Your cart is currently empty!
Hongarije. Liegen en bedriegen voor het goede doel
In Hongarije staat het land op stelten omdat een speech van de eerste minister uitlekte, waarin hij zei dat zijn beleid op leugens was gebaseerd. De sociaal-democratie in Hongarije, onder leiding van de multi-miljonair Ferenc Gyurcsany, was de eerste partij in Oost-Europa die erin slaagde om herverkozen te worden. Het is vandaag duidelijk geworden dat dit op basis van leugens gebeurde en daar zijn veel mensen niet gelukkig mee.
Karel Mortier, artikel eerder verschenen op links-socialisme.blogspot.com
Ironisch genoeg ziet men in de burgerlijke pers vooral “opportuniteiten”. Het begrotingstekort bedraagt in Hongarije ongeveer 10% van het BBP en het Europese establishment roept dan ook om harde besparingsmaatregelen, om de euro in Hongarije te kunnen invoeren.
Eurolanden mogen de grens van 3% begrotingstekort van het BBP niet overschrijden. Al hebben met name Duitsland, Italië, Portugal en Griekenland dat in het verleden al gedaan.
De burgerlijke commentatoren, onder meer in The Times gevolgd door De Standaard, stellen dat de schok die het uitlekken van de speech veroorzaakte misschien noodzakelijk is om de Hongaren de noodzaak van de saneringsplannen te doen inzien. Er loopt zelfs een gerucht dat de man doelbewust de speech lekte, als startschot van zijn saneringsplannen. Oproepen voor saneringsplannen en “noodzakelijke maatregelen” is toch o zo gemakkelijk, als je zelf de gevolgen er niet van moet dragen.
Het neoliberaal model is ook in Hongarije de weg, de waarheid en het leven. “Slikken of stikken” want een alternatief is er niet, heet het in de pers. Concreet wil dit zeggen dat de belastingen zullen verhogen, in eerste instantie uiteraard voor de bevolking en niet zozeer voor de multinationals en grote ondernemingen die als sprinkhanen van het ene land naar het andere land hoppen om alle velden kaal te vreten.
Net zoals sprinkhanen in toenemende mate immuun worden voor pesticiden slagen multinationals er ook in toenemende mate in om zich vol te eten zonder belastingen te betalen. Daarin worden ze geholpen door lokale politici. Er zouden inschrijvingsgelden komen voor de universiteiten, gezondheidszorg wordt duurder, etc. Wat nog rest van de openbare diensten moet verder worden geprivatiseerd.
Ironisch genoeg profileert de man die verkozen werd op basis van leugens en bedrog zich nu als de man – de staatsman – die de waarheid durft te zeggen over de toestand van het land en de noodzakelijke “hervormingen” om de problemen op te lossen.
Hierin wordt hij uiteraard gesteund door zijn liberale coalitiepartner en de Europese Unie. Ferenc Gyurcsany zou een ster geweest zijn aan het sociaal-democratische firmament, en dan meer specifiek bij dat deel van de sociaal-democratie dat “zegt wat het doet en doet wat het zegt”, al dan niet met enige vertraging.
Ik heb het duidelijk niet over de stroming van de sociaal-democratie waartoe bijvoorbeeld SP.a en PS behoren. Die laatste twee behoren tot wat politologen de “luister naar wat ik zeg, maar kijk vooral niet naar wat ik doe”-stroming gedoopt hebben. Als het in Hongarije niet meer lukt, valt er internationaal misschien nog een of ander mandaat te versieren als teken van waardering voor de moed van Gyurcsany om de “waarheid” te zeggen aan de bevolking, en de eer van de sociaal-democratie hoog te houden in dat deel van de wereld.
Meer dan een decennium na de val van het IJzeren Gordijn is het duidelijk dat nog niet alle politici in die regio de transformatie van een stalinistische planeconomie naar de burgerlijke democratie hebben verteerd. Liegen en bedriegen om herverkozen te geraken is een onderdeel van het kapitalistische politieke spel, en tot daar hebben ze het begrepen. Alleen moeten ze dat kunnen volhouden na de verkiezingen.
De waarheid vertellen aan de bevolking is iets voor de memoires, als de burgerlijke politicus op pensioen is. Dat onderdeeltje hebben ze blijkbaar nog niet goed onder de knie. Vandaar misschien dat de meeste regeringen het niet al te lang uithouden.
Het protest komt – als we de kranten moeten geloven – vooral van rechtse tot extreem-rechtse hoek. Misschien is dit een gevolg van het feit dat de partij van Gyurcsany door het leven gaat als “socialistisch” en de man zelf ooit een voornaam lid was van de stalinistische Communistische Partij, voor de val van het IJzeren Gordijn.
De rechtse partijen hebben echter geen antwoord, laat staan een alternatief voor de besparingsplannen van de huidige paarse regering in Hongarije. Het enige wat ze te bieden hebben, is de romantische illusie dat het vroeger – en dan bedoel ik heel veel vroeger – allemaal beter was.
We zullen zien hoe de toestand evolueert, maar als er geen duidelijk alternatief komt vanuit de arbeidersbeweging zal de beweging wellicht doodbloeden. Of zal er een andere zondebok gezocht en gevonden worden voor de economische malaise waarin het land verkeerd.