Rapport Europese ondernemingsraad bevestigt leefbaarheid Luikse staalsector

Mittal zet een verdere stap om de hoogovens van Ougrée te sluiten door de gascentrales voor de hoogovens in 2014 stil te leggen. Intussen verscheen een rapport in opdracht van de Europese ondernemingsraad van het bedrijf over de leefbaarheid van de staalsector in de Luikse regio. Eerder had de directie een rapport laten opstellen, het rapport-Laplace, waaruit bleek dat de warme fase van de Luikse staalsector niet rendabel was. Het nieuwe rapport-Syndex spreekt dat evenwel tegen. De Luikse staalsector heeft een toekomst en is winstgevend. Het rapport wijst erop dat foute beslissingen van de directie een bedreiging vormen.

Artikel door Simon (Luik) uit de aprileditie van ‘De Linkse Socialist’

De strategie van Mittal wordt al langer betwist door de syndicale delegaties. Deze strategie bestaat uit besparingen op investeringen die noodzakelijk zijn om de productie op peil te houden. Het geld dat zo wordt uitgespaard, gebruikt Mittal om zich in de mijnbouw in te kopen. Dat is een sector waar de speculatie vandaag hoogtij viert. Het bedrijf concentreert haar investeringen in bepaalde productiesites en laat andere vallen. Die laatste sites zijn op korte of iets minder korte termijn ten dode opgeschreven. Deze afname van de productie beperkt de mogelijkheden voor het bedrijf, zeker indien de vraag opnieuw zou toenemen. Mittal moest recent een bestelling van 2,5 miljoen ton afwijzen. Dat is nochtans net de capaciteit van de Luikse hoogovens. De strategie van de directie is des te schandaliger als we zien dat de top van het bedrijf niet aarzelt om zichzelf riante bonussen toe te kennen. Het topmanagement van ArcelorMittal heeft zichzelf een bonus van 7,2 miljoen dollar toegekend, 138% meer dan vorig jaar. De persoonlijke bonus van Lakshmi Mittal is met 199% toegenomen.

De discussie onder de arbeiders en syndicalisten moet meer dan ooit over de noodzaak van nationalisatie gaan. Het heeft geen enkele zin om deel te blijven uitmaken van een groep die bewust de productie van bepaalde sites ondermijnt. Om de heropstart van het bedrijf onder gemeenschapscontrole technisch gezien mogelijk te maken, wijzen de vakbonden op het voorbeeld van het Duitse staalbedrijf Dillinger Hütte in het Saargebied. Dat staalbedrijf was ongeveer even groot als de staalsector in het Luikse. In het verleden was het in handen van Arcelor, maar sinds acht jaar zet het haar activiteiten onafhankelijk voort. Het bedrijf is nu in handen van een publieke regionale holding. Dillinger Hütte doet het intussen goed.

Het feit dat een bedrijf op twee uur rijden van Luik in staat is om op deze manier te overleven, geeft aan dat een nationalisatie een stap vooruit kan betekenen. De politici beweren echter dat de overheid daar geen middelen voor heeft. Ze verklaren ook dat de staat geen bedrijven moet overnemen. Deze politici, met inbegrip van PS-kopstukken als Waals economieminister Marcourt, willen alles aan de ‘markt’ overlaten.

Het is duidelijk dat strijdbare syndicalisten niet op deze politici zullen moeten rekenen. Misschien zullen ze onder druk van onderuit hun mening wel aanpassen, maar in essentie blijven ze verdedigers van het huidige systeem. Syndicalisten moeten nagaan hoe we de nationalisatie kunnen afdwingen en hoe we ervoor kunnen zorgen dat dit niet leidt tot een zelfde scenario als in 2003. Toen was er een zogenaamde nationalisatie waarbij het personeel grote inspanningen moest leveren en het bedrijf snel werd klaargestoomd om terug aan de private sector te worden verkocht.

Om dit te vermijden moeten we beroep doen op de tradities van de arbeidersstrijd. Om het bedrijf uit de handen van ArcelorMittal te halen en het behoud van de warme fase mogelijk te maken, is een bedrijfsbezetting nodig. Om een strijd van langere duur mogelijk te maken, is een solidariteitscampagne nodig onder bredere lagen van de bevolking in de regio. Het potentieel van die solidariteit zagen we op de grote betoging van 7 december in Luik. Bovendien zijn er sterke tradities van solidariteit onder de metallo’s, dat werd eens te meer bevestigd toen de directie van Meister in Sprimont overging tot een schandalige provocatie.

Eens we het bedrijf uit de klauwen van de speculanten hebben gehaald, dan moeten we het beheer zelf opeisen. De arbeiders en de gemeenschap moeten deze sector in handen nemen en ze niet overlaten aan politici die het bedrijf beheren zoals de private sector dat doet. We blijven ons verzetten tegen de sluiting van Cockerill en eisen daarom een nationalisatie onder arbeiderscontrole en zonder enige schadevergoeding.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop