Het leven wordt duurder, de patroons vallen de index aan

De laatste maanden lanceerden de patroons, de traditionele partijen, en de gevestigde media het ene na het andere ballonnetje om in België de index te “hervormen”. Dit is de automatische aanpassing van de lonen aan de stijgende prijzen. We bevinden ons vandaag ook in een periode van discussie, tussen de werkgeversorganisaties en de vakbonden, over de lonen voor de komende twee jaar. Via de indexering, de gedeeltelijke aanpassing van de lonen aan stijgende prijzen, konden we als werkenden onze levensstandaard nog voor een stukje behouden. Maar zelfs die bescherming vinden de grote bedrijven, in een situatie van economische onzekerheid en eurocrisis, er teveel aan.

Artikel door Peter Delsing uit de oktobereditie van ‘De Linkse Socialist’

[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

500 miljoen pond winst door voedselspeculatie

De Britse bank Barclays boekte de afgelopen twee jaar maar liefst 500 miljoen pond winst met speculatie op voedselprijzen. Barclays is samen met Goldman Sachs en Morgan Stanley een van de grootste spelers op de markt van voedselspeculatie. Waar onder gewone mensen het kleinste kind wordt geleerd dat je niet met eten mag spelen, gelden er voor topbankiers andere regels. Zij spelen met grote hoeveelheden voedsel, drijven de prijzen op en maken grote winsten op basis van prijsstijgingen die een groot aantal mensen tot honger veroordelen.

Grote banken gokken op voedselprijzen en maken van voedsel een financieel product. Honger en miserie worden op deze manier ‘business opportuniteiten’. Hoe cynisch kan een systeem zijn? Barclays maakte in 2010 340 miljoen pond winst door voedselspeculatie, in 2011 was dat ‘slechts’ 189 miljoen pond. De reden voor deze daling was de prijsdaling voor graan en soja. De hoge prijzen in 2010 waren dus goed voor de winsten. Sinds 2000 hebben financiële instellingen wereldwijd 200 miljard dollar ingezet in de markt van ‘landbouwgrondstoffen’.
[/box]

De patronale voorstellen tot “hervorming” hebben slechts als doel om een vandaag reeds behoorlijk ondermijnd instrument – de indexering van de lonen – tot een volledige lege doos te maken voor de werkenden: de arbeiders en gewone bedienden.

De Nieuwe Werker, het vakbondsblad van het ABVV, rekende uit dat volgens de indexkorf de prijzen in België tussen 2005 en 2010 met 15,66% stegen. Dat is dan nog gerekend zonder de stijging van de benzineprijzen aan de pomp, die sinds de gezondheidsindex niet meer in de index worden meegerekend. In het huidige systeem worden wel de stijgende prijzen van gas en elektriciteit in de index opgenomen, net als stookolie. En gelukkig maar. Wat niet is opgenomen, maar dikwijls een grote hap uit het gezinsbudget inneemt, is de brandstof voor de auto. Begin september bereikten de brandstofprijzen aan de pomp een recordniveau in België. Sommige rechtse figuren willen zelfs alle energieprijzen uit de index halen – dus ook gas en elektriciteit – om zo de winsten van een kleine elite veilig te stellen.

Stijgende prijzen – mede door instabiliteit, crisis en ongeplande karakter van het systeem

We worden vandaag geconfronteerd met stijgende levensduurte op verschillende terreinen. In 2011 lag de inflatie in België op 3,49% en 2012 zal wellicht rond de 3% jaarinflatie eindigen. In crisistijd kunnen sommige prijzen de neiging hebben om te stijgen – omwille van door het ongeplande kapitalisme veroorzaakte tekorten, of quasi-monopolies zoals Electrabel tot voor kort, wat betreft gas en elektriciteit. Maar andere prijzen kunnen ook beginnen te dalen, eens de economie in een zware recessie terechtkomt. In het voor België crisisjaar 2009 kromp de economie met -2,7%. De prijzen stegen dat jaar maar met 0,26% – een historisch zeer laag cijfer.

Maar vandaag, nu een nieuwe recessie zich nog niet volledig heeft doorgezet, zien we dat de trend naar prijsstijgingen nog overheerst. De huizenprijzen zijn in België pas recent een beetje beginnen dalen, met 2% in het eerste kwartaal van 2012 tegenover het laatste kwartaal van 2011. Maar volgens de OESO en The Economist zijn Belgische huizen nog steeds respectievelijk 50% of 56% te duur. Deze zeepbel kon groeien door de weigering van opeenvolgende prokapitalistische regeringen om een sociale politiek, van investeringen in voldoende en comfortabele sociale woningbouw, te voeren. Bovendien wordt de reële kost van het wonen in de indexberekening bewust onderschat. De prijs van de huur van een woning, bijvoorbeeld, werd in de indexhervorming van 2004 maar gewogen als 6,23% in het gezinsbudget. In veel gezinnen maakt dit echter 25 tot 30% (of meer) van de gezinsuitgaven uit. Reken maar uit wat dit betekent aan daling van de levensstandaard over de jaren heen.

De stijgende energieprijzen voor elektriciteit werden in de hand gewerkt door een onverantwoorde politiek van liberalisering en de winsthonger van bijvoorbeeld Electrabel. Op gas en elektriciteit zou geen winst moeten worden gemaakt: dit zouden diensten aan de bevolking moeten zijn, democratisch gecontroleerd door de arbeidersbeweging en consumentenorganisaties. De stijgende benzineprijzen vloeien voort uit speculatie op de beurs en de instabiliteit die het zieke kapitalisme veroorzaakt in het Midden-Oosten. De volledige energiesector zou op een democratische manier dienen te worden gepland in functie van de behoeften en rekening houdend met het milieu.

Op de voedselmarkten wereldwijd zagen we sinds 2007 twee opstoten, die telkens de voedselprijzen met meer dan 50% de hoogte injoegen (Wired, 6 maart 2012). In de westerse landen leidde dit tot hogere prijzen in de supermarkt en een druk op het gezinsbudget, met ook de zoektocht naar goedkopere producten. In de neokoloniale wereld leidde het dikwijls tot regelrechte hongersnood.

Langs de ene kant zorgen de meer extreme weersomstandigheden, onder een kapitalisme dat de milieucrisis niet kan beheersen, voor meer regelmatige droogtes. Dit bracht recent bijvoorbeeld de graanoogsten in de VS en Rusland in het gedrang. Het leidde tot tekorten op de voedselmarkten en prijsstijgingen. Ook het gebruik van bepaalde soorten graan voor biobrandstoffen droeg bij tot de voedseltekorten. Maar deze zaken zijn mede een gevolg van het ongeplande en voor de winst – niet voor mens en milieu – producerende systeem. Bovendien waren belangrijke voedselprijsopstoten mede het gevolg van speculatie door private beleggingsfondsen en investeringsbanken als Goldmann Sachs, Barclays,… De “steun voor de banken”, en hun private winstkarakter, stootte op die manier, sinds 2008, het voedsel uit de mond van 115 miljoen mensen in de neokoloniale wereld, volgens cijfers omtrent wereldwijde hongersnood van de Wereldbank.

Handen af van de index

De reeks van voorstellen om de indexering te “hervormen”, vanuit patronale en politieke hoek, is niet meer op één hand te tellen. Enkel indexering van de nettolonen? Dat ondermijnt de sociale zekerheid (pensioenen, gezondheidszorg, uitkeringen,…). Enkel de lagere lonen aanpassen? De index is geen instrument voor herverdeling van de rijkdom, het past gewoon alle lonen aan de prijsstijgingen aan.

Managerslonen zouden moeten worden ingeperkt door een hogere belasting op topinkomens, of – waarom niet – door een maximale loonspanning in te voeren in vergelijking met het personeel op basis van een politieke beslissing. Het liefst gebeurt dit door de arbeidersbeweging want de kapitalistische staat kunnen we hierin niet vertrouwen.

Het VBO kwam ook af met het voorstel om op voorhand op basis van een geschat en onderhandeld inflatiecijfer te werken over een tweejaarlijkse periode. In plaats van de reële gestegen levensduurte krijgen we de willekeur van het patronaat, of wat het aan de vakbondsleiding aan miserabele verhoging probeert te verkopen. Ook Karel Van Eetvelt van Unizo mocht natuurlijk niet op het appel ontbreken: als de index onwrikbaar was, moesten we maar twee uur per week langer gaan werken – aan een verminderd brutoloon natuurlijk!

Werkende mensen en hun gezinnen moeten een herstel van de index vragen zodat die de reële levenskost van de afgelopen 30 jaar begint te benaderen. Elk gepruts dient te worden afgewezen: in wezen willen de gevestigde politici en patroons dat we hier sneller beginnen achteruit te gaan als de lonen in de buurlanden. Natuurlijk botst de eis van leefbare lonen en een fatsoenlijke sociale zekerheid meer en meer met een kapitalisme dat geen uitweg vindt uit de crisis. Er is genoeg rijkdom – tussen 1970 en 2011 was er nog steeds een gemiddelde economische groei van 2,3%, hoewel dat ritme steeds trager begint te worden. Maar als het kapitalisme die gestegen rijkdom enkel ongelijker wil verdelen, dan moeten werkende mensen en jongeren nadenken over de vraag of we ons dit systeem nog kunnen permitteren. Verdediging van sociale rechten als de index is verbonden met de strijd voor een andere, socialistische maatschappij.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop