica. Meer rijkdom aan de ene kant, meer armoede en dalende koopkracht aan de andere kant. We moeten ons verzetten tegen “enkel een indexering van de nettolonen” (Voka), wat de sociale zekerheid ondermijnt. De vakbondstop mag zich ook niet met een kluitje – enkel reële koopkrachtverhoging voor een kleine minderheid, van de minst betaalde arbeiders – in het riet laten sturen.
De strijdbaarheid was er vorig jaar, rond het Generatiepact. Laat ons – als er opnieuw een beweging ontwikkelt -nu de democratische kanalen creëren, binnen de vakbonden en in de bedrijven, om de vakbonden tot onze eigen instrumenten van strijd te maken. De creatie van een nieuwe arbeiderspartij, na de conferentie van 28 oktober, zou – door een actieve bundeling van strijdsyndicalisten – dit proces enorm kunnen versnellen.