Your cart is currently empty!
Overgangsprogramma. Voor de verdediging van de index, voor arbeidsduurvermindering
In 1938 al nam de Russische revolutionair Leon Trotski het op voor de indexering van de lonen en voor de arbeidsduurvermindering als antwoord op de groeiende werkloosheid op een ogenblik van crisis. De argumentatie rond beide eisen klinkt nog steeds modern, ook al zouden we bepaalde termen vandaag anders naar voor brengen. Zo kan ‘glijdende loonschaal’ als indexering worden omschreven. ‘Glijdende uurschaal’ wijst dan weer op het idee van arbeidsduurvermindering.
In de huidige omstandigheden, nu het kapitalisme in een stadium van ontbinding verkeert, leiden de massa’s het trieste leven van onderdrukten en lopen ze meer dan ooit het gevaar in de afgrond van de armoede geworpen te worden.
Zij zijn gedwongen hun stuk brood te verdedigen, niet in staat het te vergroten of te verbeteren. Het is niet mogelijk en niet nodig om hier de verschillende deeleisen op te sommen, die elke keer in bepaalde nationale, plaatselijke of professionele omstandigheden opduiken. Maar er zijn twee economische kwalen, waarin de groeiende absurditeit van het kapitalisme is samengevat, namelijk de werkloosheid en de levensduurte, die veralgemeende ordewoorden en strijdmethoden eisen.
De Vierde Internationale verklaart de onvoorwaardelijke oorlog aan de politiek van de kapitalisten, die eveneens voor een belangrijk deel de politiek van hun agenten, de reformisten, is, die ertoe neigt, de hele last van het militarisme, de crisis, de wanorde in de geldsystemen en alle andere kwalen van de kapitalistische doodsstrijd op de arbeiders te doen neerkomen. Zij eist werk en een menswaardig bestaan voor iedereen.
Noch geld-inflatie, noch geld-stabilisatie kunnen ordewoorden van het proletariaat zijn, want ze komen beide op hetzelfde neer. Tegen de levensduurte, die naarmate de oorlog dichterbij komt een steeds ongebreidelder karakter krijgt, kan men slechts strijden met het ordewoord van de glijdende loonschaal. De collectieve arbeidsovereenkomsten moeten het automatische stijgen van de lonen gekoppeld aan de stijging van de prijzen van de consumptie-artikels verzekeren.
Zonder gevaar zichzelf tot de ondergang te doemen, kan de arbeidersklasse niet dulden, dat een steeds groeiend deel van de arbeiders in chronisch werklozen worden veranderd, in ellendigen, die van de kruimels van een ondergaande maatschappij leven. Het recht op serieuze arbeid is het enige ernstige recht dat een arbeiders overblijft in een maatschappij die op uitbuiting is gebaseerd. Dit recht wordt hem echter op elk ogenblik ontnomen.
Tegen de werkloosheid, zowel de structurele als de conjuncturele werkloosheid, moet dringend tegelijk met het ordewoord van de openbare werken, het ordewoord van de glijdende urenschaal gesteld worden. De vakbonden en andere massa-organisaties moeten de strijd van hen die werk hebben en van hen die geen werk hebben door de banden van de solidariteit met elkaar verbinden. Het beschikbare werk moet verdeeld worden over alle beschikbare arbeiders, en door deze herverdeling wordt de lengte van de werkweek bepaald. Het loon van elke arbeider blijft natuurlijk hetzelfde als in de oude werkweek. Het loon, met een nauwkeurig gewaarborgd minimum, volgt de beweging van de prijzen. Geen enkel ander programma kan aanvaard worden voor de huidige, rampzalige periode.
De bezitters en hun advocaten zullen de “onmogelijkheid” om deze eisen te realiseren aantonen. De kleinere kapitalisten, vooral diegenen die geruïneerd zijn, zullen bovendien hun boekhouding tonen. De arbeiders zullen deze argumenten en verwijzingen echter resoluut van de hand wijzen. Het gaat hier niet om een “normale” botsing van tegengestelde materiële belangen, het gaat hier er om het proletariaat te bewaren voor verval, ontmoediging en ondergang. Het gaat om leven en dood van de enige scheppende en vooruitstrevende klasse en daarom om de toekomst van de mensheid. Indien het kapitalisme niet in staat is de eisen in te willigen, die onvermijdelijk voortkomen uit de kwalen die het zelf geschapen heeft, blijft dit stelsel niets anders over dan ten onder te gaan. De “mogelijkheid” of “onmogelijkheid” om die eisen te realiseren is in dit geval een kwestie van krachtsverhoudingen, die alleen door de strijd beslist kan worden. Op basis van deze strijd, welke ook zijn onmiddellijke praktische resultaten mogen zijn, zal het best het besef bij de arbeiders groeien, dat de kapitalistische slavernij vernietigd moet worden.