Your cart is currently empty!
Tag: overstromingen
-
Ruimtelijke ordening moet helemaal anders

Vastgoedspeculatie, huizencrisis, extreme weersomstandigheden
Huisvesting wordt al geruime tijd steeds duurder, en de gezondheidscrisis heeft niet geholpen. Anderzijds hebben de overstromingen van deze zomer de absolute noodzaak onderstreept van een grondige herziening van de stadsplanning en het grondbeheer. Ook hier moeten we een einde maken aan de wet van de markt.
Artikel door Giulia (Luik) uit maandblad De Linkse Socialist
Sinds de 19e eeuw volgt de stedenbouwkundige benadering die de ruimtelijke ordening regelt een logica van grondexploitatie die vooral gekoppeld is aan economische ontwikkeling ten gunste van grote private bedrijven in verschillende sectoren: landbouw, bouw, energieproductie … Daar moet dringend een einde aan komen.
De overstromingen hebben op dramatische wijze aangetoond dat het noodzakelijk is om het grondgebied rationeel te gebruiken, natuurgebieden te beschermen, de stedelijke structuren te herbekijken, meer plaats te maken voor groene ruimtes in de steden, openbaar vervoer sterker te ontwikkelen in plaats van de auto alle ruimte te laten … Daarnaast is er de noodzaak om gebouwen te isoleren. Volgens de GABC (Global Alliance for Buildings and Construction) zijn gebouwen de grootste verbruikers van energie in de Europese Unie en verantwoordelijk voor 36% van de broeikasgasemissies. Al deze aspecten moeten in aanmerking worden genomen in een ambitieus plan voor wereldwijde herstructurering op verschillende niveaus, lokaal, nationaal en zelfs internationaal.
Impasse van de marktlogica
De afgelopen jaren zijn er handvesten inzake stadsplanning opgesteld waarin het belang van duurzame stadsontwikkeling en geïntegreerde planning aan bod komen. Dit gebeurde in navolging van de VN Klimaattop van Rio in 1992, het Handvest van Aalborg uit 1994 en dat van Leipzig uit 2007 (hernieuwd in 2020). Het doel is om het concept van duurzaamheid te integreren in alle economische en sociale niveaus en domeinen. Zoals wel vaker gaapt er ook op dit vlak een grote kloof tussen theorie en praktijk.
Er wordt tegenwoordig veel gesproken over de bouw van residentiële ‘ecowijken’. Het vertrekpunt daarbij is echter nooit de nood van de bewoners. Denk maar aan het toenemende aantal mensen dat zich geen dak boven het hoofd kan permitteren. Nog meer beton gieten in plaats van verlaten woongebied te saneren of spreken over ecowijken terwijl materialen worden gebruikt waarvan de productie gebaseerd is op vervuiling en uitbuiting van arbeiders, zijn voorbeelden van hypocriete ‘ecologische’ ambities die uitsluitend op winstbejag gericht zijn.
Volgens de wetten van de markt is nieuw bouwen momenteel altijd veel interessanter dan renoveren. Grote projectontwikkelaars en bouwbedrijven zullen altijd voor deze oplossing kiezen, met als argument de energieprestaties van de nieuwe materialen. Als je echter naar het hele proces kijkt, is renovatie milieuvriendelijker dan nieuwbouw, zelfs als het “passief” is. Dit vereist natuurlijk meer geschoolde arbeidskrachten, diagnose van bestaande gebouwen en terreinen, onderzoek en hergebruik van materialen en andere zaken. Bouwbedrijven vinden dat echter te weinig rendabel.
Anderzijds roept de huidige manier om gebouwen te isoleren vaak vragen op vanuit ecologisch oogpunt. Eén van de meest gebruikte materialen is polyurethaan, een petrochemisch derivaat dat wordt voorgesteld als een wonderproduct, terwijl de efficiëntie ervan slechts gemiddeld is en de productiecyclus ervan uiterst energie-intensief is. In feite is het belangrijkste voordeel ervan dat het een isolerend middel is dat uitstekende winstmarges mogelijk maakt, maar dat in geval van brand uiterst giftig is. Het zou niet verwonderlijk zijn als de bevolking in de toekomst zal opdraaien voor de verwijdering ervan, zoals eerder het geval was met asbest.
Nationalisatie van grote bouwbedrijven
Om een einde te maken aan kleine aanpassingen in de marge en om tot echte verandering te komen, moet de bouwsector in publieke handen komen. Dan wordt een grootschalige uitrol van ecologische alternatieven inzake isolatie en van ruimtelijke planning die rekening houdt met de bewoners mogelijk. Op deze basis kan er een openbaar plan komen om alle gebouwen wijk per wijk te isoleren, maar ook om te renoveren en een broodnodige drastische uitbreiding van de sociale huisvesting te realiseren. Tegelijk zou een openbare bouwsector een einde maken aan de uitbuiting en sociale dumping die vandaag schering en inslag is in de bouwsector. Degelijke arbeidsvoorwaarden en goede lonen voor het personeel zijn essentieel.
De grote bouwondernemingen en de vervuilende chemische bedrijven moeten worden onteigend en onder democratische controle en beheer worden genationaliseerd. Mensen worden onteigend om een snelweg aan te leggen, waarom bedrijven niet om sociale en milieuproblemen aan te pakken? De overheid is daar vandaag niet toe bereid. Kijk maar hoe de wet-Onkelinx inzake de opeising van leegstaande gebouwen om daklozen te huisvesten de afgelopen 27 jaar welgeteld één keer is gebruikt! Er is strijd nodig voor een ander beheer van het grondgebied. We moeten dit uit de handen van de projectontwikkelaars en hun bondgenoten onder de gevestigde beleidsmakers halen.
-
Buitengewone solidariteit na overstromingsramp – een ooggetuigenverslag

Foto: Wikimedia Commons Tijdens de overstromingen van deze zomer zijn in België 41 mensen om het leven gekomen. In 120 steden en gemeenten werd de situatie als natuurramp erkend. Meer dan 50.000 woningen liepen schade op. De dramatische beelden van het stijgende water, de kracht van de rivieren in de overstroomde straten, het instorten van gebouwen … De beelden staan in ons geheugen gegrift. Wat ook bijblijft, is de enorme solidariteit onder de bevolking.
Overal leenden buren hun pompen uit om kelders droog te maken en organiseerden ze zich om puin te ruimen. De aanbiedingen van onderdak en hulp waren alomtegenwoordig op de sociale media. De reactie van gewone mensen was overweldigend. Veel huizen werden plots ‘crisiscentra’ waar tientallen mensen werden ondergebracht. Boeren brachten hun tractoren mee, bouwvakkers hun materieel. Anderen kwamen met motorboten of ander drijvend materieel. Deze solidariteit hield niet op in de nasleep van de tragedie. We spraken met Clément, één van de duizenden mensen die slachtoffers hielp.
“Het is een understatement om te zeggen dat we allemaal diep geschokt waren door de beelden in de media op de sociale netwerken. Nog voor we klaar waren met opruimen wat we voor het overstromingsgevaar hadden omhoog gezet, werden mijn partner en ik overvallen door een gevoel van urgentie om te gaan helpen in de gebieden die minder fortuinlijk waren geweest.”
“Op zaterdag, de dag na de ergste overstromingen, gingen we naar de hardst getroffen buurt, zonder echt te weten wat te doen of hoe. We waren met zovelen om te helpen dat het heel moeilijk was om te parkeren.”
“Daar aangekomen zagen we eerst de gemeentelijke diensten aan het werk met het opruimen van het grootste deel van het puin, de wegen, enz. Verderop vonden we meteen werk. Er was geen gebrek aan. Het is niet correct om te zeggen dat de politie, brandweer en zo niet aanwezig waren. In verhouding met het aantal mensen dat kwam helpen, waren ze niet talrijk. Het volstond niet voor de omvang van de ramp. Maar ze waren er wel.”
“De solidariteit werd betrekkelijk spontaan georganiseerd. Naast het opruimen zagen we al snel mensen komen met eerste levensbehoeften (tandpasta, tandenborstels, etc.), voedsel, etc. Al deze zelforganisatie was zeer indrukwekkend. Tientallen zelfhulpgroepen werden opgericht via sociale netwerken met zeer genereuze aanbiedingen, waaronder meubilair, toen de schoonmaak net begon.”
“Daarnaast waren er initiatieven van de gemeenten of van het Rode Kruis. De autoriteiten hadden gevraagd om via het Rode Kruis contact op te nemen in plaats van rechtstreeks ter plaatse te gaan. Ik ken mensen die vandaag nog steeds wachten op een reactie nadat ze zich hadden opgegeven… Gelukkig dat veel mensen lukraak ter plaatse gingen helpen.”
“In het tweede weekend werd het ernstiger. Ik ontmoette mensen die in hun huis een soort ‘backoffice’ hadden opgezet nadat het was schoongemaakt. Daar werd een permanent kantoor opgezet en werd via WhatsApp een organisatie opgezet om materiaal op te halen en om in kleine teams van ongeveer tien personen van de ene plaats naar de andere te gaan.”
“Het is onmogelijk om een overzicht te geven van alle initiatieven. In ontmoette enkele mensen uit Henegouwen. Een half dozijn stevige kerels die van deur tot deur gingen om de zwaarste voorwerpen te verplaatsen. Anderen volgden om schoon te maken, op te ruimen … Een Brico-manager verkocht materiaal tegen kostprijs en bood gratis basisuitrusting aan zoals handschoenen, schrapers … Iemand anders betrok het huis van een vriend die elders was ondergebracht. Hij maakte de keuken in orde en maakte er een kantine van waarbij aangegeven werd wanneer er eten beschikbaar zou zijn. Wekenlang trokken mensen naar de getroffen gemeenten met honderden bereide maaltijden voor de slachtoffers.”
“Het viel me op dat de enorme solidariteit ervoor zorgde dat racisme afnam. We waren allemaal verenigd in de inspanning om elkaar te helpen. In zo’n situatie houden vooroordelen geen stand. Ik hoorde iemand verbaasd zeggen: ‘Ik kom uit een klein dorp, ik had geen idee van al deze diversiteit’. Dat zei hij toen hij de solidariteitsteams aan het werk zag en de mengeling van afkomst en huidskleur daarbij.”
“Uiteraard moet deze ongelooflijke energie worden georganiseerd om zichzelf op lange termijn in stand te houden en efficiënter te worden. We moeten de middelen voor de civiele bescherming, brandweer, gemeentediensten … drastisch verhogen. Ik had het eerder over mensen die niet werden gecontacteerd nadat ze zich hadden opgegeven om te helpen. Dat is wellicht omdat die diensten overstelpt waren. We moeten ons voorstellen welke rol een democratisch georganiseerd en voldoende gefinancierd systeem voor civiele bescherming kan spelen om de spontane solidariteit van de bevolking, die we zo prachtig aan het werk zagen, ten volle tot haar recht te laten komen.”
-
Nationalisatie van de verzekeringssector en schadeloosstelling van alle slachtoffers!
Wie moet de kosten van de overstromingen betalen?

Artikel door Nicolas Croes
Wegen en spoorwegen vernield, huizen gesloopt, elektriciteitsnet beschadigd, opruimen en verwerken van afval, rattenbestrijding … Meer dan een maand na de overstromingen is het nog steeds erg moeilijk om de schade in cijfers uit te drukken. Maar liefst 202 van de 262 Waalse gemeenten komen in aanmerking voor het rampenfonds. Naar schatting 42.000 ton vervuilde grond moet nog behandeld worden en meer dan 11.700 kilometer waterwegen moeten gecontroleerd en eventueel gesaneerd worden.
Schandalig akkoord van de regering-Di Rupo
De tussenkomst van verzekeringsmaatschappijen bij natuurrampen wordt geregeld door de wet van 4 april 2014, aangenomen onder de federale regering-Di Rupo. In het geval van een ramp zoals een overstroming, kunnen de verzekeraars hun uitgaven beperken tot 375 miljoen euro, terwijl de rest door het rampenfonds wordt gedragen. Na onderhandelingen heeft de verzekeringssector er nu mee ingestemd om het plafond te verhogen tot 590 miljoen euro. De verzekerde schade wordt echter geraamd op 1,3 à 1,7 miljard euro. Dit betekent dat meer dan de helft ten laste van de gemeenschap komt!
De PVDA heeft deze compleet absurde situatie terecht aangeklaagd. De partij wijst erop dat de gecumuleerde nettowinst van de verzekeringssector in België tussen 2012 en 2019 maar liefst 14,72 miljard euro bedroeg. Dat komt door de steeds hogere premies die wij betalen. De PVDA wijst erop dat de winst van de sector over deze periode tien keer hoger is dan de geraamde schade bij de overstromingsramp. Ze stelt dat de verzekeringsbedrijven de volledige schade moeten dekken en dat de publieke middelen die hierdoor vrijkomen (ruim 1 miljard) gaan naar de bouw van 8.000 nieuwe sociale woningen voor de slachtoffers. Dit is een goed idee, maar we mogen het daar niet bij laten.
Stedelijke en regionale planning herzien, en daar de nodige middelen voor uittrekken
Het gebrek aan sociale huisvesting is niet nieuw. Het werd opnieuw in het voetlicht geplaatst door de overstromingen, net als het gebrek aan noodopvang, reddingsdiensten … De Waalse regering wil nu 1 miljard euro lenen voor de eerste enveloppe van 2 miljard euro voor de wederopbouw. Hierna zullen er nog middelen nodig zijn, dat staat vast.
Er zal veel meer voor nodig zijn dan alleen de heropbouw en een heroverweging van de ruimtelijke ordening, stadsplanning en rivierbeheer. We zijn in juli op een haar na dicht bij een volledige overstroming van Luik geweest. Moest dat gebeurd zijn, dan was de materiële en menselijke schade nog aanzienlijk groter geweest. Een kaarsje branden zal niet volstaan opdat dit risico zich in de toekomst niet meer voordoet! De heropbouw moet rekening houden met de nieuwe norm van extreem weer. Frequentere en grotere overstromingen zijn daar onderdeel van. Er is ook nood aan een publiek plan om gebouwen te isoleren. Dit moet wijk per wijk op het hele grondgebied gebeuren. Het is noodzakelijk om de uitstoot van broeikasgassen door verwarming te beperken. Verder is er nood aan meer en gratis openbaar vervoer.
Dit alles zal strijd vergen. Minder dan een maand na de dodelijke overstromingen uitte de bouwsector kritiek op de circulaire die bouwen verbiedt in de gebieden die het grootste risico lopen. Tegelijk waarschuwden de bazen uit de bouwsector voor prijsstijgingen. Sommige mensen waren nog vermist en projectontwikkelaars spraken al over herbouw in overstromingsgevoelige gebieden…
Gebouwen die om speculatieve redenen niet worden gebruikt, moeten meteen worden onteigend en gerenoveerd om de getroffen mensen te huisvesten. Idem voor verzekerings- en bouwbedrijven: nationaliseren en onder democratische controle en beheer van de gemeenschap te plaatsen. Op die manier zullen we over de middelen beschikken om alle slachtoffers te vergoeden, ook de niet-verzekerden die vaak in de meest precaire omstandigheden leven. Dit zou de middelen vrijmaken die nodig zijn om de klimaatcrisis aan te pakken, onder meer door de uitstoot te verminderen, en de bevolking en haar levensomstandigheden te beschermen.
Het is absoluut noodzakelijk dat linkse organisaties en vakbonden hun voorstellen en acties richten op wat nodig is om het klimaatgevaar het hoofd te bieden, en niet op wat ‘realistisch’ is binnen het keurslijf van het kapitalistische systeem. Het is dit systeem dat verantwoordelijk is voor het drama waar de mensheid voor staat! Wij moeten nu meer dan ooit de noodzaak van een rationele en democratisch geplande aanpak van de economie laten doorklinken tegenover de chaos van de markteconomie. Dit moet in al onze mobilisaties tot uiting komen. Als wij er niet in slagen dit resultaat te bereiken, zal de menselijke beschaving wegzinken in een barbarij zoals zij nog nooit heeft gekend.
-
Ongekende overstromingen: solidariteit als laatste verdedigingslinie

Foto: Gwen Schiltz Klimaatverandering is hier en nu. De nodige middelen moeten ingezet worden om ermee om te gaan om antwoorden te bieden.
Vrijdagochtend is de voorlopige dodentol als gevolg van de overstromingen en het extreem weer in Wallonië opgelopen tot 14. De overstromingen waren nooit gezien. De apocalyptische beelden volgden elkaar zonder onderbreking op. De enige constante de afgelopen uren was de enorme solidariteit onder de bevolking en de heldenmoed van de hulpdiensten. Helaas botste de moed van de hulpverleners al te vaak op een jarenlang gebrek aan investeringen in voldoende collega’s en materieel.
Overal leenden buren hun pompen aan elkaar uit om kelders leeg te pompen en organiseerden ze zich om huizen af te schermen tegen het kolkende water. De sociale media stonden vol met aanbiedingen voor onderdak en hulp. De reactie van de bevolking was indrukwekkend: vele huizen werden ‘crisiscentra’ waar tientallen mensen werden ondergebracht. Boeren brachten hun tractoren mee, bouwvakkers hun materieel … Anderen kwamen met hun motorboten of andere bootjes hulp bieden.
Pas op woensdagavond werd het Europese solidariteitsmechanisme in werking gesteld en begon Frankrijk materiële en personele middelen ter beschikking te stellen, evenals Italië en Oostenrijk. Onze buren in Duitsland, Nederland en Luxemburg zijn ook zwaar getroffen door de overstromingen.
Eén ding was duidelijk vanaf woensdagmiddag: onze diensten werden overstelpt. Donderdagmiddag hebben de autoriteiten van de stad Luik de bevolking die langs de Maas woont, gevraagd te evacueren. Waar moet ik heen? Hoe kom je daar? Daar kwam geen antwoord op, behalve: ‘Luik heeft mooie heuvels, ga naar daar’. Toeristische tips waren echter niet waar we nood aan hadden. Kennelijk was er zo goed als niets gepland om de inwoners van de grootste stad van Wallonië te beschermen, hoewel het gemakkelijk te voorspellen was dat er met een gecumuleerde neerslag van meer dan 100l/m2 recordoverstromingen zouden plaatsvinden, met als verzwarende omstandigheid dat de stuwdam van Monsin haar rol niet kon spelen wegens renovatiewerkzaamheden die uiteraard op voorhand bekend waren.
Zowel op het vlak van preventie als op het vlak van reactie zullen de autoriteiten ter verantwoording moeten worden geroepen. In de meeste gevallen werden de bewoners aan hun lot overgelaten, in situaties van totale ontreddering, vooral voor bejaarden of personen met beperkte mobiliteit. Alleen de solidariteit van de bevolking en de heldenmoed van enkelen hebben een veel grotere menselijke catastrofe voorkomen.
Besparingen zijn dodelijk
De hulpdiensten en de brandweer werden overrompeld. De autoriteiten kunnen zich verschuilen achter de omvang van de gebeurtenissen, maar het gebrek aan middelen is een resultaat van misdadige politieke beslissingen. Er zijn nu nog maar twee posten van de civiele bescherming in het land: Crisnée (in Wallonië) en Brasschaat (in Vlaanderen). De andere vier werden gesloten bij besluit van de regering-Michel en de minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon. Twee derden van de kazernes werd gesloten en het personeelsbestand kromp aanzienlijk. De vakbonden waarschuwden toen al voor het gevaar: “De 11 miljoen Belgen zullen door deze hervorming slecht beschermd zijn,” zei Alex Neuprez, adjudant van de civiele bescherming in Ghlin en afgevaardigde van CGSP/ACOD. “Met deze vermindering van het aantal kazernes zullen we de reistijd van de teams om op een rampplek aan te komen aanzienlijk verlengen.”
De regering probeerde gerust te stellen door te zeggen dat de voor de brandweer uitgetrokken budgetten zouden worden verhoogd. Maar het extra budget werd gebruikt voor noodgevallen (renovatie van onbewoonbare kazernes, enz.) en niets werd besteed aan de taken die vroeger aan de civiele bescherming waren toevertrouwd. Ook hier is het gebrek aan middelen flagrant.
Er zijn slechts 5.000 beroepsbrandweerlieden voor het hele land, de rest zijn vrijwillige brandweerlieden met een beroepsactiviteit ernaast. Het is voor hen dan ook onmogelijk om dergelijke dramatische situaties het hoofd te bieden en meerdere dagen op het terrein door te brengen.
Besturen is vooruitzien
Besturen is vooruitzien. Er was echter duidelijk sprake van een probleem van anticipatie en zelfs van moedwillige blindheid. Sommigen zullen opwerpen dat dit een zeer uitzonderlijk meteorologisch verschijnsel is waarvan de omvang niet kon worden voorzien. Dat is correct, maar eigenlijk ook niet. Het potentieel voor extreme weersomstandigheden stond zwart op wit in het eerste IPCC-rapport, dat dateert van 1990. Bladzijde 122: “De variaties in hydrologische extremen als gevolg van de opwarming van de aarde zouden vaak groter kunnen zijn dan die in gemiddelde hydrologische omstandigheden. Daarom moet de studie van de sociale gevolgen van veranderingen in de watervoorraden worden toegespitst op veranderingen in de frequentie en de omvang van overstromingen en droogteperioden.”
We weten het al 30 jaar. Of we zouden het moeten weten. Natuurlijk kunnen we de regenval niet tegenhouden, maar we kunnen wel de infrastructuur aanpassen, de bodem minder ondoordringbaar maken en ons erop voorbereiden. Wat hebben de opeenvolgende regeringen de afgelopen 30 jaar op dit gebied gedaan? Erger dan niets. Zij gaven er de voorkeur aan de civiele bescherming te ontmantelen, terwijl ze wel 3,6 miljard euro vonden om F35-gevechtsvliegtuigen aan te kopen.
De politieke leiders die verantwoordelijk zijn voor het besparingsbeleid moeten voor de rechter worden gebracht wegens het in gevaar brengen van anderen en het niet helpen van mensen in gevaar. Dat zijn ernstige misdrijven. Maar het rechtssysteem dat wij kennen is een klassenjustitie waarin Luikse vakbondsmensen op schandalige wijze worden veroordeeld voor het blokkeren van een snelweg tijdens een staking tegen besparingen.
Beeld je in wat een democratisch georganiseerd systeem van civiele bescherming met voldoende middelen en voldoende sterk uitgebouwde andere hulpdiensten zou betekenen. Het zou de spontane solidariteit van de bevolking, die eens te meer op prachtige wijze werd aangetoond, ten volle tot haar recht laten komen.
Het is de hoogste tijd om een einde te maken aan de logica van besparingen. Er is strijd nodig voor massale overheidsinvesteringen in civiele bescherming en brandweer. Er moet ook massaal geïnvesteerd worden in infrastructuur extreme weersomstandigheden als gevolg van de klimaatverandering het hoofd te kunnen bieden (vergeet bijvoorbeeld niet dat in 2020 in ons land 1400 mensen omkwamen door de extreme hitte). Er zijn ook investeringen nodig in sociale huisvesting om onderdak te bieden aan slachtoffers van rampen en al wie dat nodig heeft. Het beheer van de rioleringen en rivieren moet herzien worden. De klimaatuitdaging vereist een zo snel mogelijke overgang naar groene energie, niet op kosten van de werkenden maar door vervuilende sectoren in publieke handen te nemen zodat de gemeenschap deze kan omvormen met respect voor zowel het milieu als de werkende klasse. De gemeenschap kan niet controleren wat ze niet bezit!
Deze tragische gebeurtenissen illustreren eens te meer hoe het kapitalisme ons tegen de muur drijft. Meer dan ooit hebben we nood aan een maatschappij die vrij is van de chaos van de logica van het winstbejag, aan een democratisch geplande maatschappij, aan een socialistische maatschappij.
-
Overstromingen in de Balkan. Servische en Bosnische regeringen schieten tekort
Mira Glavardanov, CWI (dit artikel is ook in het Servo-Kroatisch beschikbaar onderaan deze pagina: http://www.socialistworld.net/doc/6799)
De Balkan en dan vooral Servië en Bosnië, naast een kleiner deel van Kroatië, wordt getroffen door de ergste overstromingen sinds de metingen 120 jaar geleden begonnen. Op drie dagen tijd kreeg de regio evenveel neerslag te verwerken als normaal op drie maanden. De aanhoudende regen deed rivieren en beken aanzwellen en leidde tot overstromingen. De ondergrond was al verzadigd door het smelten van de sneeuw in de lente. Het overtollige water kon daar niet zomaar opgenomen worden. De overstromingen zijn catastrofaal. Er waren ook honderden grondverzakkingen. Zowat 22.900 vierkante kilometer stond onder water, dat is een gebied dat groter is dan Israël of Koeweit. Het overstroomde gebied in Servië was bijna even groot als de oppervlakte van Cyprus.
Ongetwijfeld zijn de overstromingen mee een gevolg van klimaatveranderingen die steeds meer waarneembare gevolgen hebben in de regio. Er zijn meer overstromingen maar ook meer periodes van droogte. De temperatuur in de zomer gaat steeds vaker boven de 40 graden en extreme droogte is de norm. In deze regio waren er voorheen vier erg onderscheiden seizoenen, maar nu is het klimaat erg onvoorspelbaar, wisselend en bijna chaotisch. De temperatuur kan gemakkelijk met 15 tot 20 graden veranderen op een dag tijd en dat in gelijk welk seizoen. De gevolgen van de klimaatveranderingen zijn in het oosten van Europa en zeker in de Balkan sterker voelbaar dan in de rest van Europa.
Er waren eerder al grote overstromingen in 2006 en 2010, maar de overstromingen van dit voorjaar hebben een nooit geziene omvang. Meer dan 2,5 miljoen mensen werden getroffen. Bijna een miljoen mensen moesten hun huis verlaten en verloren de toegang tot drinkbaar water. Er zijn erg uiteenlopende cijfers over het aantal doden, van enkele honderden tot enkele duizenden. Minstens 100.000 gebouwen en huizen zijn verwoest. Op het ogenblik dat het water terugtrekt, moet er dringend iets gebeuren met de kadavers van dode dieren en het afval, dit kan immers tot ziektes leiden.
Kritiek op de autoriteiten
De rampzalige overstromingen konden gezien de omvang van de neerslag niet vermeden worden, maar er is wel kritiek op hoe de autoriteiten met de gevolgen van de ramp omgaan. Er wordt vooral geklaagd over vriendjespolitiek, de privatisering van openbare diensten en het gebrek aan organisatie van de hulpverlening aan de slachtoffers. Sommige critici hebben het over misdadige nalatigheid. Er wordt op gewezen dat er midden april al waarschuwingen waren voor overstromingen en later op die maand waren er enkele kleine overstromingen. Toch werd niets gedaan om de komende catastrofe te vermijden.
Eerst moet opgemerkt worden dat de drie getroffen landen ook in ‘normale’ tijden een slecht functionerend en corrupt politiek systeem kennen na het opbreken van Joegoslavië 22 jaar geleden en de burgeroorlog die daarop volgde. Een kleine elite heeft zich enorm verrijkt door van de oorlog gebruik te maken, de zwarte markt te organiseren en doorheen dubieuze privatiseringen waarbij een bijzonder brutaal en wetteloos neoliberaal kapitalisme werd ingevoerd. De rest van de bevolking kent daarentegen steeds meer armoede met een hoge werkloosheid en met bijna geen sociale zekerheid. Politici zijn corrupt en dienen de belangen van de buitenlandse grote bedrijven. De bevolking in de landen van de Balkan voelt zich niet vertegenwoordigd door het politieke systeem. Er is een gevoel dat de bevolking aan zijn lot wordt overgelaten.
Een ramp als deze benadrukt de problemen in deze landen nog meer. Er waren enkel geslaagde evacuaties in overstroomde dorpen in Servië, maar de meeste operaties waren gedesorganiseerd zelfs indien het gevaar op overstromingen enkele dagen op voorhand bekend was. Er waren verslagen dat steden en dorpen waar de oppositiepartijen het lokale bestuur vormen doorgaans genegeerd werden door de regering. In het Servische Para?in was er enkel een geslaagde evacuatie omdat de burgemeester het goed organiseerde. Nochtans zweeg de door de regering gecontroleerde media dagenlang over het feit dat dit gebied getroffen was.
Het ergste geval is ongetwijfeld Obrenovac, een stad net buiten de Servische hoofdstad Belgrado. Drie dagen voor de catastrofe werden hevige regens voorspeld, maar de bevolking werd niet geïnformeerd van de gevaren laat staan geëvacueerd. De stad liep in de nacht van 14 mei onder water en om 5 uur de volgende ochtend ging het alarm af. Toen was het al te laat, er vielen heel wat dodelijke slachtoffers. De lokale verantwoordelijke van de gemeente Obrenovac een dag eerder door inwoners werd aangesproken met de vraag om met de evacuatie te starten. De burgemeester zou geantwoord hebben dat dit paniek zou veroorzaken en dat er wel informatie via de lokale televisie zou verspreid worden. De burgemeester van Belgrado riep de bewoners van Obrenavoc op om thuis te blijven, waar velen overigens de dood zouden vinden. Na de ramp verdween de oproep van de burgemeester plots van de website van de stad. Diegenen die overleefden, ontsnapten door op het dak te kruipen waar ze lang op hulp moesten wachten. De eerste reddingsploegen zouden overigens uit Russen bestaan hebben en niet uit Serviërs.
Media zwijgen
Het is moeilijk om een exact zicht op de situatie te krijgen, de media hullen zich in stilzwijgen. Toen het water begon te zakken, mocht niemand naar de stad terugkeren. Officieel was dit om ziektes te vermijden. Maar veel mensen vragen zich af of er geen andere redenen zijn en dat met name de dodentol veel hoger is dan officieel aangekondigd werd. Er zijn ook geruchten dat de dam op een rivier vlak voor de stad bewust werd opengezet waarna de regio overstroomde om te vermijden dat er verderop overstromingen zouden zijn rond de belangrijkste energiecentrale van Servië. Er zijn veel vragen over wat er gebeurde en de roep naar een onderzoek en arrestaties neemt toe.
De door de regering gecontroleerde media houden het op beelden van premier Aleksandar Vu?i? die overal zijn rol van grote redder speelt. Hij wordt vaak gefilmd vanuit reddingsbootjes of helikopters. Hij kreeg al de ironische bijnaam ‘Superman uit Feketi?’ omdat hij vorige winter een tienjarige jongen uit een sneeuwstorm zou gered hebben in het dorp Feketi?. Ook toen gingen bij de reddingsoperatie kostbare tijd en middelen verloren omdat Vu?i? moest gefilmd worden terwijl hij met een kind aan zijn hand naar een helikopter liep. Toen er kritiek kwam, verdween de video plots op mysterieuze wijze van het internet. Maar het circuleerde wel verder op de sociale netwerken. Vu?i? staat bekend voor zijn weinig tolerante opstelling tegenover de oppositie en hij is erg opvliegend. Hij aarzelt niet om voor de camera’s te schreeuwen tegen iedere lokale verantwoordelijke die niet tot de regeringspartij behoort en volgens Vu?i? de overstromingen niet goed aanpakken. Hij richt zich tegen al wie kritiek geeft op de regering en stelt dat die kritische stemmen ingaan tegen de nationale belangen in deze moeilijke tijden.
Vu?i? kreeg zoveel mediatijd in het kader van deze tragedie en trok van de ene naar de andere fotoshoot dat er geen ruimte meer was voor de Servische president Tomislav Nikoli?. Sommigen begonnen zich af te vragen of de president wel op de hoogte was van de overstromingen. Nadien bleek dat Nikoli? op het ogenblik van de rampzalige overstromingen in Obrenovac bezig was met het maken van rakia, een populaire sterke drank in de regio. Hij beperkte zich voorlopig tot één publiek optreden waarbij hij stelde dat God verantwoordelijk is voor de overstromingen en hij feliciteerde de regering voor het antwoord op de ramp. Hij stelde dat de desorganisatie de schuld van de slachtoffers zelf is omdat ze de officiële instructies niet goed genoeg opvolgen of het alarm niet hoorden.
Gevaar van landmijnen
In Bosnië was de situatie gelijkaardig. Na zes dagen van vernietigende overstromingen hield de regering uiteindelijk een vergadering hierover. Ze beslisten dat de noodtoestand niet op federaal vlak moest uitgeroepen worden omdat de getroffen gebieden zelf al hun eigen noodtoestand uitriepen. Bosnië-Herzegovina is opgedeeld in drie etnisch verdeelde en bureaucratisch bestuurde entiteiten. De natuurramp heeft nogmaals aangetoond hoe dit systeem niet werkt. Zelfs de rouwdagen werden afzonderlijk uitgeroepen, alsof het lijden anders is naargelang de etnische achtergrond van de slachtoffers. In Bosnië is er een bijkomend groot gevaar als gevolg van de aardverschuivingen. In de grond zitten nog heel wat landmijnen uit de burgeroorlogen van de jaren 1990. Volgens het Mine Action Center zijn er nog 120.000 landmijnen die voorheen goed in kaart gebracht waren. De overstromingen en landverschuivingen maken dat nu tot 70% van het overstroomde gebied risico op landmijnen kent.
De overstromingen toonden aan dat beide landen totaal onvoorbereid zijn op natuurrampen. Er was onvoldoende materieel voor de hulpoperatie, het ontbrak aan helikopters, boten, pompen, generators en zelfs aan toortsen en kaarsen. Het rampzalige gebrek aan investeringen en onderhoud van de dammen, waterwegen en rivieren werd pijnlijk duidelijk. Heel wat agentschappen die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud werden geprivatiseerd en weigerden dan ook om te investeren in wat onvoldoende winst opbrengt. En er zijn nog andere problemen in de regio. Zo is er de oprukkende ontbossing waardoor 75% van het Servische grondgebied aan gronderosie onderhevig is. Een ander probleem is dat veel afval in de rivieren wordt geloosd, wat de stroming vertraagt of zelfs blokkeert. Beide regeringen tonen een gebrek aan milieubegrip en doen er ook niets aan om de bevolking een ecologisch bewustzijn bij te brengen. Dit zal niet opgelost worden door de mensen met de vinger te wijzen. Er is een breder begrip van het sociale bewustzijn nodig om tot verandering te komen. We kunnen niet verwachten dat de mensen zomaar anders zouden handelen dan de heersende ‘waarden’ van de autoriteiten waar inhaligheid, eigenbelang en openlijke criminaliteit de toon zetten.
Er zijn ook positieve kanten aan deze tragedie, met name de wijze waarop de werkende bevolking in de regio erop reageert. Veel mensen zijn het gewoon om voor zichzelf te zorgen zonder enige steun van de autoriteiten. Er waren heel wat door de bevolking zelf georganiseerde hulpoperaties om andere mensen en vee te redden. Op ogenblikken die er echt toe doen, zijn mensen in staat tot een enorme solidariteit en menselijkheid, zaken waarop de regeringen tekort schoten. En er is meer. De bevolking van de hele regio waar slechts enkele decennia geleden harde langdurige oorlogen uitgevochten werden, was er snel bij om elkaar te helpen los van etnische afkomst. Er werd gereedschap uitgewisseld alsook geneesmiddelen, geld en mankracht. Die solidariteit heeft velen geraakt en deed denken aan de oude verbondenheid.
“Regering, we zullen je niet langer storen”
De solidariteit onder de werkende bevolking werd goed beschreven op een Servische blog onder de titel “Regering, we zullen je niet langer storen”: “Laten we dit meteen verduidelijken: de bevolking van dit land verdient alle lof. Als we onszelf niet hadden, dan waren we er al lang aan geweest. Als we de zelforganisatie en de kracht van de solidariteit zien die op korte termijn werd georganiseerd, dan moeten we trots zijn en begrijpen we meteen waarom we doorheen de geschiedenis zoveel overleefd hebben. We zijn er voor elkaar in de moeilijkste situaties. Op normale momenten nemen we soms aan dat iedereen enkel naar zichzelf kijkt en dat we er alleen voor staan, maar wat we vandaag zien, is helemaal anders. Maar aan de andere kant blonk de regering uit in luiheid, onvoorbereidheid en een totaal gebrek aan organisatie. Wie heeft zo’n regering nodig?”
Sommige mensen zeggen dat de getroffen landen binnen enkele maanden nog steeds zullen geleid worden door dezelfde inhalige regeringen en dat we dat aan onszelf te danken hebben. Of dat onze echte solidariteit zal getest worden door ons antwoord op de oproepen van de bevolking van Obrenovac om de verantwoordelijken af te zetten. Dat wijst op frustraties die velen hebben als gevolg van een gebrek aan politiek bewustzijn onder de werkende bevolking. We kunnen dat enkel rechtzetten door arbeidersorganisaties (opnieuw) op te bouwen en socialistische ideeën te populariseren. De solidariteit die opnieuw tot uiting kwam bij de rampzalige overstromingen vormt daar een goed vertrekpunt voor.