Enorme armoede onder migranten

Uit cijfers van de Koning Boudewijnstichting blijkt dat de armoede onder migranten van Turkse en Marokkaanse afkomst in ons land erg hoog ligt. 58,9% van deze personen leeft in relatieve armoede (onder de Europese armoedegrens van 777 euro per maand). Zelfs onder Italiaanse Belgen ligt dat cijfer nog erg hoog: op 21,5%. Dit weerlegt de valse retoriek van onder meer extreem-rechts over de enorme cadeaus die migranten zouden krijgen.

In VB-kringen weerklinkt wel eens het idee dat migranten heel wat geld krijgen van de overheid. De zogenaamde “rijkdom” onder migranten is een fabel. De studie van de Koning Boudewijnstichting toont dit aan. 38,7% van de personen van Turkse afkomst en 25% van de mensen van Marokkaanse afkomst moet het doen met minder dan 500 euro per maand! Probeer daar maar eens mee rond te komen als je weet dat de huurprijzen de pan uitswingen…

Volgens het onderzoek komt het grote armoederisico onder meer door een lage scholingsgraad en discriminatie op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en bij huisvesting. Eerdere onderzoeken naar het onderwijs gaven aan dat het Belgische onderwijs armoedebevestigend is: de kloof tussen scholen met jongeren van rijke afkomst en die met jongeren van arme afkomst is erg groot in dit land. Het leidt tot een verdere bevestiging en instandhouding van armoede onder migranten.

Op vlak van armoedecijfers zijn verschillende becijferingen mogelijk. Het onderzoek hanteerde de grens van 60% van het mediaan equivalente inkomen. Dit betekent concreet dat een grens van 777 euro per maand is gebruikt. Dat is ongeveer hetzelfde bedrag dat eerder werd gebruikt om de algemene armoede in België na te gaan (toen werd een cijfer van 772 euro gebruikt). Uit die studie bleek dat 15% in armoede leeft in dit land.

Het onderzoek naar migranten heeft betrekking op 2004. Met de grens van 777 euro leefde toen 14,8% van de bevolking (die legaal in het land verblijft) in armoede. Dat blijkt uit cijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek. In 2005 was 8,3% van de bevolking van vreemde afkomst, daarvan kwam meer dan de helft uit de EU (55%). In de groep vreemdelingen vormen de Marokkanen en de Turken slechts respectievelijk 9,3% en 4,6% van het totaal aantal personen met een vreemde nationaliteit in dit land. Deze zijn echter geconcentreerd in de grote steden.

Toename van de armoede

In 2001 was er een algemeen armoedecijfer van 12,66% van de Belgische bevolking met uitschieters onder de bevolking van Turkse afkomst (58,94%) en die van Marokkaanse afkomst (55,56%). Bij de personen van Belgische afkomst was het armoedecijfer lager: 10,2%. Opvallend is het aantal personen dat in 2001 moest rondkomen met een maandelijks inkomen dat minder was dan 500 euro: onder de personen van Belgische afkomst was dit 4,1%, voor personen van Turkse afkomst is dat 38,7% en voor personen van Marokkaanse afkomst 29%.

Die grotere armoede komt door achterstelling in het onderwijs, maar ook op de arbeidsmarkt. De werkloosheidscijfers van Turken en Marokkanen zijn erg hoog: 36% van de mannen is werkloos en 47% van de vrouwen. Gemiddeld zijn 38% van de Turken en Marokkanen werkloos.

Een ander element dat leidt tot armoede is de stijging van de huurprijzen. Het armoederisico van een huurder is in België twee keer zo hoog als dat van wie eigenaar is van zijn/haar huis. Het aantal huurders ligt onder personen van vreemde afkomst hoger dan onder personen van Belgische afkomst. Zeker bij Marokkanen ligt dat percentage veel hoger (slechts 28,5% is eigenaar van het huis dat ze bewonen). Hierdoor zijn migranten meer afhankelijk van sociale woningen: 16,3% van de Marokkanen en 11,2% van de Turken zijn afhankelijk van de sociale woningmarkt.

Deze cijfers uit 2001 zouden eigenlijk reeds moeten worden geactualiseerd. Eerder was er reeds het cijfer vermeld dat in 2005 15% van de Belgische bevolking in armoede leefde (in vergelijking met 12,66% in 2001). Hoe de toename van armoede onder migranten geëvolueerd is, weten we niet. Maar gelet op de algemene toename van de armoede, kunnen we het ergste vermoeden.

De Paarse regering stelt zichzelf graag voor als een “sociale” regering. Daarmee verklaart ze echter niet waarom ook in de voorbije 5 jaar de armoede zo snel is blijven stijgen. Van 12,6% naar 15% is immers een vrij sterke stijging van de armoede.

Het rapport

Volledig rapport van de Koning Boudewijnstichting (pdf-file)

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop