De beperkingen van het besparingsbeleid

De afgelopen weken verklaarde de Europese Commissievoorzitter Barroso meermaals dat het besparingsbeleid haar “grenzen” heeft bereikt. In Ierland verklaarde de minister van sociale bescherming, Joan Burton, eveneens dat “de grenzen van de besparingen bereikt zijn”. Wat betekent deze retoriek over de grenzen van het besparingsbeleid en zal het tot een ander beleid leiden?

Artikel door Paul Murphy, Europarlementslid voor de Socialist Party (Ierland)

De achtergrond voor deze retoriek wordt gevormd door de dieper wordende crisis in de wereldeconomie net als in de Europese en de Ierse economie. Het IMF heeft de verwachtingen voor de groei van de wereldeconomie voor 2013 naar beneden moeten halen van 3,5% naar 3,3%. In de Eurozone waren er nu vijf opeenvolgende kwartalen van economische krimp en het BBP zou in 2013 met 0,3% afnemen. De Ierse economie is eind 2012 opnieuw in recessie geraakt. Het is dus duidelijk dat het besparingsbeleid niet ‘werkt’ vanuit het standpunt van de economie in het algemeen.

Op hetzelfde ogenblik werd een van de academische argumenten van de voorstanders van besparingen onderuit gehaald. Het ging om een rapport van Carmen Reinhart en Kenneth Rogoff dat zou aantonen dat de groei van een land waar de schuldengraad oploopt tot meer dan 90% van het BBP sterk zou afnemen. Dit werd gebruikt als rechtvaardiging voor harde besparingen om een dergelijk schuldenniveau te vermijden. Maar nu blijken er ernstige fouten gemaakt te zijn in dat rapport, onder meer door erg selectieve gegevens te gebruiken maar ook een eenvoudige berekeningsfout in Excel waardoor het resultaat er erg anders uitziet.

Voor de kapitalistische klasse is het natuurlijk niet van fundamenteel belang om te weten of het besparingsbeleid academisch gezien ‘juist’ of ‘fout’ is, zolang de belangen van de kapitalistische klasse maar worden gediend. Maar de controverse rond dit rapport heeft er wel toe geleid dat de kapitalistische economen die zich tegen het besparingsbeleid verzetten in het offensief gaan. Er is een heus debat onder economen, een uitdrukking van de politieke problemen als gevolg van een besparingsbeleid zonder einde en van de verschillende belangen van verschillende delen van de kapitalistische klasse.

Het besparingsbeleid heeft niet gewerkt voor de economie als geheel, maar voor delen van de kapitalisten heeft het bijzonder goed gewerkt. Het financiekapitaal – de bankiers, grote aandeelhouders en speculanten – hebben wonderwel van de crisis kunnen profiteren. Zo zullen ze dit jaar 26 miljard euro van de Ierse belastingbetalers kunnen opstrijken. Exportgerichte bedrijven hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om de arbeidskosten te drukken. Maar die bedrijven die afhankelijk zijn van de binnenlandse vraag werden hard getroffen. Bovendien wordt het internationale kapitaal bedreigd door gelijktijdige besparingen doorheen Europa waardoor de exportmarkten ook bedreigd worden.

De verschillende belangen binnen de kapitalistische elite verklaren deels het debat. Die vertegenwoordigers van het kapitaal die zoals Angela Merkel dicht bij de banken staan, zijn consistent voor meer besparingen. Maar het IMF, dat de belangen van het Amerikaanse en het wereldkapitalisme in het algemeen verdedigt, neemt een zachtere positie in.

De nieuwe retoriek is ook een uitdrukking van de politieke problemen voor de kapitalistische klasse na vijf jaar van harde besparingen. Dat beleid heeft de steun voor de gevestigde partijen doorheen Europa onderuit gehaald. In Ierland werden Fianna Fail en de Groenen van de kaart geveegd en gebeurt nu hetzelfde met Labour dat de verkiezingen won. Ook de positie van de vakbondsleiding raakt ondermijnd. Deze ondermijning van traditionele partijen blijkt heel sterk uit het voorbeeld van de sociaaldemocratische PASOK in Griekenland dat voorheen steevast meer dan 40% van de stemmen haalde, maar nu geen 10% meer haalt. De Italiaanse verkiezingen en de farce die erop volgde, toont het gevaar van politieke onstabiliteit voor het establishment.

Wellicht zal de nieuwe retoriek onder toplui en economen weinig concrete gevolgen hebben voor de werkende bevolking. De Europese Commissie en de trojka blijven aandringen op besparingen doorheen Europa en ze zullen dat blijven doen. Ze moeten de realiteit van de diepe crisis erkennen en dat zal misschien hier en daar leiden tot beperkte toegevingen. Maar het recent gepubliceerde ‘Stability Programme Update’ voor Ierland belooft alvast minstens twee extra jaren van harde besparingen.

Het document maakt ook duidelijk hoe de plundering van de gewone bevolking de belangen van de grote aandeelhouders dient. De schattingen geven aan dat er na ongeveer 3,1 miljard euro besparingen tegen volgend jaar een primair overschot zal zijn van ongeveer 1 miljard euro (wat betekent dat dus 1 miljard meer aan belastingen wordt ontvangen dan aan openbare diensten wordt uitgegeven). Als er alsnog een tekort van 7,5 miljard euro zal zijn, komt dit louter en alleen door het feit dat de overheid 8,5 miljard euro moet betalen voor de nationale schulden.

Socialisten en activisten moeten van het debat onder economen gebruik maken om aan te tonen dat het besparingsbeleid enkel voor een deel van de rijken werkt en dat het in feite een grote transfer van middelen en rijkdom is van de werkende bevolking doorheen Europa naar de superrijken. De niet-betaling van de overheidsschulden is dan ook een belangrijke eis als onderdeel van een socialistisch alternatief op de besparingen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop