Verenigde Staten: een supermacht op lemen voeten

Vlak na de aanslagen van 11 september rees de ster van VS-president Bush tot ongekende hoogten: historische approval ratings (de tevredenheid over de president) verdreven het wantrouwen in een openlijke kandidaat van de bazen. Een golf van vaderlandsliefde, aangewakkerd door de burgerij, deed de kloof tussen de klassen vervagen.

Peter Delsing

Ondertussen zijn we 2 oorlogen – in Afghanistan en Irak – en een nog steeds slabakkende economie verder. De speech waarin Bush vroeg voor een verhoging van de uitgaven voor Irak en Afghanistan, met 87 miljard dollar, is de eerste sinds 11 september die de publieke opinie niet kon keren. Een meerderheid van de Amerikaanse bevolking heeft nu schrik dat het VS-leger in Irak "verstrikt zal geraken". Bush wordt geconfronteerd met een Vietnam-scenario, gecombineerd met het traagste economisch herstel sinds de Tweede Wereldoorlog en een historisch begrotingstekort.

Strategisch en militair: geen controle

Na 11 september dachten de neoconservatieven in het Witte Huis dat militaire overmacht volstond om de wereld naar hun voorkeuren te herscheppen. De oorlogen in Afghanistan en Irak toonden allebei de technologische en militaire ongenaakbaarheid van de VS. Ze toonden echter ook aan dat hoogtechnologisch vernuft niet volstaat om politieke stabiliteit te creëren. Afghanistan is enkel in Kaboel "gestabiliseerd", daarbuiten floreert de drugseconomie. Bovendien ging het hier om 2 erg onderdrukkende regimes, zonder een massabasis in de maatschappij: tegen een democratisch georganiseerde arbeidersbeweging zou Bush anders hebben gepiept. De wereldsituatie zou onmiddellijk in zijn nadeel kantelen.

In Irak heersen anarchie en onveiligheid. Bush en de neoconservatieven, die er al lang van dromen om de kaart van het Midden-Oosten te hertekenen, wilden van Irak een toonbeeld van "westerse democratie" maken. Dit moest de voedingsbodem voor het terrorisme wegnemen. Tegelijk werden ze gedreven door het streven naar Iraks olievoorraden. Controle hiervan zou de multinationals een nieuwe adempauze moeten verschaffen, door de energieprijzen te drukken. Beide doelstellingen eindigden in een nachtmerrie.

In de plaats van een "modeldemocratie" werd Irak een nieuw front voor het terrorisme. Kritische zenders als Al-Jazeera en Al-Arabiya kregen eind september het verbod opgelegd om gedurende 15 dagen lang officiële evenementen uit te zenden. Insteller van dit verbod: de door Bush aangeduide Iraakse regeringsraad. De olieproductie zit, mede door de onveiligheid, ver onder het niveau van in de tijd van Saddam.

Binnen Bush zijn Republikeinse Partij gaan er stemmen op om het aantal troepen in Irak te verhogen. Het Pentagon tast echter zijn grenzen af: van de 33 parate divisies van het Amerikaanse leger, zijn er momenteel 30 wereldwijd ingeschakeld. Nieuwe oorlogen voeren is voor Bush nauwelijks mogelijk, zolang Irak geen schijn van stabiliteit kent. Wat als Iran provoceert of het koningshuis in Saoedi-Arabië in elkaar stort? De oliereserves van Saoedi-Arabië – de grootste ter wereld – zouden wel eens de echte prijs voor Bush en zijn aasgieren kunnen zijn, maar daarvoor ontbreekt de militaire reikwijdte.

Ondertussen dreigt er demoralisatie onder de bezettende troepen. Een Britse soldaat formuleerde het zo: "We voelen ons geen helden meer. (…) We zijn fel in de minderheid. We zijn uitgeput. We zitten erin tot onze nek." E-mails naar familieleden klagen de onzekerheid en onveiligheid van de troepen aan. Het American Enterprise Institute, een rechtse denktank, stuurde opiniepeilers op pad in een aantal Iraakse steden. Die moesten een paar keer op de vlucht slaan. Maar ze kwamen toch niet met lege handen thuis: 31% van de Irakezen wil de Amerikaanse troepen weg binnen de 6 maanden, 65% binnen het jaar.

Niet verwonderlijk dat Bush haast maakt met de oprichting van een Iraaks leger: hij wil dit versnellen van 3 naar 1 jaar. Het aantal politie-agenten en grenswachters zou worden verdubbeld, naar 90.000. De VS zullen echter verplicht zijn om een aanzienlijke militaire aanwezigheid in Irak te behouden: in een bepaald stadium zal dit leiden tot furieuze conflicten binnen de heersende klasse in de VS.

Verkiezingen in Irak zou Bush voorzien voor augustus 2004: vlak voor de Republikeinse Conventie van september, waar hij een nieuwe gooi plant naar het presidentschap. Het comité van de Iraakse Regeringsraad dat half september een eerste verslag over de nieuwe Grondwet moest geven, heeft echter "meer tijd nodig". Benieuwd of de Iraakse massa’s, waarvan meer dan 60% werkloos is, Bush en het VS-imperialisme de tijd zullen gunnen om een onderdanig cliëntregime te vestigen.

Sociaal en economisch: het water aan de lippen

Eind jaren ’90 beweerde de burgerij dat nieuwe technologie, globalisering en de uitverkoop van openbare diensten ons eeuwige economische groei zou bezorgen.

Die zeepbel spatte, samen met de beurzen, in 2001 uiteen. Bush is er in recordtempo in geslaagd om een overschot op de begroting (het verschil tussen de uitgaven en de inkomsten van de regering) om te zetten in een historisch tekort, voor dit jaar geschat op 480 miljard dollar. 11 september was niet de oorzaak van de economische crisis: het was eerder de aanleiding om via massa’s geld – voor "heropbouw" en de "oorlog tegen het terrorisme" – de economie niet nog sneller kopje onder te laten gaan.

Het zogenaamde "herstel" sinds het officiële einde van de crisis in november 2001 gaat gepaard met voortdurend verlies aan jobs. In de 20 maanden "na de recessie" ging de werkgelegenheid in de VS er, volgens The Economist, met 1% op achteruit. Sinds Bush aan de macht kwam gingen er meer dan 3 miljoen jobs verloren.

Volgens het Economic Policy Institute zijn de reële lonen in de VS sinds eind 2001 met 1% gezakt. Enkel op het einde van de jaren ’90 was er een aantal jaren een reële stijging van de lonen, op basis van de zeepbeleconomie. Tussen ’72 en ’99 daalden de reële lonen in de VS echter met 14%! Dit was een gevolg van de neoliberale afbraakpolitiek.

De consumptie bleef de laatste 2 jaar dus vooral op peil door een verdere opbouw van de schulden. Voor de Amerikaanse gezinnen bedragen die nu gemiddeld 136% van het jaarinkomen. De lage prijs van het lenen – de rentepolitiek van de centrale bank – speelde hierin een cruciale rol, vooral voor de auto- en de huizenmarkt. De Amerikaanse economie zal echter niet op krediet kunnen blijven leven.

Bush gooit het geld door ramen en vensters in de hoop zijn geluk te kunnen rekken tot aan de verkiezingen van 2004. Maar zelfs in zijn historisch begrotingstekort zijn de toekomstige kosten van de ziekenzorg (Medicare) en de Sociale Zekerheid niet opgenomen.

De regering-Bush wil wat er nog overblijft van de beperkte welvaartstaat in de VS wegvegen en vervangen door liefdadigheid binnen de familie en door de kerk. Sociale programma’s zoals Medicaid, hulp voor de armen, worden verschoven naar de staten, wiens subsidies dan worden verlaagd.

De inkomsten van de staten zakten in 2002 met 6%, de eerste absolute daling sinds 1945. Schoolmaaltijden worden als gevolg hiervan geschrapt. Inschrijvingsgelden voor universiteiten gaan gemiddeld met 13% de hoogte in, voor het jaar 2003-2004. Tegelijkertijd worden beurzen schaarser en zijn studenten verplicht om 1, 2 of 3 jobs aan te nemen om hun studies te betalen. Sommigen moeten 20 jaar lang betalen voor de leningen die ze zijn aangegaan om te studeren! Door het selectiever toekennen van Medicaid door de staten sterven er letterlijk mensen.

En hoe zit het dan met die door Bush en andere conservatieve treurwilgen veelgeprezen "familiewaarden"? 70% van de gezinnen bestaat uit 2 werkende ouders of 1 alleenstaande, werkende ouder (in 1960 was dat 30%). De druk om de touwtjes aan elkaar te knopen laat amper ruimte voor een gezinsleven: Amerikaanse ouders zouden per week gemiddeld 22 uur minder met hun kinderen spenderen dan in 1969. Meer dan 1/3 van de werkende ouders heeft geen recht op vakantie of ziektedagen.

De enige hoop voor Bush is dat zijn belastingverlaging, die hoofdzakelijk de rijken ten goede komt, een stimulans geeft aan de economie. Maar die draait in de VS maar op 74% van haar capaciteit… Overproductie – door de uitbuiting van de arbeiders (het toeëigenen van meerwaarde), maar verergerd door technologische vernieuwing en de ondermijning van de markt door besparingen, daling van de reële lonen, etc. – wordt meer en meer een absolute rem op de ontwikkeling van de maatschappij.

Zelfs de "verrassende cijfers" van de economische groei tijdens het 2e kwartaal in de VS – 3,1%, gebruikt om van een keerpunt te spreken – zijn achteraf bekeken bedrog. Volgens Kurt Richebacher (Financial Times, 5/9/2003) rekent de Amerikaanse regering de investeringen in computers aan in prijzen van 1996 (voor computers van dezelfde sterkte), om de snelle verbeteringen in productiviteit in rekening te brengen. Zonder deze manier van werken zou de groei in de VS tijdens het 2e kwartaal maar 1,68% hebben bedragen! Helemaal niet genoeg om voor meer jobs te zorgen.

De VS bestaat, kortom, niet uit een eengemaakte, de vlag groetende massa. De tegenstelling tussen de gewone arbeiders en een potverterende elite van superrijken is schreeuwend. De rijkste 1% van de gezinnen controleert 38% van het nationale vermogen, de armste 80% heeft slechts 17% van de nationale rijkdom in handen. Het is die tegenstelling die het VS-imperialisme op z’n grondvesten zal doen daveren.

Politiek: weg uit het keurslijf van de big business-partijen

Bij velen groeit de afkeer van Bush en zijn roekeloze beleid. Om hem weg te krijgen zal ook bij een laag arbeiders en jongeren, tijdens de verkiezingen van 2004, de idee leven dat de Democraten "het minste kwaad" vormen.

We begrijpen waarom een aantal arbeiders in 2004 nog voor een Democratische presidentskandidaat zullen stemmen, maar denken niet dat het een stap vooruit is. Zowel de Democraten als de Republikeinen worden gesponsord door de grote bedrijven. Ook een Democratische president zal de diepe crisis van het kapitalisme ten nadele van de arbeiders en hun gezinnen beheren. Hij/zij zal hiertoe gedwongen worden door de broodheren van deze tweede partij van big business. De idee dat "elke Democraat beter is", is een onderschatting van de nood bij de Amerikaanse heersende klasse om haar winsten te herstellen, door de belastingen te verlagen en de sociale programma’s af te breken.

Bovendien stelt het verkozen krijgen van Democraten de noodzakelijke taak uit van het uitbouwen van een onafhankelijke, massale arbeiderspartij. De Democraten hebben noch de geschiedenis, noch het programma, noch de democratische structuren om het arbeidersverzet te kanaliseren.

Tot voor kort lag Howard Dean op kop in de peilingen voor de Democratische presidentskandidaten. Zijn aantrekkingskracht is gebaseerd op een agressief aanvallen van Bush op Irak en de economie. Hij stelt zichzelf voor op een populistische manier, als losstaand van het establishment in Washington.

Als gouverneur van Vermont voerde Dean echter besparingen door in de sociale voorzieningen: "Howard begon elke budgetcyclus met het snijden in programma’s voor de behoeftigen: zaken als rolstoelen en kunstbenen", aldus staatsauditeur Elizabeth Ready (Time Magazine, 11/8/2003). Dean is ook een grote fan van de "vrijhandel": de NAFTA en de WHO. Hij ondersteunt de doodstraf. Als hij verkozen wordt als Democratische kandidaat, zal hij wellicht snel naar rechts opschuiven, in de veronderstelling dat zijn steun ter linkerzijde veilig is.

Socialist Alternative ondersteunde bij de presidentsverkiezingen van 2000 de Groene kandidaat Ralph Nader. Ondanks de beperkingen in zijn programma, bracht hij arbeiders en activisten uit de antiglobaliseringsbeweging samen op rallies van 10 tot 15.000 mensen. Dit had het potentieel, ondanks het kleinburgerlijke karakter van de Green Party, om de basis te leggen voor een massale arbeiderspartij.

Jammer genoeg wist Nader dit potentieel niet te ontwikkelen. Hij organiseerde, bijvoorbeeld, geen campagne tegen het stelen van de verkiezingen door Bush in 2000 en bleef afwezig in de anti-oorlogsbewegingen achteraf.

We doen nu een oproep aan de vakbonden die in 2000 Nader ondersteunden om dit vandaag opnieuw te doen. Nader twijfelt echter over deelname. Hij zegt te willen kijken hoe Dean en andere "linkse" kandidaten het bij de Democraten doen. Dit zou, jammer genoeg, een nieuwe gemiste kans zijn om het keurslijf van de partijen van big business te doorbreken.


Meer info vind je ook op: www.socialistalternative.org

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop