De natuurlijke rijdommen van Kazachstan worden door het dictatoriale regime van Nazarbajev aangewend om een ongenaakbare positie in te nemen. In 2010 trok een economische missie van ondernemers en notabelen uit ons land naar Kazachstan. De missie stond onder leiding van prins Filip en leidde tot het sluiten van een aantal contracten, onder meer door Solvay.
Artikel door Thomas (Namen) uit de maarteditie van ‘De Linkse Socialist’. Meer info vind je ook op de internationale campagnewebsite Campaign Kazakhstan.
In het officiële verslag van het Agentschap voor buitenlandse handel werd niets gezegd over de inbreuken op de democratische rechten of het gebrek aan respect voor de rechten van de arbeiders. Deze stilzwijgende medeplichtigheid wordt gedeeld door de media. Ook het bloedbad eind december werd uit de gevestigde media geweerd.
De lezers van deze krant konden in onze vorige editie een uitgebreid artikel lezen over de repressie tegen de arbeidersbeweging in Kazachstan. Op 16 december werd het vuur geopend op betogers, er vielen tientallen slachtoffers. De dodentol bedraagt wellicht ongeveer 200. Het regime houdt het er op dat “17 vandalen” omkwamen. Die versie haalde de internationale media.
De staking in de oliesector, die intussen al tien maanden duurt, botst op verschrikkelijke repressie. Er zijn doodsbedreigingen, moorden, willekeurige arrestaties, zware veroordelingen en onafhankelijke journalisten worden vervolgd. De strijd in het westen van Kazachstan is een catalysator geworden voor de enorme frustraties onder brede lagen van de bevolking. De syndicale strijd is ook meer en meer een politieke strijd geworden die de vraag naar de controle op de rijkdommen door de arbeiders zelf stelt. De eis voor de nationalisatie van de oliesector wordt aangevuld met de roep naar een onafhankelijke politieke partij om de dictatuur ten val te brengen.
De verkiezingen van 15 januari werden door internationale waarnemers omschreven als een klucht. In de regio waar het bloedbad plaatsvond, werden de verkiezingen afgelast. Maar ook elders werd de vervolging van politieke en syndicale militanten opgedreven.
Twee leiders van de onafhankelijke vakbond Zhanartu en tevens leden van de Socialistische Beweging Kazachstan (een brede formatie waarbinnen onze Kazachse zusterorganisatie actief is), Esenbek Ukteshbaev en Ainur Kurmanov, moesten in ballingschap naar Rusland trekken. Ze worden ook daar gevolgd door de geheime diensten van Rusland en Kazachstan. Er is de constante dreiging dat ze ontvoerd worden om in een Kazachse gevangenis weg te kwijnen. Het regime acht hen verantwoordelijk voor het bloedbad van 16 december.
Onder druk van Europees Parlements-lid Paul Murphy heeft de EU officieel standpunt ingenomen tegen de repressie en opgeroepen tot de vrijlating van de politieke gevangenen. Er wordt ook opgeroepen tot een onafhankelijk onderzoek naar het bloedbad van 16 december. Dat is een eerste stap die uiteraard niet zal volstaan. De internationale solidariteit moet worden opgedreven zodat de strijd tegen de dictatuur in Kazachstan zelf kan worden gevoerd.
Er is een internationale solidariteitscampagne die al de steun geniet van een aantal vakbonden zoals de transportbond RMT (Groot-Brittannië), CGT-SNPE Lorraine (Frankrijk), IF Mettal (Zweden),… Ook in België organiseerden we al enkele protestacties (aan de ambassade en eerder tijdens de voetbalwedstrijd België-Kazachstan) en zullen er nog volgen. Op de internationale campagnesite kan je een petitie tekenen en de situatie verder op de voet volgen: www.campaignkazakhstan.org. Contacteer ons om actief aan de campagne deel te nemen.
In het Europees Parlement was er vorige week opnieuw een discussie over de situatie in Kazachstan. Het parlement veroordeelde het geweld, maar de resolutie bleef dubbelzinnig waardoor Paul Murphy zich moest onthouden (lees hier een Engelstalig artikel hierover). In het debat sprak Paul onder meer over de noodzaak van internationale solidariteit.