Sociale en politieke crisis in Italië wordt dieper

Italië staat economisch, sociaal en politiek op een keerpunt. Na Griekenland en Spanje is Italië een van de hardst geraakte landen door de Eurocrisis. Het IMF verwacht in 2012 een economische inkrimping met -2,2%. De werkloosheid staat op het hoogste niveau sinds 2001 met een op de drie jongeren zonder werk. In de eerste drie maanden van het jaar sloten 150.000 bedrijven de deuren, dat zijn er 1.600 per dag.

Artikel door Giuliano Brunetti (Controcorrente, Italië)

Volgens het Nationaal Instituut van de Statistiek leven 8,3 miljoen Italianen (12% van de bevolking) onder de armoedegrens, 5% van de bevolking leeft in absolute armoede.

Ondertussen keurde de regering een Fiscale Pact en een nieuw rapport over de uitgaven goed. Beide plannen zijn erop gericht om de publieke uitgaven drastisch te verminderen, onder meer door te snoeien in de gezondheidszorg en door 130.000 personeelsleden in de publieke sector af te danken. En dat terwijl 35% van de jongeren zonder werk zitten en afhankelijk zijn van hun families om te overleven.

Nu de verplichting van een begrotingsevenwicht in de grondwet is ingeschreven en er tevens wordt geprobeerd om de overheidsschulden (die vandaag 123,8% van het BBP bedragen) met 5% per jaar te verminderen, zullen de komende regeringen tot 2023 jaarlijks 45 miljard euro moeten besparen.

Deze cijfers zijn een uitdrukking van de diepte van de crisis, de enorme gevolgen voor de gewone bevolking en het moeras waarin het kapitalisme de samenleving aan het sleuren is.

Crisis van het politieke systeem

De economische crisis heeft ook geleid tot een politieke crisis. Eigenlijk is het volledige systeem door elkaar geschud. De heersende klasse moet afrekenen met heel wat onrust in eigen rangen. Geen enkele instelling bleef van de crisis gespaard. De patroonsfederatie, de katholieke kerk en zelfs de nationale voetbalfederatie werden verzwakt door corruptie, omkoopschandalen en verdeeldheid.

Op een recent congres van de nationale werkgeversfederatie Confindustria werd de nieuwe voorzitter met een meerderheid van slechts 11 stemmen verkozen. Het is voor het eerst in de geschiedenis van de federatie dat de voorzitter met zo’n beperkte meerderheid werd verkozen. De verdeeldheid is een uitdrukking van de spanningen binnen de heersende klasse, zeker onder de industriëlen.

Gezien deze achtergrond kunnen we vaststellen dat de belangrijkste sterkte van de staat vandaag bestaat uit de zwakte van de arbeidersorganisaties, vooral op politiek vlak.

De technocratische regering onder leiding van de bankier Mario Monti is samengesteld uit de ‘beste strategen’ van de Italiaanse kapitalistische klasse. De regering staat geïsoleerd in de samenleving en geniet slechts de steun van minder dan een derde van de bevolking. Slechts 4% van de bevolking heeft nog vertrouwen in politieke partijen.

Alle grote politieke partijen staan onder druk, van de Noordelijke Liga over de rechtse PDL van Berlusconi tot de centrumlinkse Democratische Partij (PD). Ze verloren allemaal aan steun. Bij de laatste lokale verkiezingen nam de helft van de bevolking gewoon niet deel aan de stembusslag.

De Noordelijke Liga genoot jarenlang een brede steun door zich op te stellen als een oppositiekracht tegen de corrupte elite in de salons van Rome. De extreemrechtse partij wordt vandaag zelf getroffen door corruptieschandalen. Zo werd bekend dat voormalige partijleider Bossi een diploma kocht voor zijn zoon en verkiezingsuitgaven gebruikte om diamanten en een eigendom in Tanzania te kopen. De partijleiding werd geconfronteerd met een revolte van onderuit en zette de historische partijleider aan de kant. In de plaats van Bossi werd Roberto Maroni nationaal secretaris. Maroni was minister van binnenlandse zaken onder Berlusconi.

De rechtse PDL was enkele maanden geleden nog de grootste partij van het land en ze had naar eigen zeggen een miljoen leden. Bij de lokale verkiezingen verloor de partij fors, ze verloor honderden burgemeesters en was in heel wat steden pas de derde of vierde partij met soms minder dan 10% van de stemmen. Een mogelijke terugkeer van Berlusconi op het politieke toneel is de laatste wanhopige poging om het zinkende schip overeind te houden.

De Democratische Partij verloor tienduizenden stemmen in wat decennialang bolwerken van de linkerzijde waren. De partij kon een overwinning claimen omdat ze minder steun verloor dan de PDL.

Beppe Grillo en de Vijf Sterren Beweging

De belangrijkste nieuwe politieke factor was de verrassende en nooit geziene opkomst van de Vijf Sterren Beweging onder leiding van de miljardair en komiek Beppe Grillo. Deze beweging is geen politieke partij, alliantie of sociale beweging. Het gaat om een beweging die op en rond het internet werd opgebouwd met erg algemene politieke punten die vooral betrekking hebben op het verwerpen van zowel de rechtse als de linkse partijen. De beweging van Beppe Grillo heeft geen echt lidmaatschap, structuren, afdelingen of een verkozen leiding.

Grillo verwierf autoriteit door zich met zijn beweging af te keren van de corrupte politieke elite en van de ‘oude manier’ van politiek door de gevestigde politici. Grillo is groot geworden door het falen van de traditionele linkerzijde, met inbegrip van het politieke en organisatorische ineenstorten van de Rifondazione Comunista (PRC). Met een radicale retoriek bereikte hij een nieuwe laag in de samenleving, vooral jongeren met een linkse achtergrond maar ook mensen met een rechts verleden en zelfs een aantal voormalige aanhangers van de Lega Nord.

De beweging van Grillo haalt in de peilingen tot 20% van de stemmen waardoor het de tweede grootste partij van het land zou worden. Er zijn al honderden gemeenteraadsleden verkozen en een aantal burgemeesters, ook in een relatief grote stad als Parma.

Het succes van Beppe Grillo is een uitdrukking van de afkeer tegenover de gevestigde partijen en het toont het enorme potentieel voor een oppositiekracht en een politiek alternatief. De beweging baseert zich op een gevoel van wantrouwen en ongenoegen tegenover de gevestigde politici en niet zozeer op een enthousiasme voor de eigen beweging. Het succes van Grillo is erg volatiel aangezien er meer sprake is van afkeer tegenover de anderen dan echt steun voor Grillo zelf.

De Vijf Sterren Beweging kan in de komende periode mogelijk nog meer steun krijgen, maar het feit dat de beweging geen duidelijk programma heeft rond de bekommernissen van de gewone bevolking kan daar snel in tussenkomen. Dat kan leiden tot ontgoocheling onder de duizenden activisten die naar de beweging uitkijken of de vele tienduizenden die naar een alternatief zoeken. De linkerzijde en de arbeidersbeweging zullen een oplossing moeten aanreiken voor de vele jongeren en arbeiders die vandaag tijdelijk verleid worden door de anti-systeemretoriek van Grillo.

ALBA, het Comité tegen de schulden en de strijd voor een nieuwe arbeiderspartij

De opkomst van Grillo maakt vooral duidelijk dat we in een uitzonderlijke situatie zitten met een scherpe versnelling van sociale en historische processen. Dit tijdperk wordt ook gekenmerkt door bijzonder snelle veranderingen van het volledige politieke kader.

Zelden werd de nood aan een nieuwe politieke formatie zo hard aangevoeld. Er is nood aan een politiek wapen voor diegenen die willen ingaan tegen de frontale aanval van de heersende klasse op de levensstandaard van de werkende bevolking.

Dit leidt onvermijdelijk tot discussie over een politiek initiatief. De poging van de leiding van de metaalvakbond FIOM om een ‘ultimatum’ te stellen aan de politieke partijen, was een uitdrukking van het feit dat een groeiend aantal syndicalisten een politieke uitdrukking wil, een megafoon die kan gebruikt worden om de strijd te versterken en diegenen bijeen te brengen die zich tegen het systeem willen organiseren.

Op 1 oktober vorig jaar reageerden duizend activisten, vakbondsleiders en arbeiders in strijd instemmend op een oproep van de voormalige FIOM-voorzitter Giorgio Cremaschi en delen van de basisvakbonden om een organisatie op te bouwen voor het organiseren van strijd en discussie rond een politiek programma tegen de crisis.

Het politieke ‘manifest’ van de stichtingsconferentie van het ‘Comité tegen de schulden’ had het over het verwerpen van de overheidsschulden en er werd gepleit voor de nationalisatie van de banken en de financiële sector onder arbeiderscontrole als manier om de verantwoordelijken voor de crisis van het kapitalisme te laten betalen.

De afgelopen maanden was er een gevoel van berusting en wanhoop als gevolg van de algemene frustratie over de politieke situatie, het aankondigen en terug afgelasten van een algemene staking door de vakbondsfederatie Cgil,… Dat is een uitdrukking van het feit dat er geen concrete actievoorstellen of eisen komen, onder meer rond de overheidsschulden. Daarnaast was er in het Comité tegen de schulden het probleem van het opportunisme waarmee linkse strekkingen als Sinistra Critica (Verenigd Secretariaat van de Vierde Internationale) en FalceMartello (IMT) in het comité ‘werkten’. Het maakt dat het proces van opbouw, versterking en consolidatie van het Comité tegen de schulden grotendeels is stilgevallen.

Het is niet uitgesloten dat het dieper worden van de Eurocrisis en de schuldencrisis in Italië leidt tot een nieuwe dynamiek voor het Comité tegen de schulden, maar het ziet er niet naar uit dat dit het meest waarschijnlijke perspectief is.

Tegelijk is er een nieuwe discussie gestart rond het voorstel van de linkse krant ‘Il Manifesto’. Dat voorstel staat bekend onder de naam ALBA, een alliantie van de arbeidersbeweging met campagnes voor de publieke sector en het milieu. Er was een eerste nationale bijeenkomst van ALBA in Firenze met activisten uit sociale bewegingen, vakbondsleiders en gewone burgers. Het politieke programma van ALBA is nog niet duidelijk en erg verward. Maar we kunnen niet uitsluiten dat er een zekere steun komt van diegenen die uit afkeer tegenover de gevestigde partijen zoeken naar een nieuw politiek onderdak.

Het succes van de Vijf Sterren Beweging toont het potentieel en ook dat een politiek vacuüm niet lang kan blijven bestaan. Er zijn enorme mogelijkheden en kansen. Maar als de linkerzijde afwezig blijft, kunnen andere krachten waaronder de rechterzijde het terrein bezetten dat vrij komt door de ineenstorting van de linkerzijde.

In de komende periode zal Controcorrente haar werking binnen de vakbonden verderzetten met een campagne voor een strijdbare leiding en de verdediging van het idee van een algemene 24-urenstaking als eerste stap van verzet tegen de regering-Monti en de aanvallen van deze regering. Tegelijk zullen we blijven samenwerken met het Comité tegen de schulden, zullen we de ontwikkelingen van ALBA volgen en blijft er de mogelijkheid dat er een nieuw initiatief ontstaat, bijvoorbeeld vanuit of rond de metaalbond FIOM.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop