Kan Groen een betrouwbare linkse factor vormen in Antwerpen?

De Antwerpse afdeling van Groen wil met een open progressieve lijst naar de gemeenteraadsverkiezingen trekken. Zo wil ze het verschil maken met de twee grote blokken van SP.a-CD&V enerzijds en N-VA anderzijds. De ervaring leert ons echter dat Groen bijzonder snel meestapt in een neoliberaal beleid en vanuit een machtspositie geen of amper verschil maakt.

Groen wil open progressieve lijst

De directe aanleiding voor de oproep van Groen voor een open progressieve lijst, was de beslissing van burgemeester Patrick Janssens voor een stadslijst met een kartel van SP.a-CD&V en een open uitnodiging aan de VLD.

Door geheel op te gaan in de lijst-Janssens, bevestigt de SP.a in Antwerpen niet de bedoeling te hebben om een progressieve koers te varen. De stadslijst is een poging om de coalitiepartners vast te klinken aan de burgemeester. Hij hoopt zo sterker te staan als na de verkiezingen onderhandelingen nodig zijn met De Wever.

De stadslijst is niet meer dan een tactisch politiek spelletje. Met inhoudelijke voorstellen heeft dat niets te maken, laat staan dat er wordt uitgegaan van de belangen van de werkende bevolking, de werklozen, de jongeren, … Groen grijpt de ruimte die daardoor ontstaat om eveneens een open lijst aan te kondigen.

Centraal daarbij zijn volgens de groenen discussies over de Antwerpse Ring, de stadsontwikkeling en het sociaal beleid. Wij ontkennen niet dat dit belangrijke thema’s zijn, maar de ervaring met Groen, zowel in het Antwerpse stadsbestuur als in federale en Vlaamse regeringen, heeft aangetoond dat de partij zodra ze deelneemt aan de macht ook op deze punten geen verschil maakt.

Machtsdeelname is nochtans het uitgesproken doel van de groene open lijst. De partij stelt dat noch het kartel SP.a-CD&V noch N-VA een meerderheid zal halen en dat bijgevolg “de coalitiekeuze een belangrijk element” wordt. “Mensen die een progressief beleid willen in de volgende bestuursperiode”, aldus Groen,”kunnen bij de groene open lijst terecht.” De open progressieve lijst wordt dus al voor de verkiezingen op een dienblaadje aangeboden aan diegene met het hoogste bod: de lijst-Janssens of de lijst-De Wever.

Waarom werd Agalev van de kaart geveegd?

Die drang naar machtsdeelname brengt ons bij de ervaringen met Agalev, de voorloper van Groen. Na de verkiezingen van 1999 werd een paarsgroene regering gevormd, zowel federaal als in Vlaanderen. Het zou uiteindelijk leiden tot de ondergang van Agalev en de naamsverandering om ‘een nieuwe start’ te nemen. Als het van Groen afhangt, zal die nieuwe start snel de richting van het oude eindpunt uitgaan.

De regeringsdeelname was niet bepaald een succes voor Groen. De partij heeft dat steeds genuanceerd door te wijzen op een aantal verwezenlijkingen: de belofte van een kernuitstap tegen 2012, de wettelijke verankering van een groeipad naar de 0,7% voor ontwikkelingssamenwerking, een antidiscriminatiewet, een akkoord in de zorgsector “als antwoord op de witte woede”, … Vandaag blijkt dat die ‘verwezenlijkingen’ loze beloften waren: de kerncentrales functioneren nog steeds, de 0,7% van het BBP voor ontwikkelingssamenwerking wordt nog steeds niet gehaald, de witte woede moet nog altijd actie voeren, … De herinneringen aan de Groene regeringsdeelname die vooral blijven plakken, zijn de ecotaksen, de beschamende flaters van minister Aelvoet, de wapenleveringen aan de ‘prille democratie’ in Nepal, de provocatie van minister Byttebier aan het adres van de gehandicaptensector toen die Bart Somers gelijk gaf dat de sterke aangroei van de wachtlijsten deels te verklaren valt omdat er mensen zijn die “onterecht gehandicapt worden verklaard”, en het doodvonnis voor de gemeente Doel dat mee door Agalev werd goedgekeurd.

“Wat een mooie brug”

We geven toe dat dit beeld op wat Groen in de regering realiseerde eenzijdig is. Er werden veel meer beslissingen genomen of gesteund door deze partij. Zo werd het volledige mobiliteitsproject in Antwerpen, inclusief het BAM-tracé, goedgekeurd door een Vlaamse regering met Groen. Dat vormde op zich geen probleem, het voorstel was immers opgemaakt door een stadsbestuur waarin Groen evenzeer zat. Het eerste ontwerp van de brug lokte bij het groene kopstuk Mieke Vogels trouwens de legendarische uitspraak “Wat een mooie brug” uit.

