Your cart is currently empty!
Frankrijk. ‘Rechtvaardige’ besparingen en ‘linkse’ strengheid?
De vele beloften van de verkiezingscampagne werden al snel achterwege gelaten door de nieuwe regering onder leiding van de PS. Minister van werk Michel Sapin kondigde nochtans aan dat de beloften gerealiseerd zijn. Hij had het over de verhoging van het armzalige leefloon waarmee duizenden mensen de eindjes amper aan elkaar kunnen knopen. De verhoging van het leefloon met 2% (of 22 euro per maand) zal echter het verschil niet maken.
Deze wel erg voorzichtige maatregel volstaat amper om de prijsstijgingen van 2% dit jaar op te vangen. Bovendien komen er geen sociale minima voor kinderbijslag, uitkeringen voor mensen met een beperking,… Grote delen van de bevolking hebben niet de mogelijkheid om in degelijke omstandigheden te leven.
De rechtse oppositieleider Copé verklaarde meteen dat het beleid van de PS de ondernemers naar het bankroet zal brengen en tot jobverlies zal leiden. Nochtans doen de bazen en de winsten van de grote bedrijven (de beursgenoteerde bedrijven van de ‘cac40’, vergelijkbaar met de Bel-20 bij ons) het heel goed. Sinds 2007 hadden ze geen extra aalmoezen voor het leefloon nodig om meer dan 600.000 jobs te schrappen. Zelfs Parisot, topvrouw van het patronaat, verklaarde dat een verhoging van het leefloon met 22 euro ‘redelijk’ was.
Van symbolische maatregelen naar besparingen
De regering Ayrault begint steeds meer haar ware aard te tonen. De jongeren en werkenden die hun hoop in Hollande vestigden, raken ontgoocheld. De eerste aanvallen laten zich immers voelen. Het begint in de publieke sector met twee op de drie ambtenaren die bij hun pensionering niet vervangen worden. Het paradepaardje van de presidentscampagne van Hollande was de belofte om 60.000 nieuwe jobs te creëren in het onderwijs. Dit jaar zullen er 280 leraars in het secundair onderwijs bijkomen, voor het overige zullen er enkel onzekere vervangingscontracten bijkomen. Dat is een wel erg mager resultaat en absoluut onvoldoende tegenover de bestaande noden of als compensatie voor de aanvallen die de afgelopen periode plaatsvonden.
De publieke sector heeft een hoge prijs betaald voor de politiek van Sarkozy en de economische crisis. De niet-vervanging van een op de twee personeelsleden kwam hard aan in de ziekenhuizen. Het gebrek aan personeel, aan bedden en aan middelen heeft dramatische gevolgen voor patiënten die niet de kwaliteitsvolle zorg krijgen die nodig is en ook voor het personeel dat de werklast niet aankan.
De situatie zal er niet op verbeteren. Met uitzondering van de ‘prioritaire ministeries’ (onderwijs, justitie en binnenlandse zaken), zullen alle andere publieke sectoren hun personeelsbestand van 2013 tot en met 2015 gemiddeld met 2,5% per jaar zien dalen. Bovendien heeft de regering een uitgavenstop aangekondigd, waardoor er in 2013, 2014 en 2015 geen euro meer dan vandaag kan uitgegeven worden.
Er wordt ons gezegd dat iedereen een inspanning moet doen en dat we de broekriem moeten aanhalen. Maar intussen zijn het vooral de jongeren en de arbeiders die moeten betalen. Hollande beweert dat zijn ‘rechtvaardig besparingsbeleid’ de crisis onder controle houdt en de gevolgen ervan beperkt. Dat is niet correct. Het breken van de publieke sector is een bewuste keuze met verregaande gevolgen. Het is een keuze van de regering om niet te investeren in onze levensomstandigheden maar wel in de banken.
De werkenden hebben een substantiële loonsverhoging nodig om een degelijk leven te kunnen leiden. Hetzelfde geldt voor de sociale uitkeringen. Om dit af te dwingen, zullen we ons moeten mobiliseren. Het is in de zakken van de rijken en de patroons dat het geld zit waarmee we gezondheidszorg, onderwijs,… kunnen financieren. Laat hen de crisis betalen!