Duizenden activisten waren dit weekend en de afgelopen dagen betrokken bij straatgevechten met de veiligheidsdiensten. Die probeerden de controle over het Tahrirplein in Caïro terug over te nemen. Er vielen minstens 33 doden en meer dan 1750 gewonden. Er waren ook grote betogingen in Alexandrië, Suez, Mansoura en andere steden. De straatgevechten maakten van het centrum van Caïro een “oorlogszone”.
Een betoger verklaarde: “Het leger had beloofd om de macht binnen de zes maanden over te dragen. We zijn tien maanden verder en het is nog niet gebeurd. We voelen ons bedrogen”.
Op vrijdag 18 november was er een massale betoging op het Tahrirplein, het was de grootste betoging sinds maanden. De meeste aanwezigen op die betoging waren naar verluidt aanhangers van islamistische partijen. Maar ’s avonds volgde er een bezetting van een centraal kruispunt door jongeren. De ordediensten vielen die bezetting zaterdagochtend aan. Dat leidde tot een massale reactie van tienduizenden actievoerders die naar het Tahrirplein trokken om het recht op actievoeren te verdedigen. “De bevolking wil het einde van het regime”, was een populaire slogan op de betoging. Voorheen werd dezelfde slogan geroepen tegen de dictator Hosni Moebarak. Aan de top van het establishment is er verdeeldheid over hoe moet worden gereageerd, dat bleek toen minister van Cultuur Emad Abu Ghazi ontslag nam omwille van de repressie tegen de betogers.
De Britse krant The Guardian beschreef maandag de situatie als volgt: “Tegen zondagavond, na 24 uur van hevige straatgevechten en de verovering van het Tahrirplein door revolutionairen, verschenen de attributen van de opstand tegen Moebarak terug in de hoofdstad. Er werden controleposten van de betogers ingesteld, er werden barricades opgeworpen, er verschenen veldhospitalen ,… Toen het leger aanviel en daarmee ieder mogelijk onderscheid tussen het leger en de gehate oproerpolitie in de hoofden van de betogers had uitgewist, gebeurde dit op bijzonder brutale wijze.” De soldaten werden echter van antwoord gediend en moesten de aftocht blazen. Het vrijheidsplein – dat is de Arabische naam van het plein – werd opnieuw bevrijd, maar niemand durfde te voorspellen hoe lang dat zou duren.
Leger houdt de macht in handen
De gebeurtenissen van afgelopen weekend kwamen er na een groeiend ongenoegen over de rol van de Hoge Raad van de Gewapende Strijdkrachten (SCAF) die vasthoudt aan haar macht. De Raad onder leiding van veldmaarschalk Mohamed Tantawi zou moeten toezien hoe het land overgaat naar een democratie na drie decennia van dictatoriaal bewind onder Moebarak.
Er zijn verkiezingen op 28 november maar steeds meer mensen vrezen dat de SCAF er alles aan zal doen om de macht te behouden, hoeveel doden er ook vallen. In de plaats van de gehate noodwetten af te schaffen, hebben de generaal de werking ervan nog uitgebreid. De afgelopen tien maanden zijn er naar schatting 12.000 mensen voor militaire rechtbanken moeten verschijnen, dat is een hoger aantal dan onder Moebarak.
Bij het protest afgelopen weekend en eerder deze week werd het ontslag van Tantawi geëist. De BBC stelde vast dat de eisen doorheen het weekend veranderden. Afgelopen vrijdag eisten ze dat het leger een datum naar voor zou schuiven om de macht over te dragen, maar tegen het einde van het weekend werd het onmiddellijke ontslag van de militaire leiders geëist.
De langste straatgevechten sinds de val van Moebarak in februari hebben meteen tot de vraag geleid of de verkiezingen wel zullen plaatsvinden. Een aantal oppositiepartijen kondigden aan niet te zullen deelnemen aan die verkiezingen. De pro-kapitalistische oppositiefiguur Mohamed ElBaradei stelde voor dat hij een regering ‘van nationale redding’ zou leiden.
De beelden van betogers op het Tahrirplein die werden aangevallen en met traangas (uit de VS) werden bewerkt, waarbij met rubberkogels op betogers werd geschoten en er doden vielen, deden denken aan wat er na de betoging van 25 januari gebeurde. Dat waren de betogingen die aan de basis lagen van een 18 dagen durende beweging die president Moebarak uiteindelijk van de macht verdreef.
De afgelopen maanden waren er steeds scherpere spanningen tussen het regime van de SCAF en de massa’s die democratische rechten en een beter leven eisten. Deze onderliggende tegenstellingen komen nu tot uitbarsten in wat veel activisten “de tweede revolutie” noemen. Zoals andere revoluties is ook deze in Egypte geen eenmalig feit maar een proces. De massa’s hebben hard gevochten om Moebarak weg te krijgen. Toen die effectief weg was, waren er stakingen in tal van sectoren en gingen de jongeren en anderen voort met hun protest. Grote delen van de bevolking waren uitgeput door de strijd en eisten ‘stabiliteit’. Ze zetten hun hoop in het nieuwe regime om tot democratische verkiezingen en een beter leven te komen. Nu komen brede lagen van de bevolking terecht tot de conclusie dat de SCAF een poging doet om het oude regime met een ander gezicht voort te zetten en dat er nood is aan revolutionaire opleving om echte en blijvende democratische rechten en fundamentele sociale en economische veranderingen af te dwingen.
In september waren er massale stakingen met een nationale staking van de leraars en postarbeiders, een staking van 62.000 personeelsleden van het openbaar vervoer in Caïro. Er was zelfs een staking van gewone politie-agenten tegen de corruptie en de privileges van hun oversten. Arbeiders komen tot de conclusie dat ze geen vertrouwen kunnen stellen in de nieuwe regering en dat ze hun levensstandaard enkel zullen verbeteren en democratische rechten afdwingen door zich te organiseren en in actie te gaan.
Op 9 oktober waren er aanvallen op een koptische kerk. Hierna was er een protestbetoging met zowat 10.000 deelnemers. De betogers trokken naar het hoofdkwartier van de publieke televisiezender Maspero. De betogers werden door soldaten aangevallen, er vielen tal van doden. De media stelden dat de betogers verantwoordelijk ware voor het geweld. De blijvende vervolging van tegenstanders van het regime werd nogmaals duidelijk toen de blogger Alaa Abd El-Fattah werd opgepakt omdat hij de rol van het leger in de aanval bij Maspero had aangeklaagd.
Ondertussen is Michael Nabil Sanad in hongerstaking uit protest tegen de gevangenisstraf van drie jaar die hij in april opgelegd kreeg. Hij had een artikel geschreven waarin hij de nieuwe regering ervan beschuldigde de corruptie en de antidemocratische methoden van Moebarak voort te zetten.
Op 27 oktober werd Essam Atta, een gevangene, dood gemarteld. De foto van zijn lijk deed ook denken aan Khaled Said, een jonge blogger die in 2010 in Alexandrië werd omgebracht door twee agenten. De facebookgroep “We zijn allemaal Khaled Said” was een van de bewegingen die opriep voor de betoging van 25 januari. Velen hadden gehoopt dat de beelden van repressie en geweld samen met het regime van Moebarak zouden verdwijnen.
In het weekend van 19 en 20 november waren er ook grote acties in de haven van Damietta. Het protest daar was gericht tegen de vervuiling door de kunstmestfabriek Mopco. Er waren 20.000 betogers die de haven blokkeerden alsook de toegangswegen tot de stad. De betogers werden aangevallen door het leger en de politie, er vielen twee doden. Aan de andere kant van het land, in Aswan, was er een massale betoging van Nubiërs (Nubië is een regio in het zuiden van het land) als protest tegen het feit dat de politie een Nubische schipper had neergeschoten.
Zelfde repressie als onder Moebarak
Deze incidenten maken duidelijk dat de SCAF dezelfde methoden hanteert als het oude regime. Dat viel ook te verwachten, de top van het leger diende decennialang onder Moebarak. Ze hebben bovendien enorme economische belangen, heel wat grote bedrijven zijn in handen van de legertop. Zij zijn, net als de rest van de Egyptische heersende klasse, vastberaden om hun belangen te verdedigen.
Dat is waarom wij op 11 februari, de dag dat Moebarak moest aftreden, al stelden dat de arbeiders en jongeren geen vertrouwen mochten stellen in de legerleiders en een eigen onafhankelijke beweging moesten opbouwen om te komen tot een regering van vertegenwoordigers van de arbeiders, kleine boeren en armen.
De geplande verkiezingen zullen een parlement aanstellen dat een nieuwe grondwet moet opmaken. Twee derden van de zetels zijn gebaseerd op lokale lijsten, voor de rest van de zetels kunnen individuen worden verkozen. Het verkiezingsproces zal de aanhangers van het oude regime versterken, velen zijn ‘onafhankelijke’ kandidaat of nemen aan de verkiezingen deel als leden van de ‘loyale oppositiepartijen’ die voorheen het regime van Moebarak een democratische schijn moesten geven.
De regering verklaarde dat het nieuwe parlement geen macht zal hebben over de gewapende krachten, het leger zal haar eigen begroting en beleid blijven controleren. Omwille van het protest daartegen stelde de SCAF een ‘compromis’ voor waarbij het verantwoording zal afleggen aan de Nationale Raad. Dat orgaan zou voor de helft worden verkozen door het parlement en voor de helft aangesteld door het leger. De president zou de Raad voorzitten. Hierdoor zou het leger de effectieve macht over zichzelf behouden.
Wellicht zullen de islamisten de grootste fractie in het nieuwe parlement vormen. De grootste islamistische partij is de “Vrijheid en rechtvaardigheidspartij” van de Moslimbroederschap. Deze partij stelt de Turkse AKP als voorbeeld. Een aantal jonge aanhangers van de Moslimbroederschap zijn uit frustratie met de oude leiding afgesplitst. Dat is een uitdrukking van de druk van de jonge activisten waarmee ze samenwerkten na de revolutie van 25 januari. Deze jongeren werden uit de Moslimbroederschap gezet en hebben vier nieuwe partijen opgericht. En tenslotte steunt een groeiend aantal conservatieve islamistende meer radicale Salafistische partijen.
De electorale steun voor de islamisten is gebaseerd op hun liefdadigheidswerk. Daarmee vullen ze enkele van de vele gaten in de sociale ondersteuning van de bevolking. Ze baseren zich ook op hun reputatie van oppositie tegen Moebarak en ze zijn schijnbaar niet corrupt. Er waren wel al verslagen van hoe deze partijen vlees en goedkope medicijnen verspreidden op hun verkiezingsbijeenkomsten. Er waren de afgelopen maanden ook scherpe discussies over de samenstelling van de kandidatenlijsten. De groeiende klassentegenstellingen zullen maken dat een aantal van de islamistische partijen een uitdrukking zullen geven aan verschillende klassenbelangen.
Gekaapte revolutie
De betogingen doorheen Egypte tonen dat steeds meer jongeren en arbeiders beseffen dat de SCAF van plan is om hun revolutie te kapen. De jongeren en arbeiders verzetten zich moedig tegen het leger en de politie op de straten van Caïro en elders. De beweging moet dringend democratisch verkozen comités van massastrijd vormen om zich te verdedigen tegen de repressie. Gewone soldaten kunnen naar de kant van de beweging worden overgewonnen als de beweging een duidelijke oproep aan hen doet om de opstand te ondersteunen. De opstand moet de eisen van de gewone soldaten rond de lage lonen, slechte arbeidsvoorwaarden en slechte behandeling door de oversten mee opnemen. Daarnaast moet de beweging ook opkomen voor het recht van soldaten om vrije onafhankelijke vakbonden op te zetten, soldatencomités en de verkiezing van vertegenwoordigers. Dat kan de basis van de politie en het leger overtuigen om de kant van de massa’s te kiezen.
Het zal erop aankomen om massale arbeidersacties te organiseren, waaronder een algemene staking, om Tantawi omver te werpen en met hem de SCAF en het hele rotte regime. Daartoe is een offensief nodig om de massa’s te mobiliseren en te organiseren als basis voor een regering van arbeiders, jongeren, kleine boeren en armen om meteen te kunnen ingaan tegen de contrarevolutie en om de democratische rechten te garanderen, stappen te zetten om de levensstandaard te verdedigen en te breken met het kapitalisme.
Instinctief zijn de massa’s tegen een grondwet die wordt opgemaakt door het leger. Wij roepen op om snel een echt democratisch parlement te verkiezen, een revolutionaire grondwetgevende vergadering, die niet alleen regels voor verkiezingen bepaalt maar ook een programma van verandering voor de massa’s ontwikkelt. Zo’n parlement kan er pas komen als het de meerderheid van de bevolking vertegenwoordigt en dit onder de democratische controle van comités op de werkvloer en in de wijken. Vertegenwoordigers van de arbeiders en arme boeren zouden de meerderheid moeten vormen in dit parlement of grondwetgevende vergadering.
Om tot echte verandering in het belang van de arbeiders, armen en jongeren te komen, moet er een echte democratische verandering komen. Democratische comités op de werkvloer en in de wijken moeten opnieuw worden opgezet. Die comités moeten zich lokaal, regionaal en nationaal organiseren en kunnen de basis vormen voor een revolutionaire grondwetgevende vergadering en een regering van arbeiders en armen.
Een dergelijke regering zou democratische hervormingen doorvoeren zoals de verkiezing van alle vertegenwoordigers aan een gemiddeld arbeidersloon en met permanente afzetbaarheid. Deze regering zou ook het recht om onafhankelijke vakbonden op te zetten verdedigen alsook het recht om te staken en het recht om politieke partijen op te zetten. Deze regering zou de grote bedrijven en banken moeten nationaliseren onder democratische arbeiderscontrole zodat de economie kan worden gepland in het belang van de grote meerderheid van de bevolking in de plaats van voor de winsten van de rijken.
De strijd tussen revolutie en contrarevolutie gaat voort. De arbeidersklasse moet wat begon op 25 januari voortzetten en volledige democratische, sociale en economische vrijheden afdwingen. Een arbeiderspartij met een socialistisch programma dat de directe noden van miljoenen arbeiders en armen verbindt met de socialistische omvorming van de samenleving zou een brede steun kunnen opbouwen en het valse alternatief van de Moslimbroederschap ondermijnen. Zo’n massabeweging en opstand zou door banden aan te gaan met de arbeiders en jongeren doorheen de regio de basis kunnen leggen om te komen tot een federatie van democratische socialistische staten die een einde maken aan armoede, corruptie en onderdrukking.
Het CWI staat voor:
- Verdedig de revolutie: weg met Tantawi en de Hoge Raad van Gewapende Strijdkrachten!
- Geen compromis met de restanten van het oude regime. Weg met de militaire top en de elite
- Geen vertrouwen in een nieuw regime van ‘nationale eenheid’ om de belangen van de heersende klasse en het imperialisme te dienen
- Voor de vorming van democratisch verkozen en democratisch beheerde comités van massastrijd en verdediging tegen de repressie
- Geen sectarisme, voor de eenheid van alle arbeiders en onderdrukten los van hun religieuze overtuiging
- Onmiddellijke opheffing van de noodtoestand. Onmiddellijke vrijlating van alle politieke gevangenen. Geen vervolging van activisten in de revolutie
- Volledige politieke vrijheid. Vrijheid om zich te organiseren en eigen media te vormen. Democratische controle op de overheidsmedia die geopend moeten worden om de standpunten van alle politieke stromingen in de revolutie aan bod te laten komen
- Geen beperking van het stakingsrecht. Volledige vrijheid voor vakbonden om hun activiteiten te ontplooien. Voor democratische en strijdbare vakbonden!
- Voor het vestigen van democratische comités van gewone soldaten en agenten
- Arrestatie en berechting van al wie betrokken is bij de repressie en corruptie van het huidige regime. Inbeslagname van de eigendommen van de plunderaars en corrupte elite
- Voor onmiddellijke verkiezingen voor een revolutionaire grondwetgevende vergadering onder toezicht van comités van arbeiders, armen en jongeren
- Voor een regering van vertegenwoordigers van arbeiders, jongeren, kleine boeren en armen
- Nationalisatie van de grote bedrijven en banken onder democratische arbeiderscontrole, zodat de economie kan worden gepland in het belang van de grote meerderheid van de bevolking in de plaats van de winsten van de rijken