Anibal Cavaco Silva, de kandidaat van de liberale PSD en een voormalige rechtse premier, won de Portugese presidentsverkiezingen van zondag. Hij beloofde om Portugal uit de economische problemen te halen en om een einde te maken aan de politieke instabiliteit waarbij we op vier jaar tijd 4 premiers de revue zagen passeren. De afgelopen 12 maanden waren er vier verschillende Ministers van Financiën.
Francisco Raposo, Alternativa Socialista, Lissabon
Voor het eerst sinds de Portugese Revolutie van 1974 won een rechtse kandidaat de presidentsverkiezingen. Anibal Cavaco Silva won 50,6% van de stemmen. Er was een opkomst van 60% op het totaal van 9 miljoen stemgerechtigden.
De sociaal-democratische regeringspartij Partido Socialista (PS) werd verslagen. Haar officiële kandidaat was Mário Soares, de voormalige premier en voormalige president van Portugal. Soares werd derde na de onofficiële PS-kandidaat Manuel Alegre die zo’n 20% haalde tegenover 14,3% voor Soares. De algemeen-secretaris van de Communistische Partij, Jerónimo de Sousa, haalde 8,6%. Het Linkse Blok haalde met haar kandidaat Francisco Louça 5,3%.
De winnaar, Cavaco Silva, is een vertegenwoordiger van het patronaat. Toen hij tussen 1985 en 1995 premier was, baseerde hij zich op een besparingsprogramma met heel wat aanvallen op de verworvenheden van de arbeiders. Hij heeft een eigen denktank, het “Nationaal Steuncomité”, met de voorzitters van de grootste banken en economische krachten in Portugal. In zijn campagneteam bij de presidentsverkiezingen waren er verschillende pro-kapitalistische politici die opkwamen voor meer ‘flexibiliteit’ bij ontslagen, meer besparingen op de sociale zekerheid, meer privatiseringen en vrijere arbeidswetgeving. Al die elementen worden momenteel al uitgevoerd door de sociaal-democratische regering onder leiding van de PS van José Sócrates. Maar het patronaat wil sneller gaan. In die zin is de verkiezing van Cavaco Silva een stap achteruit voor de arbeidersbeweging.
Verdeeldheid bij de PS
Het feit dat er twee PS-kandidaten waren, is een uitdrukking van de enorme crisis binnen de heersende sociaal-democraten. De onofficiële kandidaat haalde veel meer stemmen dan de officiële kandidaat en dat kan leiden tot een verdeeldheid binnen de partij. Nochtans won de partij in februari 2005 nog de parlementsverkiezingen met een absolute meerderheid van de stemmen.
De Communistische Partij heeft een sterke basis onder delen van de arbeidersklasse, vooral onder de werklieden. De partij slaagde erin haar stemmenaantal te behouden. De links-nationalistische aanpak van de CP die opkomt voor de “verdediging van de Portugese economie”, zal echter niet leiden tot een echt socialistisch en internationalistisch alternatief op het kapitalisme.
Het radicaal-linkse Linkse Blok verloor steun in vergelijking met de parlementsverkiezingen van vorig jaar, toen 8 parlementsleden werden verkozen. Ondanks een electorale campagne waarin heel wat arbeidersthema’s naar voor werden gebracht (zoals de verdediging van de sociale zekerheid en de strijd tegen werkloosheid), verloor het Linkse Blok steun onder de arbeiders. Het Linkse Blok staat vooral sterk onder de middengroepen. Zowel de CP als het Linkse Blok slaagden er niet in om van de verkiezingscampagne gebruik te maken om een duidelijk socialistisch alternatief naar voor te brengen tegenover de sociaal-democratische regering.
De sociale crisis in Portugal – met meer dan een half miljoen werklozen, arbeidersstrijd tegen de aanvallen van de regering op de openbare diensten, het patronaal verzet tegen collectieve onderhandelingen over de lonen – zal de klassenstrijd intenser maken. De Portugese economie gaat achteruit en zit ver achter op de rest van de Europese Unie. Dat zou de komende jaren niet veranderen. De achteruitgang komt door het kapitalistisch systeem, maar toch wil de PS-regering de arbeiders ervoor laten opdraaien. De regering voerde ‘arbeidshervormingen’ door waarbij de uitkeringen worden aangepakt en waarbij de pensioenleeftijd omhoog gaat. De nieuwe president, Cavaco Silva, die drie jaar president zal zijn, beloofde om de regering aan haar beloftes te “houden” op het vlak van haar neoliberaal beleid.
Het CWI in Portugal zal deelnemen aan de strijd voor een onafhankelijk socialistisch alternatief op basis van massale collectieve acties van de arbeiders en jongeren die opkomen voor hun sociale, economische, politieke en culturele rechten.