Sterk gepolitiseerd Wereld Sociaal Forum in Tunis

Verslag door Jeroen Demuynck, medewerker van Paul Murphy in het Europees Parlement

Het Wereld Sociaal Forum (WSF) van 26 tot 30 maart in Tunis werd een onverwacht succes. Er kwamen 70.000 activisten uit de hele wereld samen. Het WSF in Tunesië laten doorgaan, was een meer dan terechte keuze. Het revolutionaire proces in het land heeft tot een sterke politisering geleid.

Er waren veel Tunesische activisten, wat het niveau van de politieke discussies bepaalde. Het revolutionaire proces is nog volop bezig. Het aan de macht komen van de conservatieve islamistische partij Ennaha heeft niet geleid tot oplossingen voor de prangende problemen die aan de basis van de revolutionaire volksopstand lagen. Met het CWI, de internationale organisatie waar LSP deel van uitmaakt, waren we aanwezig met leden uit zes verschillende landen. Er was een grote belangstelling voor onze revolutionaire socialistische standpunten.

De organisatoren van het WSF twijfelden lang over de haalbaarheid van het Forum. De vorige fora, sinds Porto Alegre in Brazilië, kenden een beperkte opkomst. Deze vrees werd deels bevestigd door de beperkte deelname uit Azië en Latijns Amerika. Anderzijds was er veel ongerustheid over de politieke instabiliteit in Tunesië sinds de politieke moord op Chokri Belaïd, een bekende linkse politicus (zie dit artikel).

Dat er toch een grote opkomst was, met sterke delegaties uit Noord-Afrika, is een indicatie dat het revolutionaire proces in Tunesië en de regio verder ontwikkelt en dat het ook tot de verbeelding spreekt bij vele activisten en linkse krachten ver daarbuiten. Opvallend was de aanwezigheid van veel basismilitanten uit Tunesië zelf, de vakbond UGTT (Union Général des Travailleurs Tunesiens) had ongeveer 1.000 mensen aanwezig. Jammer genoeg werden enkele slechte organisatorische beslissingen genomen, zoals die om de studenten van de campus te verplichten hun accommodatie af te staan aan deelnemers aan het WSF. Deze beslissing zorgde voor spanningen tussen de organisatoren van het WSF en sommige activisten uit Tunesië.

Het revolutionaire proces verderzetten

Het dominante gevoel onder Tunesische activisten is dat de revolutie nog steeds onvoltooid is. Het revolutionaire proces diept zich verder uit en dat is zichtbaar in de scherpe politieke polarisatie. Langs de ene kant staat de overgrote meerderheid van de bevolking die mee de revolutie heeft gevoerd. Zij merken twee jaar na de val van Ben Ali weinig verschil in het dagelijkse leven. Er heerst nog steeds een erg hoge werkloosheid die een hele generatie jongeren van hun toekomst berooft. Wie wel een job vindt, werkt vaak op een erg precaire manier voor een hongerloon dat dikwijls onder het officiële minimumloon van 200 Dinar (100 euro) per maand ligt.

Langs de andere kant is er een coalitie van de regering, onder leiding van de conservatieve islamisten van Ennahda, en de binnen- en buitenlandse kapitalistische krachten die de belangen van de elite willen vrijwaren. Ennahda voert sinds het aan de macht is een zelfde politiek als de voormalige dictator Ben Ali, het gaat nog steeds om een harde neoliberale politiek. De regering sloot recent een lening af ter waarde van ongeveer 1,35 miljard euro bij het IMF. In ruil daarvoor werd beloofd om de subsidies voor onder meer voedsel en benzine af te schaffen. De voedselprijzen zijn nochtans net sterk gestegen. Talloze bedrijven zetten aanvallen in op de loon- en arbeidsvoorwaarden.

De democratische façade van de regering brokkelt zienderogen af. Het onvermogen om tegemoet te komen aan de sociale aspiraties en eisen van de bevolking, verscherpt de sociale strijd. Het antwoord van de regering daarop beperkt zich steeds meer tot brutale repressie. Met de zogenaamde ‘milities ter bescherming van de revolutie’, in realiteit reactionaire groepen van radicale islamisten die dienst doen als ‘huurlingen’ voor Ennahda, voert de regering de repressie op.

Een driest hoogtepunt van deze repressie kwam er met de moord op Chrokri Belaïd. Als reactie hierop kwam het tot een algemene 24-urenstaking. De eisen van de vakbondsfederatie UGTT bleven jammer genoeg beperkt tot de veroordeling van politiek geweld. De staking had aangewend kunnen worden om een actieplan te ontwikkelen waarmee de regering kon omver geworpen worden.

Voor een dergelijk actieplan zou er veel steun zijn in de samenleving. Een jonge activist verwoordde die nood door te stellen dat we "moeten verhinderen dat onze revolutie wordt gestolen”. Dit gevoel wordt breed gedeeld en komt onder andere tot uitdrukking in de goede score van het ‘Front Populaire’, een alliantie van linkse partijen, die momenteel tot 20% haalt in de peilingen. Door het uitblijven van een duidelijk antwoord van de vakbond en het Front Populaire zijn veel jongeren en activisten op zoek naar manieren om het revolutionaire proces te versnellen.

Honger naar revolutionaire ideeën

Deze zoektocht naar ideeën om het revolutionaire proces te versterken en te versnellen, bleek uit de goede ontvangst van onze standpunten. Op de eerste dag vloog bijna alle politieke materiaal (kranten, boeken, brochures) die we bijhadden de deur uit. We hadden twee pamfletten: één over het CWI en één over de situatie in Tunesië. Deze pamfletten hadden we in het Frans, Arabisch en Engels. De pamfletten werden gretig opgepikt en bediscussieerd aan de stand.

Gedurende de drie dagen van het WSF was er een constant komen en gaan aan onze politieke stand. Het gebeurde vaak dat mensen na het lezen van de pamfletten terugkwamen om erover te discussiëren. Die discussies gingen erg ver, zo was er veel interesse in het idee van opeenvolgende 24-urenstakingen tot aan de val van de regering om deze te vervangen door een regering van arbeiders, jongeren en armen. De discussie spitste zich vooral toe op de vraag hoe we tot een breuk met het systeem kunnen komen. Er werd niet enkel gezocht naar manieren om de rotte regering omver te werpen maar ook naar de mogelijkheid om een fundamenteel ander systeem te bouwen. Dit zorgde voor een erg dynamische, bruisende sfeer aan de stand waar vaak kleine meetings ontstonden met groepen geïnteresseerden.

Er was een brede steun voor het standpunt dat de revolutionaire bewegingen moeten breken met het kapitalisme en een democratische socialistische samenleving moeten opbouwen. Deze brede steun bleek ook op onze meeting over hoe de strijd tegen het kapitalisme voeren. Het was moeilijk om op de site van het WSF de juiste vergaderzalen te vinden, maar uiteindelijk waren er toch 80 aanwezigen. De meeting werd ook via streaming op de website van het WSF live gevolgd door 1.200 anderen.

Tijdens onze interventie haalden we contactgegevens op van 150 personen die verder willen discussiëren over onze organisatie. Het gaat ook om geïnteresseerden uit omringende landen. Met het CWI zullen we er alles aan doen om onze aanwezigheid in de regio verder uit te bouwen zodat we sterker staan in de enorme opdracht om de beweging te bewapenen met een revolutionair socialistisch programma.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop