Your cart is currently empty!
Boekrecensie: ‘België – een geschiedenis van onderuit’
Vorig jaar verscheen dit boek onder redactie van Jan Dumolyn en Tjen Mampaey. Het is een verzameling van teksten die aan de hand van historisch verifieerbare documenten het leven probeert te schetsen van de ‘kleine man’ gedurende de loop van de geschiedenis. Op de achterflap van het boek staat: ‘Luister naar de stem van de stemlozen. Want zij maakten onze geschiedenis’.
Wie een introductie wil in de geschiedenis en levensomstandigheden van de brede massa’s in onze contreien – als tegenwicht tegen de geschiedenis van de machthebbers die we allen als officiële geschiedenis opgelepeld hebben gekregen – kan bij dit boek terecht. De auteurs zijn erkende deskundigen in hun vakgebied. Ze belichten in zeven hoofdstukken diverse aspecten van het dagelijkse leven in de loop van de ontwikkeling: de levensstandaard en arbeidsomstandigheden in zowel steden als op het platteland, de sociale en politieke strijd van de brede volkslagen, de ontwikkeling van de positie van de leerkracht, volkscultuur en geloof.
Het biedt de lezer hier en daar interessante stukken die een andere kijk op de geschiedenis toelaten, maar ieder onderwerp wordt slechts zeer kort behandeld, wat weinig ruimte voor verdieping en reëel begrip laat. Op het einde van het boek heb je dan ook het gevoel wel een reeks interessante weetjes te hebben opgedaan, maar zonder reëel begrip van de dynamiek van de geschiedenis, de ontwikkeling van de diverse klassen en hun klassenstrijd.
De opdeling in verschillende hoofdstukken, die elk voor hun eigen onderwerp de geschiedenis in duiken, biedt eerder de indruk van een verzameling van essays over diverse onderwerpen dan een voldragen ‘geschiedenis van onderuit’. Het dreigt soms wat schools te worden in plaats van meeslepend. Als de achterflap de lezer uitnodigt om “de greep naar de macht” van de dertiende-eeuwse Damse handwerkers “mee te beleven”, biedt het boek echter slechts een korte uitleg over die (en andere) opstandige bewegingen en kan het daardoor enkel echt nuttig zijn als aanleiding tot meer onderzoek en studie om dit te kaderen. Dat de “kleine man” onze geschiedenis “maakte”, komt minder duidelijk uit de verf dan de achterflap doet aannemen.
Dat wordt zeker duidelijk naarmate ieder stuk op zijn einde loopt in de huidige tijd. Als het de “kleine man” – vandaag in grote meerderheid de arbeidersklasse, die grote massa mensen die hun arbeidskracht moeten verkopen om te leven en die bij gebrek aan werk moeten terugvallen op sociale uitkeringen die door de werkende leden van hun klasse door harde en langdurige strijd zijn verworven, vandaag meer dan 80% van de bevolking in België – is die de geschiedenis maakt, dan maakt hij ook de toekomst. Maar waar de inleiding door Dumolyn eindigt met “Ze [de evoluties uit het verleden] kunnen op hun beurt interessant zijn voor al wie vandaag opkomt voor een rechtvaardiger maatschappij”, vinden we in het boek zelf weinig uitgesproken conclusies voor de strijd van de “kleine man” in de huidige samenleving.
Zo eindigt het stuk over “levensstandaard, voedingspatroon en materiële leefwereld” met de vaststelling van een hoge levensstandaard die ruimte biedt voor niet-levensnoodzakelijke consumptieproducten. En dus niet met de nieuwe opkomst van armoede – en daarmee gepaard gaande dakloosheid en honger – in de laatste dertig jaar, waarin neoliberalisme de ene na de andere geslaagde aanval op de meerderheid van de bevolking heeft gevoerd, wat in de laatste jaren werd versneld door de ontwikkeling van de zwaarste crisis van het kapitalisme sinds de jaren ’30.
Volgens het eerste Federaal Jaarboek Armoede, dat in januari 2021 werd voorgesteld, leeft net geen 15% van de bevolking onder de armoedegrens (op basis van cijfers van 2010, dus nog voor de monsterbesparingen van de regering Di Rupo). Vooral bij jongeren en ouderen is het armoederisico zeer hoog: bijna 20 procent van de 65-plussers is arm en hetzelfde geldt voor 18,5% van de jongeren tot 15 jaar. Voor kinderen tussen 0 en 2 loopt het cijfer zelfs op tot 22%. Het aantal mensen dat voedselhulp nodig heeft, neemt steeds verder toe.
Bovendien verbergen deze algemene nationale cijfers de schrijnende toestand in een flink aantal wijken in de grote steden. Zo ging in 2012 in Antwerpen een nieuw platform Overleg Allochtonen in Armoede van start. “Volgens de betrokken organisaties is de toestand hallucinant: ruim 20 procent van de Antwerpse bevolking zou onder de armoedegrens zitten, maar in sommige buurten met veel allochtonen, zoals in Borgerhout en Antwerpen Noord, zou dat zelfs tot meer dan vijftig procent oplopen.” (website Knack, 2 mei 2012). De situatie in Griekenland of Spanje, landen die tot nu veel harder door de crisis zijn getroffen dan België, moet als waarschuwing gelden: indien de Belgische arbeidersklasse het lot wil ontlopen van haar Griekse of Spaanse collega’s, moet de strijd tegen de “oplossingen” van de heersende klasse – de meer en meer totale afbraak van de levenskwaliteit van de grote massa’s – stevig worden opgevoerd. De geschiedenis leert ons dat enkel de materiële mogelijkheid om iedereen in comfort te laten leven niet volstaat om dat ook waar te maken, maar dat een eengemaakte en vastberaden strijd van de onderdrukte bevolking nodig is om te voorkomen dat de toegenomen rijkdom volledig in de zakken van de heersende klasse verdwijnt.
De zelfde opmerking kan worden gegeven over het stuk over het plattelandsleven. Er is wel een beschrijving van hoe moeilijk de voedselproducenten het hebben – de aangehouden protesten van bijvoorbeeld de Europese melkboeren herinneren er ons van tijd tot tijd aan dat velen van hen lange periodes zelfs onder de productieprijs moeten verkopen – maar zonder naar voor te brengen hoe enkel een strijd tegen het kapitalistische systeem hierin een fundamentele verandering kan brengen. Het stuk over de arbeidsomstandigheden eindigt dan wel met: “Er is nog werk aan de winkel om de verworvenheden te verdedigen en nieuwe verbeteringen te verkrijgen”, maar draagt niets bij aan de ontwikkeling van begrip over hoe de verworvenheden dan wel verdedigd en uitgebreid kunnen worden in een systeem dat de laatste 30 jaar enkel verworvenheden afbreekt i.p.v. ze op te bouwen. Met de laatste zin wordt minstens de indruk gewekt dat deze verworvenheden behouden kunnen worden binnen het kapitalisme, terwijl de realiteit aantoont dat een fundamentele verandering nodig is.
Het is kortom wel een interessant boek voor wie meer wil weten over de ontwikkeling van de levensomstandigheden van de grote meerderheid van mensen die niet behoren tot de heersende klasse, maar het schiet tekort in de analyse van hoe die ‘kleine man en vrouw’ geschiedenis maken en vooral in het trekken van lessen hoe zij ook de toekomst zullen maken. Het is een geschiedenisboek, niet een boek dat expliciet de lessen uit de geschiedenis trekt om de huidige militanten uit de arbeidersbeweging, de armoedeorganisaties en de brede sociale beweging een wapen in handen te geven in hun strijd voor een betere toekomst voor allen.
Meer info op de website van uitgeverij EPO
Eerdere RECENSIES op SOCIALISME.be
- De politiek van het Hacktivisme
- ‘De geëngageerde burger’ – Flauwe poging van liberalen om zichzelf heruit te vinden
- Toespraak voor de natie: de taal van de macht. Interview met David Murgia
- De mythe van de groene economie, een aanrader
- Film/Docu. cRISEs UP – Van protest tot verzet
- De doden worden nog geteld. Overlevenden van de onbekende oorlog in Sri Lanka
- Mexicaanse koffer met foto’s van de Spaanse burgeroorlog
- Geschiedenis. De Tweede Wereldoorlog om globale macht
- Winsthonger. “The Secret Financial Life of Food”
- Magnum Revolution: 65 years of fighting for freedom
- Het Midden-Oosten. The times they are a-changin’
- Zero Dark Thirty. Propagandafilm over de jacht op Bin Laden
- Recensie. Leven rondom Tahrir
- Macht, beeld en vrijheid in het Midden-Oosten en Noord-Afrika
- Film. ‘No’, een oefening in het herschrijven van de geschiedenis