Uiteraard is het positief dat Groen, net zoals burgemeester Janssens, een bocht heeft gemaakt in het Oosterweeldossier. Het pleit voor Groen dat het veel vroeger dan de burgemeester heeft omgekeken en alsnog op de kar van het protest is gesprongen. Maar in de mobiliteitsdiscussie in Antwerpen beperkt de partij zich wel tot een technische discussie van waar welk traject moet komen. Het voorstel om de Liefkenshoektunnel tolvrij te maken, steunen we uiteraard. Het voorstel om de Ring zo ver mogelijk van de binnenstad te leggen, evenzeer. Ook de overkapping van de Ring is nuttig. Maar waar blijven de groene voorstellen om het openbaar vervoer in Antwerpen drastisch uit te breiden en gratis te maken? Het volstaat niet om de auto uit de binnenstad te weren indien er geen betaalbaar en praktisch alternatief voorhanden is.

Ook op het vlak van het openbaar vervoer heeft Agalev destijds in de regering geen verschil gemaakt. De aanstelling van Karel Vinck als nieuwe spoorbaas door de toenmalige regering betekende in de praktijk het versnellen van de afbouw van de dienstverlening en een versnelde voorbereiding op privatisering.

In een standpunt van LSP-Antwerpen over de mobiliteit in de stad stelden we volgende elementen voor (zie: http://www.socialisme.be/lsp/archief/2009/09/28/wapper.html):

  • Het openbaar vervoer massaal uitbreiden en gratis maken zodat het een aantrekkelijk en haalbaar alternatief wordt voor het individueel vervoer over de weg. Vandaag spendeert het Mobiliteitsplan 80% van de middelen aan het tracé. Wij zouden de logica omkeren en het budget voor openbaar en ander alternatief vervoer drastisch optrekken. Dat zou de mogelijkheid bieden om te komen tot volledig gratis openbaar vervoer, frequenter en langer rijdend, een uitbreiding van het bestaande net (met bijhorende uitbreiding van het personeelsbestand), een herwaardering van de buurtspoorwegen en kleine stopplaatsen en stations, grotere toegankelijkheid voor gehandicapten, …
  • Alternatieven onderzoeken voor containertransport dat het vrachtwagenverkeer tot enkel het hoogst nodige kan beperken. De idee van een transportband onder de Schelde voor containers leek voor iedereen een goed idee in die richting, maar is nu helaas voor minstens tien jaar op de lange baan geschoven.
  • Milieuvriendelijke mobiliteitstechnologieën stimuleren terwijl vandaag de economie het winstbejag hoger dan mens en milieu plaatst.

Groen omspringen met een blauwe portemonnee?

Een cruciale kwestie bij de komende gemeenteraadsverkiezingen is de vraag naar de middelen voor het lokale niveau. Met het verdiepen van de crisis dalen de inkomsten van de overheden en wordt bespaard. De bankencrisis heeft de Gemeenteholding droog gezet. De besparingen op federaal en Vlaams niveau zetten de levensstandaard van de bevolking onder druk en bouwen de dienstverlening verder af (onder meer op vlak van gezondheidszorg, openbaar vervoer, … ). Ook de gemeenten zullen moeten besparen. Hoe denkt Groen een progressief beleid te voeren tegen die financiële achtergrond?

Dit is geen retorische vraag. Na een jaar beleid in de bestuursperiode 2000-2006 moesten toenmalige Agalev-kopstukken Dirk Geldof en Freya Piryns erkennen dat hun partij niet tevreden kon zijn met wat bereikt werd in Antwerpen: “Agalev kan niet tevreden zijn met de resultaten die het Antwerpse college tot nog toe voorlegt. Maar elke ploeg heeft een inwerktijd nodig. En de financiële situatie van deze stad is en blijft moeilijk.” (Gazet van Antwerpen, 31 augustus 2001). Waarom zou dat nu anders zijn? De financiële situatie ziet er niet beter uit.

In Mechelen, waar Groen in kartel met Bart Somers en Open Vld naar de kiezer trekt, lost de blauwgroene coalitie dat zo op: de prijs voor vuilniszakken werd er opgetrokken van 1,5 naar 2,5 euro. De groene schepen verklaarde dat dit goed is voor het milieu, de blauwe burgemeester, dat het goed is voor de portemonnee. In de praktijk is het een bijzonder asociale taks: arm en rijk betalen evenveel, los van hun inkomen en middelen. Ook in Antwerpen heeft Groen een kwalijke reputatie betreffende de vuilniszakken, de duurdere prijzen werden destijds door schepen Vogels aangeprezen als responsabiliserend.

