Georkestreerde aanval op Rudy De Leeuw bevestigt nood aan beginselvaste vakbondsleiders

De afgelopen dagen lag ABVV-voorzitter De Leeuw onder vuur omdat een vennootschap waarmee enkele familieleden en hijzelf een vervallen pand renoveerden en uitbaatten gebruik heeft gemaakt van de notionele intrestaftrek. De mediacampagne tegen de ABVV-voorzitter kadert in een offensief dat al langer bezig is en ieder verzet tegen het besparingsbeleid wil ondermijnen. Anderzijds bevestigt de ophef rond dit incident de noodzaak van beginselvaste vakbondsleiders.

In het offensief tegen het antibesparingsverzet werden de afgelopen weken alle mogelijke argumenten uitgespeeld. Iedere periode van aarzeling of iedere zwakte vanwege de vakbondsleiding werd onvermijdelijk en op grootschalige wijze uitgespeeld. Het feit dat wekenlang geen duidelijke beslissing werd genomen over het al dan niet staken op 30 januari gaf ruimte aan de tegenstanders om de campagne tegen de staking wekenlang te voeren vooraleer de militanten een duidelijk groen licht kregen voor de actie. Ook nu wordt opnieuw geaarzeld vooraleer een volgende actie wordt aangekondigd. Er wordt hier en daar gesproken over de Europese actiedag van 29 februari, binnen amper twee weken, maar er is nog niets bekend van wat die actiedag zal inhouden. Hierdoor krijgen onze tegenstanders opnieuw vrijspel om hun mediamonopolie te benutten.

Andere zwaktes die worden aangegrepen, zijn o.a. het feit dat de vakbonden de afgelopen jaren weinig initiatieven hebben genomen om jongeren te betrekken. Dat versterkte de mogelijkheid om het mistgordijn van het ‘generatieconflict’ op te trekken. De banden tussen de ABVV-leiding en de sociaaldemocratische regeringspartijen SP.a en PS werden ingeroepen om het gerucht te lanceren dat het ABVV mee de pen van het besparingsbeleid had vastgehouden. En nu wordt ABVV-voorzitter De Leeuw onder vuur genomen met een argument dat systematisch zal terugkomen als campagne wordt gevoerd tegen de notionele intrestaftrek.

Laat het onmiddellijk duidelijk zijn: indien kleine vennootschappen en zelfstandigen verweten worden ook gebruik te maken van de notionele interest, dan is dat enkel bedoeld om de grote bedrijven die het systeem echt tot op het bot misbruiken uit de wind te zetten. In 2009 werd voor 17,3 miljard euro aan notionele intrestaftrek toegekend, slechts 925 miljoen euro of 5% van het totaal daarvan werd toegekend aan KMO’s. Dat is het reële kader waarin we het gebruik van de notionele intrestaftrek door de vennootschap van de familie van Rudy De Leeuw moeten plaatsen. Maar dit neemt niet weg dat het de syndicale argumentatie ondermijnt. Het wordt niet enkel tegen De Leeuw gebruikt, zowat iedere ABVV-delegee en militant kreeg er de afgelopen dagen opmerkingen over. Terwijl de militanten opboksen tegen hun eigen patroon en tegen het mediaoffensief tegen hun acties, wordt hun strijd ondermijnd door het gebrek aan beginselvastheid de vakbondsleiders. Eerder toonde het debacle van ARCO aan dat dit evenzeer in het ACV het geval is.

De Leeuw verklaarde dat hij zijn familie toch niet kon vragen om meer belastingen te betalen omdat hij ABVV-voorzitter is. Hij kondigde ook aan dat hij in juli vorig jaar al ontslag nam uit de raad van bestuur van de betrokken vennootschap, een ontslag dat nog niet officieel werd gepubliceerd. De stuntelige communicatie van De Leeuw maakt het er niet beter op. Feit is dat het niet uit te leggen valt dat een ABVV-voorzitter profiteert van het gebruik van de notionele intrestaftrek. Ook in dit geval stond er geen jobcreatie tegenover de intrestaftrek, of het zou de job van de creatieve boekhouder van de vennootschap moeten zijn die ervoor zorgde dat slechts 5% belastingen op de winst van 13.665 euro werd betaald.

Een groot aantal zwakheden waarop systematisch wordt ingespeeld door de rechtse media komen terug op een rode draad: de SP.a-vleugel in de ABVV-leiding die in woorden en onder druk van de basis verplicht is in te gaan tegen het besparingsbeleid waar ook de SP.a voor staat, maar zich tegelijk met handen en voeten laat binden aan diezelfde SP.a. Rudy De Leeuw is daar een voorbeeld van: hij zit niet alleen in het partijbureau van SP.a maar is ook lokaal SP.a-voorzitter in Denderleeuw, een gemeente waar zijn partij in een coalitie zit met onder meer de N-VA. Ook dat laatste is niet uit te leggen aan vele ABVV-militanten en vormt een zwakte die ongetwijfeld ook nog zal worden uitgespeeld om de geloofwaardigheid van het ABVV te ondermijnen. Het wordt tijd dat de banden met de ‘sociaaldemocratische’ partijen worden verbroken, misschien kan Rudy De Leeuw daarmee beginnen door ontslag te nemen uit het partijbureau en als lokale SP.a-voorzitter.

Het federaal comité van het ABVV besliste om het vertrouwen in De Leeuw te bevestigen. Zijn ontslag was niet aan de orde. Als het zou zijn om hem te vervangen door een nieuwe De Vits of Verboven dan kan hij inderdaad even goed voorzitter blijven. Dit stelt wel de vraag naar hoe de leiding wordt verkozen en de mate waarin die leiding verantwoording aflegt aan de basis. In plaats van SP.a’ers aan te stellen, zou er beter een democratische en transparante verkiezing van de leiders komen door de basis. Bovendien zouden dergelijke vakbondsvertegenwoordigers niet meer mogen verdienen dat het gemiddelde inkomen van de leden die ze vertegenwoordigen en aan wie ze verantwoording verschuldigd zijn.

De aanvallen op De Leeuw zijn gericht op het verzwakken van de basis en het ondermijnen van de syndicale argumenten. De scherpte van de aanvallen maakt duidelijk dat vanuit regering en patronaat steeds meer voor een hard confrontatiemodel wordt gekozen. In een dergelijke confrontatie zullen we als vakbondsmilitanten iedere zwakte in eigen rangen moeten rechtzetten.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop