Your cart is currently empty!
Tunesië. Algemene staking als begin van nieuwe strijd?
De moord op de linkse oppositieleider Chokri Belaïd vormt een keerpunt in het proces van revolutie en contrarevolutie dat ondertussen al twee jaar bezig is in Tunesië. Het heeft geleid tot een nieuw hoofdstuk van confrontaties in de aanhoudende strijd tussen de massa’s van arbeiders, armen en jongeren aan de ene kant en de steeds meer gediscrediteerde regering onder leiding van de partij Ennahdha. De moord heeft ook de politieke crisis aan de top doen escaleren.
Commentatoren omschreven de recente gebeurtenissen als een ‘seculiere opstand tegen de islamisten’. Ennahdha en andere groepen – in het bijzonder de ophitsende Salafistische benden – proberen dan wel om de sterk gevestigde seculiere tradities in het land terug te dringen, maar het huidige conflict afdoen als een strijd tussen seculieren en religieuzen is wel bijzonder simplistisch. De massale werkloosheid, stijgende prijzen, breed verspreide sociale problemen en de marginalisering van de regio’s in het binnenland zijn allemaal onderdelen die leiden tot de massale politieke woede die zich richt tegen de huidige heersers die exact hetzelfde neoliberale economische beleid voeren als de voormalige heersende kliek die twee jaar geleden aan de kant is geschoven.
Sinds vorige week woensdag ligt de regering doorheen het land onder vuur van woedende betogers die de val van het regime en een nieuwe revolutie bepleiten. Er waren dagenlang confrontaties tussen betogers en de politie. Dat was onder meer het geval in de militante regio’s in het binnenland, zoals Gafsa en Sidi Bouzid. De algemene staking van afgelopen vrijdag was de eerste in het land sinds 1978. Het land ging volledig plat en er was een historische massamobilisatie om de dood van Belaïd te herdenken. De slogan ‘Chokri, je kunt rusten, wij zullen je strijd verderzetten!’ vatte de gevoelens van veel betogers samen. Dit was inderdaad een erg politiek geladen begrafenisoptocht. De sfeer op de straten was er een van verzet tegen het regime. Maandag waren er vervolgens opnieuw honderden betogers voor het parlement, ook daar werd het ontslag van de regering geëist.
De hogere echelons van het politieke establishment zijn inmiddels al dagenlang bezig met achterkamergesprekken in een poging om een regering van zogenaamde ‘nationale eenheid’ te vormen. Zoals wel meermaals gebeurde sinds de val van Ben Ali, vreest de heersende klasse een nieuwe revolutionaire vloedgolf en daarom wordt gezocht naar een regering die de ‘continuïteit’ van de staat kan garanderen. Zij denken daarbij aan ‘hun’ staat: een staat die de werkenden onder controle houdt, de eisen van de massa’s onderdrukt en die ingaat tegen de pogingen van de bevolking om zelf de touwtjes in handen te nemen.
De linkerzijde en de vakbondsfederatie UGTT mogen hun handen niet verbranden aan deze maneuvers. Zoals Dali in het interview hieronder uitlegt, moet de coalitie van het ‘Volksfront’ “ieder akkoord met krachten die vijandig zijn aan het kamp van de arbeiders en de revolutie verwerpen.” Het Volksfront pleit nu voor een ‘Nationaal Congres van Dialoog’ en roept op tot een noodregering of een crisisregering. Zowel de Arbeiderspartij als de Partij van Democratische Patriotten (waartoe Belaïd behoorde) zijn voorstander van een regering van “Nationale bevoegdheden”. Dat is allemaal erg vaag en het zet de deur open voor mogelijke akkoorden tussen delen van de leiding van de arbeidersbeweging en de linkerzijde met prokapitalistische elementen. Het idee dat nationale eenheid vandaag het centrale punt zou zijn, gaat voorbij aan de kwestie wie aan de kant van de revolutie staat en wie niet.
Het CWI meent dat er maar een vorm van eenheid mogelijk is: de eenheid van de arbeidersklasse, jongeren en armen om de revolutie verder te zetten tot de vestiging van een regering die zich baseert op de massastrijd die georganiseerd moet worden met stakingscomités, wijkcomités en andere strijdcomités die lokaal, regionaal en nationaal met elkaar verbonden moeten worden.
Om haar standpunt voor bredere lagen van de bevolking duidelijk te maken, zou het Volksfront een aantal voorwaarden kunnen stellen waaronder het bereid is om aan een regering deel te nemen. Het zou onder meer kunnen gaan om de eis dat alle geprivatiseerde bedrijven terug in publieke handen komen, de schuld volledig wordt afgeschaft, er een massaal plan van publieke investeringen in infrastructuur en sociaal nuttige jobs komt, he topleggen van een staatsmonopolie op buitenlandse handel en het overnemen van de commandoposten van de economie in handen van de arbeiders om door verkozen vertegenwoordigers op democratische wijze te worden beheerd en gecontroleerd. Een dergelijk programma kan enkel gerealiseerd worden in verzet tegen de partijen die het kapitalisme verdedigen en die enkel geïnteresseerd zijn om over ministerposten in een toekomstige regering te onderhandelen.
De afgelopen dagen werd het leger ingezet in de hoofdstad en andere steden. De noodtoestand houdt aan. Het oude politieapparaat moet nog altijd het vuile werk van de repressie opknappen en laat zich opmerken door geweld tegen betogers. De massa’s mogen niet toelaten dat de ordediensten van de huidige regering de straten controleren, ze moeten zelf de straten overnemen. Dat moet gepaard gaan met de opbouw van massale revolutionaire verdedigingscomités die van onderuit door gewone mensen worden georganiseerd en waarmee de beweging zich kan verdedigen tegen het geweld van de andere kant. Oproepen aan de basis van het leger kunnen dat werk versterken en zorgen voor een splitsing van de officiële ordediensten op klassenbasis. Het kan de dreiging van de militaire samenzweerders een halt toeroepen.
Het Volksfront moet een duidelijk actieplan naar voor brengen om de revolutie te versterken en te verdedigen tegen al wie de klok wil terugdraaien, zowel het leger, de politie of andere reactionaire milities. Het front kan oproepen tot massale bijeenkomsten op de werkvloer, in de wijken, aan de universiteiten, in de publieke instellingen, in de scholen,… zodat de massa’s op een maximaal collectieve en democratische wijze kunnen beslissen over volgende stappen in de strijd en over hoe ze zich kunnen organiseren tegen de dreiging van de contrarevolutie. Een nieuwe algemene staking kan voorbereid worden om de kracht van de revolutie en de georganiseerde arbeidersbeweging te bevestigen. Het zou een einde kunnen maken aan de heersende kliek die in de ogen van de meerderheid van de bevolking haar legitimiteit heeft verloren.
In een aantal regio’s hebben de recente incidenten de massa’s ertoe aangezet om opnieuw aan te sluiten bij voorheen opgezette organisatievormen. Er zijn opnieuw wijkcomités ontstaan in arbeidersbuurten van Tunis, Le Kef en andere steden. Deze voorbeelden moeten ook elders verspreid worden, ook op de werkvloer en in de fabrieken. Ze kunnen een springplank vormen in de richting van arbeiderscontrole en –beheer over de economie.
De roep voor een ‘nationaal congres’ zou pas een echte betekenis krijgen als het van de revolutionaire massa’s zelf komt. Dit voorstel moet verbonden worden met de nood om de lokale strijdcomités op lokaal, regionaal en nationaal niveau te ontwikkelen en te coördineren. Deze comités moeten vertegenwoordigers verkiezen die verantwoording verschuldigd zijn en die direct vanuit de revolutionaire beweging komen. Bij de strijdbare lagen van de UGTT, de arbeidersbeweging in het algemeen en de jongeren zijn er voldoende kandidaten te vinden.
Deze comités zouden de arbeiders en armen moeten voorbereiden om de samenleving te beheren en opnieuw op te bouwen op basis van een democratisch georganiseerde socialistische planning van de productie. Een dergelijke stap in de richting van een democratisch en socialistisch Tunesië zou een enorme inspiratiebron vormen voor de arbeiders en jongeren in de regio en de rest van de wereld. Het zou aansluiting vinden in de revolutionaire arbeidersbeweging in Egypte en elders in de regio en een eerste stap vormen in de richting van een vrijwillige socialistische federatie van Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
Kan je de context en de gevolgen van de moord op Chokri Belaïd schetsen?
De dood van Chokri Belaïd is een belangrijke gebeurtenis en een keerpunt in het revolutionaire proces in Tunesië. Maar het is ook belangrijk om te begrijpen dat er onderhuids al maandenlang heel wat woede tegenover de regering aan het groeien was. De dood van Belaïd vond plaats op een ogenblik dat het politieke establishment, de regering en de nationale Grondwetgevende vergadering in een nooit geziene crisis waren. Dit weerspiegelt zich in het falen van de heersende klassen om een regeringsformule te vinden waarmee ze hun contrarevolutionaire plannen kunnen opleggen en tegelijk voldoende steun hiervoor vinden. Dat is een onmogelijke opdracht.
Er wordt ons nu al zeven maanden verteld dat de regering zal herschikt worden, maar ze hebben aan de top nog steeds geen overeenstemming gevonden. Dat komt vooral omwille van de enorme sociale woede die iedere dag opnieuw tot uiting komt. De afkeer tegenover de regering vond al een nieuw hoogtepunt voor de moord op Chokri Belaïd. Maar de moord was de druppel die de emmer deed overlopen. Belaïd was niet ‘dé’ meest prominente revolutionaire leider, maar wel een activist met een zeker aanzien die na de revolutie erg bekend was geworden.
Er waren al gauw overal massale mobilisaties, sommige met een opstandig karakter. De afgelopen dagen werden 72 lokale kantoren van de heersende partij Ennahda in brand gestoken. Er waren grote betogingen binnen het half uur nadat de dood van Belaïd bekend was. Er waren sit-ins, stakingen, confrontaties met de politie,… Dat is dagelijkse kost in Tunesië, maar de omvang van het protest nam sterk toe. Op de dag van de begrafenis was er een heuse mensenzee in de hoofdstad en er waren ook massale betogingen in andere steden. Sommigen stellen dat er in Tunis afgelopen vrijdag tot een miljoen mensen op de been waren. Het is onmogelijk om te beschrijven welke sfeer er heerste. Er waren slogans voor de val van het regime, voor een nieuwe revolutie, Rached Ghannouchi (van Ennahda) werd een moordenaar genoemd,…
Wat was de impact van de algemene staking afgelopen vrijdag?
De algemene staking werd goed opgevolgd. De steun ervoor was enorm en algemeen. Zelfs bedrijven waar de vakbond niet aanwezig is, gingen in staking. Dat was ook het geval voor heel wat cafés, kleine zelfstandigen, winkeliers,… die zogezegd Ennahdha zouden steunen. Het hele land lag plat. Dat was wellicht nog nooit op zo’n sterke manier gebeurd in de geschiedenis van Tunesië. De staking en de mobilisaties die ermee gepaard gingen, gaven nieuwe energie aan de revolutie en aan het zelfvertrouwen van de massa’s. Het heeft de regering ook hard geraakt, de regering beefde letterlijk op haar grondvesten.
Premier Jebali is nu betrokken in een reeks eindeloze onderhandelingen om de heersende kliek recht te houden. Hij probeert een regering op te zetten die kan stand houden. Maar de woede tegenover Ennahdha viert hoogtij, de partij komt stilaan op een punt van implosie. De radicale vleugel van de partij probeerde haar militanten afgelopen zaterdag te mobiliseren en betaalde zelfs wie kwam betogen. Er waren slechts 3.000 betogers in Tunis.
De institutionele crisis is diepgaand. Alle oppositiepartijen hebben hun aanwezigheid in de Grondwetgevende Vergadering opgezegd, het regime is ernstig gedestabiliseerd. Er zijn spanningen tussen de politieke heersers en de imperialistische machten over de weg vooruit. Vanuit het standpunt van de heersende klassen is er geen evidente oplossing. Twee weken geleden waren er nog onderhandelingen met de internationale financiële instellingen over een programma van ‘structurele hervormingen’ (een eufemisme voor neoliberale aanvallen zoals het wegvallen van een aantal subsidies voor basisproducten, nog meer liberaliseringen, aanvallen op de lonen,…)
De dood van Belaïd en de gevolgen ervan hebben deze plannen op de helling gezet. De ‘pragmatische’ laag van Ennahdha-leiders rond Jebali en ook de imperialisten zijn voorstander van een regering van technocraten, maar ook die formule is moeilijk om door te voeren. Eens zo’n regering aan de macht is, kan ze ook snel ten val komen. We moeten op onze hoede zijn, want ook de optie van een staatsgreep kan niet meer uitgesloten worden ook al is dit niet meteen het meest waarschijnlijke perspectief.
Wat doet de linkse coalitie van het ‘Volksfront’?
Het Volksfront was sinds het in oktober werd opgezet sterk betrokken bij de strijd en de sociale bewegingen. Het speelt een centrale rol in de mobilisaties en de activisten ervan zijn een belangrijke factor in heel wat acties doorheen het land. Zo speelde het front een beslissende rol in de regionale staking in Siliana afgelopen december en ook in de recente regionale staking in Le Kef. In die zin wordt het front door velen gezien als een politieke kracht die aan de kant van de revolutionaire strijd staat. De basis bestaat uit jonge revolutionairen, syndicalisten, werklozen,… Chokri Belaïd was de woordvoerder van het Volksfront en door hem te vermoorden werd ook het werk van het front en haar aanhangers aangevallen.
Er zijn echter ook gebreken en beperkingen aan het Front en de analyses dat het vandaag maakt, de concrete voorstellen alsook het interne functioneren. Er is een brede aanwezigheid onder de basisactivisten, maar de gewone militanten hebben weinig te zeggen aan de standpunten die de leiders naar voor brengen en het beslissingsproces binnen de formatie is niet bepaald inclusief.
Bovendien blijft het Front erg vaag over de belangrijkste kwestie van de revolutie vandaag, namelijk de vraag wie de macht heeft. Het Front is niet homogeen, delen ervan blijven vasthouden aan de strategie van ‘stadia in de revolutie’. Daarmee bedoelen ze dat we eerst de democratie en vrijheden moeten consolideren vooraleer het kapitalisme wordt bestreden. Deze logica leidt er toe dat de kwestie van ‘democratie’ wordt gezien als iets dat los staat van de aard van de huidige instellingen en het gaat in tegen de mogelijkheid om de macht op een andere manier dan via de kanalen van het klassieke parlementarisme te verwerven.
Wij zijn uiteraard voorstander van een zo sterk mogelijke democratie en we komen op voor vrijheid. Maar we denken dat die kwesties niet los kunnen gezien worden van de sociale inhoud van de revolutie. Marxisten stellen vaak dat democratie onder het kapitalisme ‘stopt aan de fabriekspoorten’. Een echte democratie is effectief enkel mogelijk als de arbeiders ook een directe controle hebben over wat er gebeurt met de resultaten van hun arbeid. We komen op voor echte democratie in het hele land, maar dan wel op basis van de macht van de massa’s zelf op de werkvloer, in de wijken, op school,… We komen in het Volksfront op om deze standpunten te versterken en willen dat het Front een duidelijk programma naar voor brengt over de klasseninhoud van de macht. We verwerpen ook akkoorden met krachten die vijandig zijn tegenover het kamp van de arbeiders en de revolutie.
Het Volksfront heeft het vandaag over een ‘crisisregering’. Maar wat is de inhoud die aan zo’n formule wordt gegeven? Wij denken dat er geen uitweg uit de crisis is zonder het sociale en economische stelsel dat in crisis is te vervangen. Dit stelsel laat de werkende bevolking iedere dag opnieuw opdraaien voor haar falen.
We moeten dan ook opkomen voor het niet-betalen van de schulden – een thema dat controversieel is binnen het Front. Sommigen beperken zich tot de eis van een bevriezing van de schulden gedurende een bepaalde periode of voor het opzetten van een audit om na te gaan welk deel van de schulden niet aanvaardbaar is. De logica hiervan houdt in dat minstens een deel van de publieke schulden legitiem zou zijn, ook al is dit het resultaat van de plundering van de publieke middelen door de oude heersende maffia met de steun van de internationale kapitalistische instellingen. Hun activiteiten waren er enkel op gericht om ons leeg te zuigen om daarmee een handvol parasieten te verrijken.
We willen met andere krachten samen werken om onze eisen te bewerkstelligen. Daartoe zijn we bereid om ons flexibel op te stellen. Maar er is een element waarover geen onduidelijkheid kan bestaan: de kapitalistische crisis maakt het noodzakelijk om een duidelijke strategie te hebben over hoe we aan dit systeem een einde kunnen maken. Enkel dan kan de meerderheid van de bevolking, waaronder de miljoenen werklozen, een echte stap vooruit zetten. Als de werkenden zelf beslissen over waar en hoe wordt geïnvesteerd en als we zelf de economie organiseren op basis van een algemeen plan dat vertrekt van de behoeften van iedereen, dan kunnen we de middelen ontwikkelen om iedereen een degelijke en sociaal nuttige job te bezorgen. Vandaag vormen de aanhangers van dergelijke opvattingen een minderheid, maar de logica van de gebeurtenissen zal ertoe leiden dat een meerderheid deze voorstellen uiteindelijk zal opnemen.