Vandaag zegt Groen dat het in Antwerpen iets aan de armoede wil doen. Maar toen Agalev in 2001 aan de macht was, besloot de ‘budgetcel’ (een kernkabinet met ook schepen Pairon van Agalev) om 1,4 miljard frank te besparen, waaronder 200 miljoen frank op het OCMW en 240 miljoen frank op het stedelijk onderwijs. Groen nam zat ook in het bestuur toen de OCMW-ziekenhuizen werden klaar gestoomd voor een operatie ‘commercialisering’. Het zogenaamde Ziekenhuis Netwerk Antwerpen, waar nadien werd geprobeerd om zoveel mogelijk diensten uit te besteden.

Een echte linkse partij moet vertrekken van de belangen van de werkende, werklozen, gepensioneerden, … en niet van wat de liberale portemonnee aan besparingen te bieden heeft. Een linkse politiek zou vertrekken van massale investeringen in sociale woningen om huisvesting betaalbaar te maken, de uitverkoop aan de privé van openbare diensten stopzetten, de gemeentediensten uitbreiden (onder meer scholen, thuiszorg, brandweer, buurthuizen,…) door er degelijke jobs te creëren, gratis en degelijk openbaar vervoer voorzien,… Om dat te betalen, zou een constante mobilisatie nodig zijn om de eisen van onderuit kracht bij te zetten en af te dwingen van de hogere overheden. Dit zou uiteraard niet tot één gemeente beperkt mogen blijven, maar met een voorbeeld zou het makkelijker zijn om andere gemeenten mee te trekken.

Desnoods moet de gemeente een begroting opmaken die ingaat tegen de regels die van bovenaf worden opgelegd. We zouden kunnen weigeren om de Antwerpse stadsschuld terug te betalen en nagaan hoe we de enorme middelen die aanwezig zijn in de Antwerpse regio ten voordele van de gemeenschap kunnen aanwenden.

Antwoord op sociale drama’s

Groen beweert dat de open lijst in Antwerpen voor een sociaal beleid gaat. Er wordt onder meer verwezen naar de dramatische armoedecijfers in Antwerpen. Dat is volkomen terecht. Maar wat zijn de antwoorden van Groen daarop? Hoe zal de partij dit aanpakken als ze niet buiten de budgettaire lijnen wil kleuren?

Het sociale aspect van Groen is graatmager. De reden daarvoor moet niet ver worden gezocht: de partij vertrekt niet vanuit de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal om alternatieven naar voor te schuiven. Het blijft beperkt tot morele verontwaardiging. We begrijpen dat, maar denken dat het nergens toe leidt als het daarbij blijft. Het is ook in dit kader dat we de oproep van Groen-voorzitter Van Besien moeten zien. Hij stelt dat de progressieve lijst in Antwerpen vooral mikt op mensen uit actiecomités en “uit de bedrijfswereld”.

Bij zowat alle belangrijke sociale strijdbewegingen de afgelopen jaren, nam Groen een ‘mossel noch vis – standpunt’ in. Neem nu de pensioenhervorming. Als het van Groen af hing, dan maakte de partij deel uit van de huidige federale regering. De partij wist dat het een besparingsregering zou worden, maar dat was geen probleem. Uiteindelijk stemde Groen tegen de pensioenhervorming, maar niet uit verzet tegen de asociale effecten ervan, maar omdat ze gebaseerd was op een “bric-à-brac” wetgeving. Met het principe van langer werken is de groene partij het volkomen eens. Aangezien de feitelijke pensioenleeftijd een pak onder de officiële pensioenleeftijd van 65 jaar ligt, is er volgens Groen “zeer veel ruimte om langer te werken zonder verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd.” Brugpensioen mag blijven bestaan, maar niet om “onbedoeld” gebruikt te worden zoals vandaag. Wel eerder als onderdeel van “uitgroeibanen”. Dat stond alvast in het verkiezingsprogramma in 2010.

Ook rond andere kwesties bleef Groen ofwel afwezig of had ze niet door wat er op het spel stond. Een gevoelig thema in Antwerpen is de verzelfstandiging van het stedelijk onderwijs in het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs. Tegen die maatregel werd op 23 maart 2011 nog massaal betoogd door het personeel van het voormalige stedelijk onderwijs. Hun verzet tegen de aanval op hun statuut werd niet gesteund door de ‘progressieve’ partijen. Groen en SP.a stemden allebei voor de verzelfstandiging.

Zo kunnen we nog verschillende voorbeelden geven, maar de essentie komt hierop neer dat Groen niet vertrekt van de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal. Daardoor kunnen de Groenen zelfs op vlak van ecologie niet doeltreffend zijn. Milieuvervuiling en een passieve opstelling tegenover klimaatverandering is onderdeel van de logica van dit kapitalistische systeem. Als we de essentie van die logica niet bestrijden, dan blijven we in het beste geval ter plaatse trappelen.

In het verzet dat momenteel woedt tegen de pensioenhervormingen of tegen het volledige Europese besparingsbeleid (als onderdeel van het beruchte ‘sixpack’ waar Groen niet volledig tegen stemde), vormt Groen geen betrouwbare bondgenoot. Dat verklaart meteen waarom de partij amper zichtbaar is in het sociale verzet. In de periode van scherpe sociale polarisering en strijd die voor ons ligt, zal dit eens te meer blijken.

Dat Groen de winstlogica van het kapitalisme volledig aanvaardt, wordt ook duidelijk geïllustreerd door de quasi probleemloze integratie van de sociaal-liberalen van de voormalige SLP. Enkel ex-minister Jef Tavernier en Rita Brauwers, fractieleidster in de Brugse gemeenteraad verlieten uit onvrede de partij. Ze klaagden het gebrek aan discussie rond de integratie van SLP in Groen aan. Bij de verkiezingen in 2010 stonden verschillende “liberalen met een progressief sausje” op lijsten van Groen, ook in Antwerpen. Liberalisme en ecologisme – zoals het door Groen beleden wordt – gaan blijkbaar hand in hand.

Anders aan politiek doen?

Tenslotte nog een opmerking over hoe weinig ‘anders’ de Groenen aan politiek doen. We zullen de perikelen van het Visa-schandaal in Antwerpen, waarin ook de twee Groene schepenen betrokken waren, voorts niet oprakelen. Wel willen we verwijzen naar de Franstalige groene kopman Javaux die burgemeester is in Amay.

In Amay vormt Ecolo een coalitie met de liberale MR. Dat is op zich geen unicum. Op een boogscheut van Antwerpen, in Mechelen, vormen liberalen en groenen niet alleen een coalitie maar zelfs een kartel. Javaux lag in 2011 onder vuur omdat hij verschillende functies cumuleert, terwijl zijn partij verklaart tegen cumuls te zijn. Javaux verdedigde zich: “Het is geen cumul… Je kan erover kibbelen, maar een burgemeester van een gemeente met minder dan 15.000 inwoners (en zonder een ander verkozen mandaat) moet net als de schepenen een job hebben.” Ter info: als burgemeester van een kleine gemeente verdient Javaux 3.000 euro bruto per maand. In tegenstelling tot een groot deel van de bevolking kan Javaux daar blijkbaar niet mee rondkomen.

Om toch maar aan de macht te kunnen deelnemen, ging Javaux bijzonder ver. WikiLeaks bracht documenten waaruit bleek dat de Ecolo-leider een totaal ander discours hanteert tegenover de Amerikaanse ambassadeur in ons land, dan tegenover de kiezers: hij verklaarde betere relaties te willen opbouwen met bedrijven als Electrabel, dat de kerncentrales best langer mogen openblijven, dat de Belgische militaire operatie in Afghanistan positief is, … Dergelijke dubbelspraak is geen unicum binnen de groene familie. Toen Groen in Gent een kartel aanging met SP.a werden alle bezwaren rond het prestigeproject aan het St-Pietersstation of de vervolging van de Roma’s onder tafel geveegd.

Illusies in Groen doorprikken

We begrijpen dat sommigen in het kader van de gemediatiseerde en nietszeggende verkiezingsstrijd tussen Janssens en De Wever zullen uitkijken naar een ‘andere stem’ en daarbij illusies hebben in Groen. Groen vormde samen met Vlaams Belang de voorbije 6 jaar de oppositie op ‘t Schoon Verdiep en het hoeft niet gezegd dat Groen zich in die omstandigheden als enige wat linkse retoriek aanmat. De meerderheid werd geviseerd omdat ze reële inspraak weigert aan de Antwerpenaren die zich organiseren in allerlei comités en omdat een groeiende laag van arbeiders en jongeren, al dan niet van immigrante afkomst, uit de boot vallen. Met een dergelijke retoriek kan ze bij een deel van de linkse kiezers de illusie opwekken dat Groen het “anders” zou aanpakken.

De ervaring heeft geleerd dat Groen als machtspartij geen verschil maakt, dat verklaart waarom de partij zo weinig problemen heeft met de kartels die ze vormt in Gent of Mechelen. De linkerzijde heeft nood aan een eigen stem en zal daar zelf aan moeten bouwen. Dat kan het beste door met de linkse organisaties, syndicalisten en activisten samen te werken. Als dat niet mogelijk is, kan een onafhankelijke campagne een aanzet geven om de discussie over een breed en democratisch politiek verlengstuk op de agenda te zetten.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop