Venezuela: na de verkiezingen moet gewerkt worden aan de uitbouw van een socialistisch alternatief

Hugo Chavez behaalde een zevende verkiezingsoverwinning sinds hij president van Venezuela werd in 1998. Bij de verkiezingen voor het nationaal parlement behaalde zijn partij, de MVR, 68% van de stemmen waardoor de MVR 114 van de 167 parlementszetels binnenhaalde. Dit was een toename van 28 zetels waardoor de MVR een twee derde meerderheid heeft waarmee de grondwet kan worden gewijzigd.

Christine Thomas

De partijen die Chavez steunen behaalden samen zowat 100% van de zetels in het parlement. Enkele dagen voor de verkiezingen trokken de belangrijkste rechtse oppositiepartijen zich terug. Ze beweerden dat dit kwam omdat het verkiezingssysteem onbetrouwbaar was. In werkelijkheid was het een electorale staking om de verkiezingen en het regime te discrediteren.

De verkiezingscommissie CNE stemde in met 11 van de 12 voorstellen tot wijzigingen in het electoraal proces zoals voorgesteld door de oppositie. Zo werd ingegaan op hun eis om geen scanners te gebruiken bij de stemmachines. Waarnemers van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) verklaarden dat de verkiezingen volledig veilig en betrouwbaar zouden verlopen, maar toch weigerde de oppositie deel te nemen.

Het is duidelijk waarom ze weigerden deel te nemen. Volgens opiniepeilingen zouden ze zwaar verliezen bij de verkiezingen, net zoals ze in augustus verloren bij lokale verkiezingen en in oktober 2004 bij de verkiezingen voor de regionale gouverneurs. De boycot was een wanhopige poging tot destabilisatie, waarbij dit versterkt werd door de zwakte, verdeeldheid en demoralisatie bij de oppositie.

De oppositie heeft met steun van het VS-imperialisme reeds geprobeerd om het regime van Chavez omver te werpen met een militaire staatsgreep, economische sabotage en een referendum om Chavez af te zetten als president. Dit draaide telkens uit op een nederlaag voor de oppositie en dit omwille van de massale mobilisatie van de arbeiders en de armen.

De opkomst bij de verkiezingen lag slechts rond de 25%. In de rijkere buurten ging bijna niemand stemmen, terwijl er volgens de BBC een grote toeloop was in een aantal van de armste wijken. De bevolking daar ondervindt de voordelen van de verhoging van het budget voor gezondheidszorg, onderwijs, voedselhulp,… De middelen voor die sociale voorzieningen zijn vergroot op basis van de enorme olie-inkomsten in Venezuela.

Toch gingen heel wat aanhangers van Chavez niet stemmen omdat het duidelijk was dat er een overweldigende meerderheid zou zijn voor de aanhangers van Chavez. Maar ondanks de enorme steun voor Chavez en de electorale zwakte van de oppositie, blijft die oppositie een gevaar vormen voor het regime en voor de arbeiders en armen.

Campagne van sabotage

Na de weigering van deelname aan de verkiezingen, is de kans reëel dat meer extreme elementen van de oppositie zullen overgaan tot een campagne van sabotage met inbegrip van terroristische aanslagen en moorden.

Op de dag van de verkiezingen werd een pijpleiding in het westen van het land vernield na een explosie. Een aantal oppositieleden moeten voor de rechtbank verschijnen voor het organiseren van de moord op een Venezolaanse onderzoeksrechter. Er bleken CIA-agenten betrokken te zijn in het opmaken van de plannen voor de moord, alsook in de plannen voor een moord op Chavez.

Een ander deel van de oppositie is bezorgd dat vroegtijdige provocatieve acties een effect zouden hebben op de mobilisatie en de radicalisatie van de arbeiders en de armen waardoor ze een linksere koers zouden varen. Dat zien ze als een bedreiging voor hun economische belangen en winsten.

De patroonsfederatie Fedecamaras hield recent een conferentie met een discussie over de rol van het privé-kapitaal in "het socialisme van de 21ste eeuw", dat Chavez beweert te willen doorvoeren in Venezuela. De patroonsfederatie zoekt eerder naar een tijdelijke verstandhouding met het regime en wacht op gunstiger omstandigheden om opnieuw toe te slaan.

Een sterke daling van de olieprijs op internationaal vlak, of een daling van de vraag zou de Venezolaanse economie hard treffen. Zelfs met een olieprijs van meer dan 50 dollar per vat en een verhoging van de middelen voor sociale diensten, leeft zowat de helft van de Venezolanen in armoede.

Indien de eisen van de arbeiders voor jobs, huisvesting en degelijke diensten niet worden ingewilligd, zou dit kunnen leiden tot demoralisatie en de voorwaarden scheppen voor een succesvol omverwerpen van het regime. Om dat te vermijden moeten de arbeiders en armen nu reageren door te werken aan een gunstige situatie om de revolutie te vervolledigen.

Daarbij moet worden overgegaan tot de nationalisatie van de belangrijkste bedrijven, banken en financiële instellingen. De nationalisatie van de failliete of verlaten bedrijven volstaat niet. Door massale nationalisaties kunnen deze bedrijven uit de handen worden genomen van diegenen die het regime willen omverwerpen en hun economische controle terug willen verwerven.

Een socialistisch Venezuela met een geplande economie en democratische arbeiderscontrole en arbeidersbeheer, zou een inspiratiebron zijn voor arbeiders en armen die de neoliberale aanvallen bestrijden met massabewegingen en opstanden in heel Latijns-Amerika. Het zou een stap zijn in de richting van een echte economische samenwerking om te voldoen aan de behoeften van de bevolking in een socialistische federatie van het continent.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop