Your cart is currently empty!
Pakistaanse verkiezingen zullen geen verandering brengen
Voor het eerst in de geschiedenis van Pakistan heeft een democratisch verkozen regering een volledige termijn uitgedaan. De regering onder leiding van de Pakistani People’s Party (PPP) was nochtans niet bepaald populair. De positie van de werkende bevolking, maar ook van grote delen van de middenklasse en zelfs delen van de kapitalisten ging er niet bepaald op vooruit. Maar van de oppositiepartijen valt evenmin verandering te verwachten.
De regering slaagde er niet in om de enorme tekorten aan te pakken. Integendeel, de armoede nam toe en de prijzen blijven maar stijgen, religieus geweld en fundamentalisme winnen terrein. De economie staat op instorten, de sociale crisis werd intenser met toenemende werkloosheid en honger. Het leven van de gewone bevolking is de afgelopen vijf jaar een hel geweest. Er wordt amper geïnvesteerd in gezondheidszorg of onderwijs, er gaat amper 0,8% van het BBP naar gezondheidszorg en 1,8% naar onderwijs. Landen als India, Sri Lanka, Bangladesh of Congo geven meer uit aan onderwijs. Volgens een verslag van de VN leeft 49% van de bevolking onder de armoedegrens.
Terwijl de gewone bevolking er steeds verder op achteruit gaat, hebben de PPP-leiders en hun kliek zichzelf verrijkt. De plundering van overheidsmiddelen heeft nooit geziene niveaus bereikt. Het ene corruptieschandaal volgt na het andere.
Voor het eerst werden de kiescommissies niet louter door de zittende machthebbers aangesteld, maar samengesteld door zowel de heersende partijen als de oppositie. Er wordt geprobeerd om de autoriteit van de verkiezingen op te krikken. De nationale kiescommissie wordt geleid door een voormalige toprechter die in het verleden inging tegen de militaire dictatuur van Zia-ul-Haq. De voorlopige regering van lopende zaken in de provincie Punjab wordt geleid door een bekende journalist (en voormalige marxist) Najam Sethi. De verkiezingswetten worden strikt opgelegd en er werd een digitale kieslijst aangelegd toen bleek dat er zowat 20 miljoen valse of dubbele registraties waren. De vroegere kieslijsten waren een belangrijke bron van verkiezingsfraude.
Er is een enorm politiek vacuüm in het land, dat verklaart waarom de PPP het zo lang kon volhouden. De staat en de heersende klasse zit in zo’n diepe crisis dat er bijna geen enkele band meer is tussen de heersende klasse en de massa’s. Dat versterkt het vacuüm en chaos bij het opvullen ervan. Hierdoor kunnen krachten zoals die van Imran Khan aan de ene kant en religieuze extremisten aan de andere kant terrein winnen. Terroristen en andere reactionairen maken van het vacuüm gebruik om de chaos nog te versterken. Ze worden zelf sterker door de chaos en dreigen het land mee te slepen in een vicieuze neergaande cirkel.
Verschillende rechtse krachten proberen het vacuüm te vullen door populistische eisen en slogans naar voor te schuiven. Dat is onder meer het geval met voormalig premier Nawaz Sharif die volgens analisten de verkiezingen kan winnen. Maar ook Imran Khan, een voormalige cricketspeler die een anticorruptiecampagne voert, zit in de lift. De brede steun voor populisten – ook al beperkt het enthousiasme zich – is een gevolg van de afwezigheid van een sterke linkerzijde en arbeidersbeweging. De arbeidersbeweging heeft gebrek aan een politieke en ideologische duidelijkheid, organisatorische kracht en revolutionaire leiding. Er is geen massale arbeiderspartij met een duidelijk socialistisch programma en een strategie waarmee het tegen de corrupte elite ingaat.
De defensieve positie van de arbeidersbeweging bleek onder meer op 1 mei. De centrale bijeenkomst van de gevestigde vakbonden in Lahore trok slechts een duizendtal aanwezigen en ook in andere steden was de opkomst beperkt. Voor het eerst sinds lang hield de Pakistani People’s Party (PPP) geen activiteit in Lahore op 1 mei. Er waren wel betogingen en activiteiten op 1 mei, maar die waren vooral het werk van de radicale linkerzijde en strijdbare syndicalisten. Een van de grootste betogingen was deze van onze kameraden in Mirpur Khas in de provincie Sindh.
Een element dat een rol speelt in de beperkte kiescampagne is de angstfactor. Er werd gewaarschuwd dat de Taliban en andere militante groeperingen aanslagen zullen plegen. Onder meer in Karachi werd effectief ook al een kandidaat vermoord door fundamentalistische krachten.
Het is vooral in delen van de noordwestelijke grensprovincie Khyber Pakhtoonkhwa (KPK) en de stammengebieden, Karachi en Quetta (in de provincie Balochistan) dat er geweld is. De taliban richt zich daarbij vooral tegen de Pashtoense nationalisten van de Awami National Party (ANP). De provinciale voorzitter van ANP in Sindh moest toegeven dat de partij onder druk van de Taliban in Karachi al 30 lokale kantoren heeft moeten sluiten. De afgelopen vijf jaar zijn meer dan 300 militanten van de ANP vermoord in KPK. Voor de PPP is het niet gemakkelijker in KPK. Het is de eerste campagne van de partij zonder charismatische leiders als Zulfikar Ali Bhutto of diens dochter Benazir Bhutto. Topfiguren van de partij, zoals Asif Zardari en Bilawal Bhutto Zardara, nemen niet fysiek deel aan de campagne maar zitten in het buitenland omwille van veiligheidsredenen.
In delen van Balochistan is het evenmin veilig en kunnen kandidaten er amper een campagne organiseren. Als een aantal topleiders worden vermoord, kan de hele politieke situatie in enkele districten kantelen. De onzekerheid en de chaos nemen toe en zullen een impact hebben op het resultaat. Bij een lage opkomst zullen de grote partijen en hun sterke kandidaten het goed doen, bij een hogere opkomst zullen relatief nieuwe kandidaten beter scoren. Imran Khan hoopt alvast op een hoge opkomst.
De sfeer is vandaag erg verschillend van die in 2008 toen er een sterke anti-Musharraf stemming heerste. De PPP, PML-N (van Nawaz Sharif) en andere anti-Musharaf partijen haalden het toen uit afkeer van de voormalige militaire dictator Musharraf. Zijn partij, de PML-Q, kende verschillende splitsingen en een groot deel eindigde in een coalitie met de regerende PPP. Musharraf probeerde bij deze verkiezingen terug te keren en richtte de All Pakistan Muslim League (APML) op. Maar hij werd door de rechtbank de toegang tot de verkiezingen levenslang ontzegd en ook zijn andere kandidaten werden geweigerd. Hierop besloot Musharraf om de verkiezingen te boycotten. Het ontbreekt de voormalige dictator aan brede steun onder de bevolking om echt tegen het verbod om op te komen in te gaan. Hij wordt gerechtelijk vervolgd en wat iedereen al wist, werd ook publiek bekend gemaakt: Musharraf sloot geheime akkoorden met de VS om het gebruik van onbemande bommenwerpers (drones) goed te keuren.
De hoop die in 2008 in de PPP werd gesteld, is vandaag verdwenen. De situatie is er niet beter op geworden en hierdoor is het enthousiasme voor de verkiezingen beperkt. Mogelijk zullen velen niet gaan stemmen of het zonder veel hoop of enthousiasme doen. Bij de verkiezingen vanaf 1988 kwam gemiddeld 55% tot 60% niet opdagen. Een groot deel van de bevolking vestigt dus geen hoop in verkiezingen om tot verandering te komen. De ontgoocheling in vier jaar PPP-bewind zal leiden tot een beter resultaat voor de PML-N en de PTI van Imran Khan.
Alle grote partijen verdedigen verschillende onderdelen van de heersende klasse. Ze verdedigen het rotte kapitalistische en feodale systeem, maar op verschillende manieren. Het grootste probleem daar tegenover is het beperkte niveau van politiek bewustzijn en de lage graad van arbeidersstrijd. Het bewustzijn is tegenstrijdig met enerzijds een wil om het huidige systeem weg te krijgen, maar anderzijds een gebrek aan alternatief. Het ongenoegen is nog niet tot een klassenbewustzijn omgevormd. De linkerzijde en de arbeidersbeweging hebben de historische taak om dat klassenbewustzijn mee vorm te geven en te concretiseren doorheen strijd voor het broodnodige socialistische alternatief op de neerwaartse spiraal van geweld, sociale miserie en sectarisme waarmee het huidige systeem de bevolking neerdrukt.