Politierepressie resulteert in vele gewonden op Martelarendag

De ‘troika’ toont zijn ware aard

Op maandag 9 april gebruikte de Tunesische politie brutaal geweld om vreedzame betogers in het centrum van Tunis te onderdrukken. Deze ‘Zwarte Maandag’ toont het ware karakter van de driepartijencoalitie (de ‘troika’) die aan de macht is. Dit is een coalitie die bereid is om de slechtste gebruiken van Ben Ali’s dictatuur opnieuw in te voeren om oppositie tegen hun zwakke heerschappij te onderdrukken.

CWI reporters


Protestactie aan Tunesische ambassade

  • STOP POLITIEREPRESSIE TEGEN POLITIEKE EN SYNDICALE ACTIVISTEN
  • VOOR VRIJE MENINGSUITING EN RECHT OP ORGANISATIE
  • STOPZETTEN VAN DE NOODTOESTAND
  • DE ONMIDDELLIJKE VRIJLATING VAN ALLE GEARRESTEERDE BETOGERS
  • VOOR EEN ONAFHANKELIJK ONDERZOEK DOOR DE VAKBOND UGTT, DE UDC, … NAAR WIE VERANTWOORDELIJK IS VOOR HET POLITIEGEWELD

Vrijdag 13 april, 10.00 Tervurenlaan 278, 1150 Brussel

Met het openbaar vervoer – Vanaf Brussel Centraal (ongeveer 20 min) Metro 1 richting Stockel tot aan Montgomery, Tram 39 richting Ban-Eik, afstappen Jules Ceasar, Tram 44 richting Tervurenstation, afstappen Jules Ceasar


Op 9 april waren verschillende acties en betogingen in de hoofdstad georganiseerd om ‘Martelarendag’ te herdenken, een verwijzing naar de bloedige repressie van de onafhankelijkheidsbeweging door de Franse koloniale troepen in 1938. Deze gelegenheid werd door velen aangegrepen om te protesteren tegen de huidige regering, geleid door Ennahda, alsook om de slachtoffers van de contra-revolutionaire moorden van het vorig jaar te herdenken en om het verbod op betogingen in de Bourguibalaan (opgelegd door de regering in eind maart) te doorbreken. Een aantal betogers hadden dagenlang vanuit het binnenland gereisd om in de hoofdstad te betogen.

Mensen begonnen zich te verzamelen in the centrum van de hoofdstad vanaf de vroege ochtend. De grootste groep verzamelde op de Mohammed V-laan. Op weg naar de Bouguibalaan werd de menigte van duizenden betogers, waaronder ook kinderen en ouderen, geconfronteerd met brutale politierepressie. Een massale hoeveelheid traangas werd ingezet, rubberen kogels werden afgevuurd en er werd veelvuldig gebruik gemaakt van knuppels, stokken en elektrische wapens.

De locatie werd snel een veld van ongeordend politiegeweld, waarbij mensen flauwvielen en verstikten door het traangas, politiewagens en bromfietsen met gemaskerde agenten de menigte inreden en tientallen mensen in elkaar geslagen werden, waaronder ook voorbijgangers, advocaten, journalisten en oppositieleden van de Grondwetgevende Vergadering die op de betoging waren. Velen werden naar het ziekenhuis gebracht met ernstige verwondingen en een onbekend aantal werd gearresteerd. Vooral gekende linkse activisten werden het slachtoffer van geweld en arrestaties. Een jonge betoger die als gevolg van het politiegeweld een hersenbloeding opliep, bevindt zich nog tussen leven en dood in het ziekenhuis.

Daarbij komen nog de vele verslagen en foto’s die de aanwezigheid bewijzen van gewapende burgermilities die de politie ondersteunden in het achtervolgen van betogers en het ‘schoonmaken’ van nabijgelegen straten. Hierbij gebruikte ze gelijkaardige gewelddadige methodes als fascistische groeperingen. De meeste mensen vermoeden dat de groepen die de politie ondersteunden Ennahda steunen.

Leugens van de regering

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken, in navolging van andere regeringsstemmen, heeft een reeks aanklachten tegen de betogers verzonnen. Zo zouden de betogers Molotovcocktails gebruikt hebben. Hoewel er veelvuldig bewijs is van de gewelddadige provocaties van de politie, zijn er geen bewijzen voor deze aanklachten. In dezelfde lijn veroordeelde president Moncef Marzouki de “onaanvaardbare hoeveelheid” geweld “van beide kanten”, waarbij de willekeurige agressie van een zwaar bewapende politie op gelijke voet geplaatst wordt met het veronderstelde ‘geweld’ van burgers, waarvan het meest gewelddadige deel uit jongeren bestaat die stenen naar de politie gooien als reactie op het gewelddadig gedrag van de politie. Zij die nog steeds dachten dat Moncef Marzouki’s verleden als activist voor mensenrechten een garantie zou zijn tegen repressie, zullen weinig twijfels overhouden na zulke schandalige verklaringen.

“Tunesie wordt niet door dictatuur, maar door chaos bedreigd.”, zei Rached Ghannouchi, de leider van Ennahda, waarmee hij de schuld stak op wat hij omschreef als “stalinistische anarchisten” die chaos in het land willen verspreiden. Deze politieke verdediging van de acties van de politie tonen aan dat de gebeurtenissen van maandag niet toevallig zijn, maar door de machthebbers georganiseerd zijn in een poging om de meest actieve lagen van de samenleving te intimideren en om hun pogingen om tot verandering te komen te ontmoedigen. Dit moet dienen als ‘voorbeeld’ voor diegenen die de regering durven tegenspreken, een regering wiens gebrek aan vermogen of verlangen om verandering te brengen met de dag duidelijker wordt voor de massa’s van de bevolking. Of de nieuwe machthebbers geslaagd zijn in hun opzet is een andere zaak.

Een keerpunt

Deze repressie volgt op aanvallen op een andere betoging door de UDC (vakbond van de werkloze afgestudeerden) georganiseerd op zaterdag met als centrale eis voor het recht op een degelijke job voor iedereen. De reactie van de politie was gelijkaardig, met veel arrestaties en verwondingen, een soort ‘repetitie’ voor de gebeurtenissen op maandag. Vorige week werd een betoging bijgewoond door de slachtoffers van de revolutie en de families van martelaars brutaal aangevallen door de politie. En dat voor het hoofdkwartier van het Ministerie voor Mensenrechten! In februari gaven wij ook verslag van de aanvallen op de kantoren van de vakbondsfederatie UGTT. Maar deze nieuwe opgang in repressie duidt op een keerpunt. Hoewel de betoging van maandag klein was, is de impact van de repressie ervan nu al groot en deze zal wellicht bredere lagen van van de bevolking radicaliseren tegen de door Ennahda bestuurde regering.

Dit zal het groeiende begrip versterken dat de heersende partijen vijandig staan tegenover de verlangens die de werkende bevolking en de jeugd van de revolutie hadden en ander geen antwoord dan repressie kunnen bieden op de eisen van de bevolking. De terugkeer naar de traditionele methodes van de politie van Ben Ali wordt door een brede laag erkend, samen met de gevaren van een beweging naar een nieuwe dictatuur. Velen zullen de ‘dubbele standaard’ van de regering opmerken, wiens tolerantie van reactionaire salafistische groeperingen een scherp contrast vormt met de gewelddadige repressie van acties van linkse tendensen en vakbonden.

Doorheen het land is de spanning nu intens en deze repressie kan een weerslag veroorzaken; sinds maandag hebben overal in het land meerdere soldariteitsacties (bijvoorbeeld in Monastir, Sousse en Sfax) en confrontaties tussen jongeren en de politie plaatsgevonden . Er was een algemene staking in Ktar (in de Gafsa streek), een gelijkaardige staking gaat door in Sidi Bouzid en de kantoren van Ennahda zijn in meerdere gebieden afgebrand. In Sousse is er een staking van alle studenten en scholieren aangekondigd en andere acties door de studentenvakbond, de UGET, worden besproken.

Op 11 april besloot een Raad van Ministers om het verbod op betogingen in de Bourguibalaan op te heffen. Dit toont aan dat de regering niet bereid is om een frontale confrontatie aan te gaan met de revolutionaire jeugd en arbeiders en dat ze een bredere reactie vrezen. De initiële schok en de daaropvolgende, breedgedragen reacties die de repressie in veel streken veroorzaakt heeft, heeft de regering gedwongen tot dit besluit in een poging om de situatie te Kalmeren.

Na de gebeurtenissen van maandag is deze kleine overwinning belangrijk. De harde repressie van de regering had als resultaat dat het regime een van de centrale eisen van de betogers moest toestaan: het terugeisen van hun straat, een historisch symbool van de revolutie die de dictator Ben Ali in januari van vorig jaar verdreef. Nochtans maken de gebeurtenissen van de voorbije dagen duidelijk in welke richting het nieuwe regime wil bewegen. De regering zal nieuwe pogingen ondernemen om een tegenaanval te lanceren. Een nieuwe periode van verhitte strijd is aan het beginnen. De UGTT en de UGET zullen misschien de mogelijkheid overwegen van het organiseren van een nationale 24-urenstaking om de regering duidelijk te maken dat elke poging om democratische of sociale rechten te ondermijnen een ernstige weerstand zal ondervinden vanuit de arbeiders, studenten, jongeren en iedereen die wil dat de revolutie van ‘vrijheid, jobs en waardigheid’ zijn doelen vervult.

Het CWI veroordeelt de toenemende politierepressie en vervolging van politieke activisten en vakbondsmilitanten. Wij pleiten voor vrijheid van meningsuiting en vereniging voor iedereen, een einde aan de voortdurende staat van beleg en het vrijlaten van alle betogers die in de voorbije dagen gearresteerd zijn. Een onafhankelijk onderzoek naar de verantwoordelijken voor het politiegeweld tijdens het weekend en op maandag moet geleid worden door de UGTT, de UDC en andere organisaties met een basis in de bevolking.

Wij betuigen onze solidariteit met allen die voor hun rechten strijden in Tunesië en zullen er voor zorgen dat alles gedaan wordt om het ware gezicht van het zogezegd nieuwe, ‘democratische’ Tunesië te tonen. Waar we dit kunnen, zullen wij ook revolutionaire activisten steunen in wat een uitgerekte strijd zal worden tegen pogingen om een nieuw autoritair, repressief regime te vestigen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop