Midden-Oosten en Noord-Afrika. De revoluties zijn niet voltooid, de strijd gaat door!

Meer dan twee jaar na de golf van revoluties en opstanden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika gaat de strijd voor rechtvaardigheid voort. De revoluties hebben nog niet geleid tot een ander systeem, maar ze maken het ook moeilijk om de oude regimes gewoon voort te zetten. Zowel in Tunesië als Egypte blijft het potentieel van een nieuwe revolutionaire golf op de agenda staan. Een tweede revolutie is nodig om niet alleen de voormalige dictators maar ook het volledige systeem waarop die dictaturen gevestigd waren aan de kant te schuiven. Kapitalisme, dégage!

Artikel door Geert Cool uit de maarteditie van ‘De Linkse Socialist’

13-14 april. Socialisme 2013

Werkgroep op zondag 14 april van 10 tot 12u: Revolutie en contra-revolutie in het Nabije en Midden Oosten

Meer info Klik op het logo hieronder

Revolutie en contrarevolutie

De bewegingen in Tunesië en nadien Egypte zorgden voor een schok in de regio en de wereld. De werkende bevolking, armen en jongeren toonden aan dat ze op basis van massaprotest verandering konden bekomen. Revolutie stond opnieuw op de agenda en bleek aanstekelijk te zijn in verschillende andere landen.

Even was de tegenpartij van de kaart geveegd door het massale protest. Maar al snel volgden er pogingen van de contrarevolutie, zowel op nationaal als internationaal vlak, om de situatie terug onder controle te krijgen. Dat gebeurde onder meer door in te spelen op religieuze en etnische verdeeldheid, met bombardementen,… Alleszins werd regelrecht ingegaan tegen de belangen van de meerderheid van de bevolking.

Zowel in Tunesië als Egypte kwamen uiteindelijk islamistische partijen aan de macht: Ennahda in Tunesië en de Moslimbroeders in Egypte. Was de bevolking daarvoor op straat gekomen? Hadden vele tientallen jongeren en arbeiders daar hun leven voor geriskeerd of gegeven? De verkiezingsuitslagen waren een momentopname van een revolutionair proces waarin brede lagen erg duidelijk waren over wat ze niet wilden – de oude dictaturen – maar nog niet tot vaststaande conclusies waren gekomen over wat in de plaats moest komen.

Bij gebrek aan sterk uitgebouwde politieke alternatieven vanuit de arbeidersbeweging, was er ruimte voor islamistische partijen die geen centrale rol speelden in de revolutionaire bewegingen. Eens aan de macht konden deze partijen geen stabiel regime vormen. Het verderzetten van het vorige neoliberale beleid door andere figuren aan de top, was voor de massa’s geen optie. De geest van protest en de roep naar verandering was uit de fles, ook de islamisten krijgen die er niet terug in.

Moslimbroeders botsen op protest

De Moslimbroeders in Egypte konden niet vermijden dat de prijzen voor basisvoedsel de afgelopen maanden sterk zijn gestegen. De economische problemen houden aan, de liberaliseringspolitiek die door het IMF wordt geëist zal nog meer rampspoed brengen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er tal van protestacties blijven plaatsvinden. In 2012 waren er meer dan 3.400 acties rond sociale en economische thema’s, dat is bijna vijf keer zoveel als in gelijk welk jaar in het eerste decennium van deze eeuw. Meer dan twee derde van deze acties vonden plaats nadat Morsi op 30 juni de eed als president aflegde.

De pogingen van het regime om protest te stoppen door de vakbonden aan banden te leggen, hebben slechts een beperkt effect. Naast de officiële vakbondsfederatie hebben de onafhankelijke vakbonden in Egypte ondertussen meer dan 2,5 miljoen leden. Bij de herdenking van de revolutie – op 25 januari – waren er massale protestacties en zag het regime zich genoodzaakt tot een repressieve aanpak. Zo kregen voetbalfans die verantwoordelijk werden gesteld voor rellen een jaar geleden de doodstraf, wat meteen leidde tot nieuwe massale protestacties in Port Saïd.

De Moslimbroeders werpen zich steeds meer op als een neoliberale kracht die ingaat tegen vakbonden en tegen de strijd van de bevolking. De strijd keert zich steeds meer tegen die Moslimbroeders, maar zal verder moeten gaan dan in 2011. De kwestie van een eigen politiek verlengstuk zal van cruciaal belang zijn. Als de beweging een vacuüm laat bestaan op het politieke terrein, zal de contrarevolutie steeds nieuwe krachten vinden om de leegte op te vullen en intussen de revolutionaire beweging uit te putten.

Moord op Chroki Belaïd leidt tot massabeweging in Tunesië

De moord op de linkse oppositieleider Chokri Belaïd leidde tot hernieuwd massaprotest in Tunesië. De regering onder leiding van Ennahdha lag al langer onder vuur, premier Ghannouchi sprak over de nood aan een regering van technocraten, in diverse regio’s (zeker in het binnenland) waren er stakingsacties. Maar toen Chokri Belaïd werd vermoord, kwam het tot de eerste algemene staking in Tunesië sinds 1978. Het land lag op 8 februari volledig plat.

Belaïd was een populaire voortrekker van het ‘Volksfront’, een alliantie van linkse partijen. Hij werd gezien als iemand die aan de kant van de gewone bevolking stond. In de massabeweging na de moord op Belaïd verklaarde zijn Partij Van Democratische Patriotten voorstander te zijn van een regering van ‘nationale bevoegdheden’. Dat is erg vaag, het laat ruimte aan het idee van eenheid met prokapitalistische krachten op een ogenblik dat enkel eenheid van de arbeidersklasse, jongeren en armen de revolutie kan vooruit helpen.

Het massale en aanhoudende protest deed Ghannouchi van Ennahdha uitroepen dat het protest ‘contrarevolutionair’ was. Daarmee gaf hij terecht aan dat het verderzetten van de beweging inderdaad botst met de plaats die zijn partij en zijn regering innemen. De massabeweging en het breed gedragen ongoegen leidt ook tot politieke crisis aan de top van het regime. Daaruit blijkt de potentiële kracht van de beweging.

Hoe winnen?

Dat verandering mogelijk is, is voldoende aangetoond met de revoluties van 2011. Dat een revolutionaire opstand een enorm effect heeft en een sneeuwbaleffect in de regio kan veroorzaken, is ook aangetoond. Nu komt de vraag hoe het revolutionaire proces tot de logische conclusies kan doorgetrokken worden.

Daartoe moet aansluiting gezocht worden bij de tradities van zelforganisatie die tijdens de eerste opgang van revolutie tot stand kwamen. Met comités op de werkvloer, in de scholen, in de wijken,… die bovendien lokaal, regionaal en nationaal gecoördineerd worden door democratisch verkozen vertegenwoordigers, kan de basis gelegd worden om ook de commandoposten van de economie in publieke handen te nemen om tot een massaal plan van publieke investeringen in infrastructuur en sociaal nuttige jobs over te gaan.

Om een dergelijk programma van democratische socialistische planning in het belang van de meerderheid van de bevolking af te dwingen, moet de strijd op alle vlakken georganiseerd worden. Dat betekent onder meer het in handen nemen van de vakbonden en de creatie van een massaal politiek alternatief. Het zou een eerste stap kunnen vormen in de richting van een vrijwillige socialistische federatie van Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop