Hoe zou socialistisch onderwijs er uit zien?

We hebben gezien dat het onderwijs altijd een belangrijke rol heeft gespeeld in de klassenmaatschappij. Het onderwijs zorgde voor disciplinering, vorming en ideologische indoctrinatie van de arbeidskrachten. De ontwikkelingen binnen het onderwijs kunnen dus nooit losgekoppeld worden van de ontwikkelingen in de rest van de maatschappij.

Tim J

Dit is een element dat we steeds in het achterhoofd moeten houden als we gaan spreken over socialistisch onderwijs, óns alternatief op het huidige onderwijssysteem. Steeds moeten we er van uit gaan dat een discussie over welke prioriteiten in het onderwijs moeten worden gelegd, volledig gebonden is aan de vraag hoeveel middelen de maatschappij wil besteden aan onderwijs, en wat soort onderwijs de maatschappij nodig heeft. We kunnen het onderwijs niet hervormen zonder ons te organiseren, en te strijden tegen de neoliberale aanvallen tegen rechten en belangen van de arbeidersklasse.

Dit is trouwens ook het punt waarop grote vernieuwers in het onderwijs, zoals Célestin Freinet of Rudolf Steiner in de fout zijn gegaan: hun idee is dat het onderwijs kan hervormd worden zonder in de rest van de maatschappij te hervormen. Het resultaat is dat ondanks alle positieve elementen die in deze vormen van alternatief onderwijs zitten, de scholen “eilandjes” blijven binnen een vijandige kapitalistische wereld. Het resultaat is dat deze scholen slechts een kleine, geprivilegeerde laag van de bevolking bereiken (onder andere door de noodzaak van inschrijvingsgelden ed.), en dat de principes die in deze scholen worden beleden vaak mijlenver verwijderd zijn van de praktijk van het alledaagse leven en bijzonder idealistisch van grondslag zijn.

Voor ons liggen de prioriteiten die in het onderwijs moeten worden gelegd, compleet anders dan in de kapitalistische logica. Het accent zou moeten liggen op de ontwikkeling van kinderen en jongeren tot zelfstandig denkende, kritische individuen. De evolutie die vandaag bezig is in het onderwijs, gaat net de tegenovergestelde richting uit: het onderwijs wordt een marktproduct, en is enkel bedoeld voor de vorming van dat soort arbeidskrachten die het kapitalisme nodig heeft: onkritisch, en liefst niet in staat tot te veel zelfstandig nadenken. Liefst zou het kapitalisme het onderwijs van de meerderheid van de bevolking beperken tot het aanleren van beroepsvaardigheden. Dat is de richting die de discussie over “levenslang leren” ingaat: men wil het algemeen vormend hoger onderwijs beperken, en enkel nog maar die vaardigheden aan te leren die men nodig heeft om beter en efficiënter te presteren in het bedrijf.

Dit is een tendens die trouwens sprekend is voor de hele kapitalistische maatschappij. Universiteitsprofessoren schrijven hele bibliotheken met analyses over de vraag waarom miljoenen Amerikanen geloof hechten aan Bush wanneer hij spreekt over zijn “oorlog tegen het terrorisme”, of waarom mensen hier bij ons zich zo sterk laten beïnvloeden door “wat ze op TV zien”. Het antwoord is nochtans eerder simpel: de hele kapitalistische maatschappij, en zeker ook het onderwijs, stimuleert mensen om kritiekloos alles te aanvaarden zoals het wordt voorgesteld, er niet in protest tegen te gaan, en volgzaam te zijn. Eventueel kan er een elite worden opgeleid die binnen bepaalde marges kan bedenken wat ze wil, maar de meerderheid van de bevolking wordt verondersteld een job te zoeken, en liefst tegen gelijk welke arbeidscondities. Vandaag hebben veel mensen nu eenmaal nood aan een goede dosis cynisme en desinteresse om zich te wapenen tegen de steeds verslechterende leef- en woonomstandigheden die de meerderheid van de bevolking ten deel vallen.

Wij willen echter niet meegaan met deze evolutie, en onze eisen in verband met onderwijs zijn dan ook gericht op het algemeen toegankelijk maken van het onderwijs, dat een algemeen vormend kader moet bieden om mensen de mogelijkheid te geven hun eigen talenten en creativiteit te laten ontwikkelen, en uit te groeien tot zelfstandige, unieke en kritische individuen. Eenieder zou datgene moeten kunnen leren wat in zijn/haar eigen interesses ligt, en elk verscholen talent de kans te geven zich te ontwikkelen.

Onderwijs in de socialistische maatschappij

In een socialistische maatschappij zal het niet alleen mogelijk, maar ook noodzakelijk zijn dat ieder individu als kritisch denkend en handelend wezen opgroeit. In een socialistische maatschappij wordt op democratische wijze de rijkdom en de productie in de maatschappij beheerd. Iedereen moet dus in staat zijn de eigen mening duidelijk en coherent naar voren te brengen, om de democratie effectief te laten werken.

Concreet vinden we die aanpak ook terug in het onderwijs dat in de eerste jaren na de Oktoberrevolutie in de Sovjetunie werd gegeven. Tussen 1917 en 1924 ontwikkelde de Volkscommissaris voor Onderwijs en Cultuur Anatatoli Lunacharsky (afbeelding links) een onderwijssysteem dat gebaseerd was op de volledige ontplooiing van de jongere tot een mondig en creatief individu. Ten eerste werden alle hindernissen voor de vrije toegang tot het onderwijs afgeschaft: geen inschrijvingsgeld, geen kosten voor boeken of schoolreizen, geen ingangsexamens. Oubollige tradities, zoals bijvoorbeeld schooluniformen, werden afgeschaft.

De scheiding tussen de verschillende onderwijssystemen (bijvoorbeeld in België tussen hogescholen en universiteiten, of in het middelbaar tussen TSO, ASO, BSO) werd opgeheven, en er werd een eind gemaakt aan de kunstmatige scheiding tussen theorie en praktijk. Als de kinderen in de lagere school leerden over de jaargetijden, werd dit gekoppeld aan een bezoek aan de landarbeiders op het veld. In de lessen wiskunde en fysica werden bezoeken ingelast aan fabrieken en electriciteitscentrales, om de leerlingen ter plaatse te laten vaststellen hoe de geleerde theorieën in de praktijk werden toegepast. Kinderen leerden naast de klassiek leermethodes ook vaardigheden aan door buiten de school deel te nemen aan projecten en stages. In tegenstelling tot de leerstages vandaag lag de nadruk hier niet op het meedraaien in de productie van het bezochte bedrijf of organisatie, maar op het leren van vaardigheden, en het in de praktijk begrijpen van de theorie.

Universiteiten werden omgevormd tot volkshogescholen, waarin eenieder lessen kon volgen én geven. Daardoor werden de sovjetuniversiteiten verzamelplaatsen voor eenieder die een bepaalde vaardigheid wou aanleren, of les wilde volgen over een zaken interessant leken. Treinwagons werden omgebouwd tot tentoonstellingsruimte of theater, en reden het ganse land rond om de sovjetbevolking bekend te maken met de voortbrengselen van de ongelooflijk bloeiende, diverse en vooruitstrevende sovjetkunst, en om hen aan te moedigen zelf kunstzinnig bezig te zijn, of aan theater te doen. De regering stimuleerde de meest uiteenlopende plastische kunstvormen, niet enkel het sociaal-realisme, maar vooral ook verschillende nieuwe stijlen zoals het futurisme, kubisme, suprematisme, non-objectivisme, constructivisme en klassiekere vormen. Lunacharsky was een groot promotor van het theater, muziek en de film, hij wilde de hele sovjetbevolking laten acteren, omdat dit het zelfvertrouwen om zich uit te drukken, en de mondelinge vaardigheden zou stimuleren.

Later zou Stalin een aantal van de progressieve hervormingen in het sovjetonderwijs terugdraaien. Toch bleven veel verworvenheden ook onder het stalinisme behouden. Niet voor niets waren de sovjetwetenschappers vaak toonaangevend in de meest uiteenlopende disciplines: van menswetenschappen over psychologie, fysica, wiskunde,… Pas na de herinvoering van het kapitalisme vanaf 1989 zou een einde komen aan de enorme middelen die voorzien werden voor het onderwijs. Letterlijk tienduizenden scholen en universiteiten werden gesloten.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop