Your cart is currently empty!
Tag: Michel II
-
Michel is weg – hoe vermijden we dat zijn besparingsbeleid terugkomt?

Bij het begin van de regering-Michel was er meteen protest. “Geen Thatcher in België” was toen onze slogan. Na een doodsstrijd van een kleine maand is de regering-Michel dood. Een poging tot doorstart met een minderheidskabinet is de mist ingegaan (wat tot de surrealistische vraag leidt of de regering-Michel II eigenlijk ooit wel echt bestaan heeft). De wrijvingen met N-VA zijn verder op de spits gedreven waardoor samenwerking in het parlement onmogelijk werd. De poging tot opening naar de linkse oppositie kwam te laat en was te vaag om het vel van de premier te redden. De poging werd bovendien ook vanuit de regering meteen afgeblokt door Gwendolyn Rutten. Michel kon enkel nog naar de koning gaan om ontslag in te dienen. Dat ontslag is in beraad, wellicht worden vervroegde verkiezingen op die manier vermeden en krijgen we een regering in lopende zaken tot aan de verkiezingen van mei.
Michel I moest herschikt worden door het ontslag van de N-VA-ministers na een discussie rond asiel en identiteit. Michel II kon geen doorstart maken omdat N-VA de goedkeuring van de begroting en het zomerakkoord koppelde aan een staatshervorming onder een volgende regering. Volgens N-VA was dit overeengekomen in geheime akkoorden bij het begin van de legislatuur – akkoorden waarvan N-VA in 2014 uitdrukkelijk het bestaan ontkende en die bij het uitlekken ervan zeker de MR nog meer schade kunnen berokkenen. Het geeft aan wat we de komende maanden van N-VA kunnen verwachten: een steeds grotere nadruk op asiel en identiteit vanuit een benadering die steeds meer racistische elementen in zich draagt, en daarnaast een communautaire campagne.
Voor N-VA is zeker die nadruk op identiteit noodzakelijk. Alle regeringspartijen verloren in de lokale verkiezingen van oktober. Het asociale beleid rond pensioenen, koopkracht, werkbaar werk, openbare diensten, …is bijzonder onpopulair. N-VA wilde de begroting enkel goedkeuren indien er geen maatregelen genomen werden, rond milieu of koopkracht, die geld zouden kosten. Daarmee positioneert de partij zich regelrecht tegenover de 100.000 klimaatbetogers van 2 december, de tienduizenden werkenden die op 14 december in actie kwamen en al wie met sympathie naar de gele hesjesbeweging in Frankrijk kijkt. Als sociale kwesties de campagne domineren, kan N-VA niet winnen. Het heeft asiel en identiteit nodig om de meubelen na vier jaar van Thatcheriaans bewind te redden. Dat is overigens niet nieuw: de Britse premier Thatcher gebruikte in haar eerste ambtstermijn begin jaren 1980 de Falklandsoorlog als bliksemafleider. Thatcher kwam daar overigens mee weg, won de verkiezingen van 1983 en voerde het neoliberaal offensief verder op.
Voor vakbondsmilitanten is de kwestie van racisme soms erg frustrerend: de dagelijkse propaganda heeft een impact op collega’s. We moeten duidelijk maken dat niet de vluchtelingen onze levensstandaard ondermijnen, maar de inhaligheid van de superrijken die met hun neoliberale politici over bereidwillige en vastberaden marionetten beschikken. Het door rechts vaak aangehaalde Hongaarse voorbeeld maakt dit duidelijk: er worden geen vluchtelingen binnengehaald en er zijn amper migranten, maar toch wordt de levensstandaard van de werkenden ondermijnd met een ‘slavenwet’ die tot 400 overuren per jaar mogelijk maakt (eigenlijk de herinvoering van de zesdaagse werkweek in plaats van vijf dagen!) terwijl het loon pas drie jaar later moet betaald worden. De kaart van racisme – want dat is uiteindelijk waar de campagne rond asiel en identiteit op neerkomt – is voor N-VA noodzakelijk omwille van het breed gedragen ongenoegen rond sociale thema’s. Racisme biedt echter geen antwoord op sociale tekorten.
De rechtse regering kwam steeds in de problemen als sociale thema’s een prominente plaats in het publiek debat innamen. Met de acties tegen Michel 1 eind 2014 wankelde de regering. Het ongenoegen rond de asociale pensioenmaatregelen met onder meer een grote betoging in mei en een syndicale actiedag op 2 oktober, speelde mee in het verlies van de regeringspartijen op 14 oktober. De arbeidersbeweging mag het publieke debat de komende maanden niet aan rechts en populistisch rechts overlaten. We moeten zelf onze eisen op tafel leggen en er actie rond voeren. De collectieve loononderhandelingen (IPA) die in januari starten, kunnen daar een belangrijke rol in spelen. Na jaren van loonmatiging en dalende koopkracht moet er een substantiële loonsverhoging komen en moeten de minimumlonen naar 14 euro per uur. De val van de regering mag voor de vakbondsleiders geen excuus zijn om ervan uit te gaan dat er geen IPA mogelijk is, om geen ernstige looneisen te stellen of om een afwachtende passieve houding in te nemen in afwachting van de verkiezingen.
De afgelopen maanden was er een toenemende actiebereidheid. De twee syndicale actiedagen (2 oktober en 14 december) overtroffen telkens de verwachtingen, de klimaatbetoging van 2 december was historisch groot, er waren verschillende stakingen in bedrijven (Aviapartner, Bpost, …) die naadloos aansluiten bij de roep naar respect en waardigheid die ook de drijvende kracht van de gele hesjesbeweging zijn. Dit protest zal niet verdwijnen. Zo is er op 27 januari een volgende klimaatmars gepland.
De aanwezigheid van PVDA’ers Hedebouw en Van Hees in het parlement zorgt ervoor dat ook daar uitdrukking wordt gegeven aan wat leeft onder werkenden en op straat. Toch is er een zekere terughoudendheid tegenover de PVDA. Een campagne die openstaat voor al wie actief is rond klimaat, koopkracht of pensioenen en die zoveel mogelijk krachten bijeenbrengt die zich verzetten tegen de regering-Michel en heel het besparingsbeleid, zou een stap vooruit zijn en zou het mogelijke resultaat maximaliseren (wat zeker in Vlaanderen een uitdaging is die we ernstig moeten nemen). LSP wil daar een rol in spelen op basis van ons programma van maatschappijverandering.
Het kapitalisme vindt geen uitweg uit de crisis, de maatregelen naar aanleiding van de vorige recessie zijn amper afgebouwd of er dreigt al een nieuwe recessie. Om de winsten van een kleine toplaag veilig te stellen, wordt onze levensstandaard afgebouwd. De vorige recessie heeft de autoriteit van alle gevestigde instanties verder ondermijnd, wat ook tot politieke instabiliteit leidt. Dit systeem laat zich niet temmen of reguleren, het gaat steeds verder in de aanval op onze lonen en arbeidsvoorwaarden en het bedreigt zelfs de toekomst van onze planeet. We moeten het vervangen door een socialistische samenleving waarin de beschikbare middelen en rijkdommen ingezet worden in het belang van de volledige bevolking.
-
Ultimatum aan regering nodig: geef Michel 2 geen kans om beleid van Michel 1 voort te zetten
Net als gele hesjes in Frankrijk: rechtse politiek van regering en patronaat halt toeroepen

Betoging van 6 november 2014 waarmee het actieplan tegen Michel 1 op gang getrokken werd. Foto: Jean-Marie De regering-Michel 1 heeft haar nederlaag in de gemeenteraadsverkiezingen niet overleefd. Uiteraard viel de regering niet over sociale eisen en noden, zoals over onze koopkracht, pensioenen, gebrek aan investeringen in openbare diensten. Daarvoor is het asociaal beleid te onpopulair. De N-VA koos ervoor om van de volgende verkiezingen een referendum te maken, voor of tegen migratie, en zo de werkende klasse in België te verdelen. Maar laten we ons niet vangen: niet de vluchtelingen, maar de inhaligheid van de grote aandeelhouders is de reden waarom op onze levensstandaard en arbeidsvoorwaarden bespaard wordt.
Michel II wordt een surrealistische non-regering als we haar laten bestaan. Ze staat voor de keuze: ofwel met N-VA gaan voor meer van dezelfde aanvallen op onze lonen, pensioenen en uitkeringen, ofwel een andere meerderheid zoeken. Het ergste dat de vakbondsleidingen kunnen doen, is afwachten tot aan de verkiezingen in mei. Dat laat het publieke debat over aan rechts dat met haat tegenover migranten verdeeldheid zaait, ook op onze werkplaatsen. Bij elke onderhandeling de afgelopen jaren hoorden we dat de werkgevers in een zetel zaten omdat ze in de rug geduwd werden door de regering. Nu de regering verzwakt is en amper nog overeind blijft, valt dit argument weg. Elke zwakte langs onze kant wordt meteen meedogenloos uitgespeeld door de overkant, hoog tijd dat wij hetzelfde doen!
Ernstige strijd is nodig, geen halfslachtige oproepen waarbij elke centrale of regio maar zijn plan moet trekken. De inzet is daarvoor te groot. De aanvallen op onze pensioenen, landingsbanen, lonen en arbeidsvoorwaarden van de afgelopen vier jaar zijn nog niet verteerd. Bovendien zitten er nog heel wat in de pijplijn (uitvoering van het zomerakkoord) en zijn er ook nog de belangrijke IPA-onderhandelingen: een uitgelezen kans om een broodnodige substantiële loonsverhoging en een minimumloon van 14 euro per uur af te dwingen.
Als de vakbondsleiders onder elkaar blijven kibbelen over hoe ze vooral niets gaan doen, dan zal hun aanwezigheid uiteindelijk niet langer als een troef, maar als een nadeel voor efficiënte strijd gezien worden. De beweging van de gele hesjes in Frankrijk en in mindere mate in Wallonië zou een waarschuwing moeten zijn. Die gele hesjesbeweging in Frankrijk toont dat strijd loont: een eerste toegeving van Macron leidde al snel tot een volgende. Zo werd aangekondigd dat de voorziene beperkte verhoging van het minimumloon iets groter wordt en er sneller komt. En de strijd gaat door: de algemene slogan is ‘Macron dégage’, hij is niet onze president. De publieke steun voor de gele hesjes loopt in Frankrijk op tot meer dan 70% terwijl de populariteit van Macron geen 20% meer haalt. Het argument dat acties mensen afschrikken, is dus niet correct: massa-acties met duidelijke eisen krijgen een heel brede steun en doen het politieke debat kantelen. Niet meer het belang van de kapitalistische klasse, maar de eisen van de werkende klasse komen naar de voorgrond.
Alle ernstig georganiseerde vakbondsacties de voorbije jaren werden goed opgevolgd. Een goed voorbereide nationale betoging naar het model van 6 november 2014 (toen 150.000 betogers het actieplan op gang trokken) met een ultimatum aan de regering gekoppeld aan een nationale algemene staking, kan een fundamenteel ander beleid afdwingen. Eisen als 14 euro per uur, herstel van de volledige index, loonsverhogingen, minimumpensioen van 1.500 euro per maand, arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, … sluiten feilloos aan bij het ongenoegen dat het gele hesjesprotest drijft.
Dit zal de kwestie stellen van een ander type regering, een meerderheid die met een miljonairstaks de middelen voor onze levensstandaard zoekt waar ze zitten. Om een dergelijke maatregel door te voeren, zal links een programma met socialistische maatregelen moeten verdedigen met onder meer de niet-betaling van de publieke schulden, de nationalisatie van de banken onder democratische controle en de inzet van het wapen van de nationalisatie tegen het onvermijdelijke patronale tegenoffensief. Onze strijd nu ernstig organiseren en opbouwen is de beste voorbereiding daarop.
-
N-VA uit regering, nu in het offensief tegen heel het besparingsbeleid!

Foto door Liesbeth Nadat de regeringspartijen allemaal klappen kregen in de gemeenteraadsverkiezingen namen de spanningen dusdanig toe dat een discussie over het niet-bindend Migratiepact een einde maakt aan Michel 1. De doodsstrijd werd enkele dagen gerokken omdat oranje-blauw en N-VA elkaar de zwartepiet voor de val van de regering wilden doorschuiven in een slecht geacteerd toneel.
Het sociaal ongenoegen, een belangrijk element in de nederlaag van de regeringspartijen op 14 oktober, leek de voorbije dagen slechts een fait divers te zijn. Een historische klimaatmars, gele hesjes die zonder echte organisatie met 2.000 in Brussel protesteren tegen de stijgende prijzen en taksen, ongenoegen rond pensioenen en dalende koopkracht, … Dat alles leek plots van geen tel. Nochtans zijn dat de zaken waar brede lagen van de bevolking wakker van liggen. Zoals Marc Reynebeau in De Standaard opmerkte: “Terwijl de federale regering verzandt in een symbolische identiteitsdiscussie, zijn er ondertussen (…) nog altijd mensen die echte problemen hebben. Zij komen nu op straat in gele hesjes.” Voor de gevestigde partijen is het echter niet mogelijk om rond deze thema’s een regeringscrisis te organiseren: hierrond verliezen ze immers zeker de verkiezingen. Asiel en identiteit vormen voor hen een nuttig rookgordijn.
Met het vertrek van N-VA uit de regering komt een einde aan Michel 1. Er is een doorstart met een oranje-blauw minderheidskabinet, waarvan duidelijk is dat het een instabiele regering-van-lopende-zaken is en niet langer de harde Thatcheriaanse regering die vanaf 2014 meteen een harde aanval inzette op de pensioenen, lonen, uitkeringen, openbare diensten, … De werkgevers protesteerden de voorbije dagen al omdat zij hadden gehoopt om tot aan de verkiezingen van mei 2019 nieuwe cadeautjes te krijgen. Een sinterklaaspolitiek voor de grote bedrijven zal ongetwijfeld wisselmeerderheden vinden, maar met een instabiele regering kan dat moeizamer verlopen. Voor alle duidelijkheid: niet alleen N-VA, maar de volledige regering is verantwoordelijk voor het asociale besparingsbeleid van de afgelopen jaren. Het is niet omdat N-VA uit de regering is, dat aan dit beleid een einde komt. Op Vlaams niveau blijft de Zweedse coalitie overigens gewoon zitten.
De verkiezingscampagne voor mei 2019 is nu gestart. Mogelijk komen er in de anti-migratiecampagne van N-VA nog beelden en slogans waarvan Filip Dewinter glimlachend kan zeggen dat hij er de auteur van kon zijn. Het Vlaams Belang hoopt een stevig graantje mee te pikken van de anti-migratiecampagne door N-VA, voorzitter Van Grieken is zo euforisch dat hij geen tijd meer vindt om zijn poging tot recuperatie van de gele hesjes door te zetten. De andere traditionele partijen – door De Wever omschreven als de ‘Marrakesh-coalitie’ – reageerden verontwaardigd op de ranzige campagne van N-VA, maar zijn het in essentie eens met het door Francken gevoerde beleid. SP.a-kopstuk Vande Lanotte stelde in verschillende interviews dat zijn partij geen probleem heeft met het beleid van Francken, maar wel met diens polariserende communicatie.
Het politieke establishment zit in heel Europa en daarbuiten met een probleem. De beweging van de gele hesjes in Frankrijk blijft aan steun winnen. De brutale repressie waarbij duizenden mensen opgepakt worden en zelfs scholieren als krijgsgevangenen worden behandeld, doet de roep ‘Macron démission’ enkel luider klinken. Nog geen 20% van de bevolking steunt de president. In ons land hebben we potentieel een gelijkaardige situatie. Elke vakbondsactie die ernstig georganiseerd werd de voorbije jaren was een succes. De afgelopen weken waren er de klimaatmars en de opkomende acties van gele hesjes naar Frans voorbeeld. Veel van deze acties zijn nog een uitdrukking van een algemeen gevoel van woede: men is het kotsbeu.

Foto: Jean-Marie Versyp De vraag is hoe we vanuit dat gevoel tot effectieve verandering kunnen komen. Macron moest de geplande belastingverhoging op brandstof al met minstens een jaar uitstellen: een vastberaden strijd loont! Het protest is echter al lang niet meer beperkt tot de brandstofprijzen: er is een algemene ‘ras-le-bol’ (‘het beu zijn’). Laten we dit gevoel omzetten in concrete eisen die het leven van de meerderheid van de bevolking verbeteren: een substantiële loonsverhoging om de koopkracht op te trekken, herstel van de volledige index van de lonen en uitkeringen, verhoging van het minimumloon tot 14 euro per uur, minimumpensioen van 1500 euro per maand, een kortere werkweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, massaal plan van publieke investeringen in infrastructuur en openbare diensten, belastingen op grote vermogens en grote bedrijven zodat wij met één tankbeurt niet langer meer belastingen betalen dan de erfgenamen van miljardair Albert Frère op hun erfenis.
Dergelijke eisen moeten we collectief bespreken en van daaruit koppelen aan offensieve acties die opbouwen naar een algemene staking waarmee we de volledige economie platleggen. De vakbonden moeten hier een centrale rol in spelen, maar dan moeten de leiders wel stoppen met het onderlinge geruzie over hoe ze vooral geen acties willen voeren. Vastberaden acties zullen rechts niet versterken, integendeel! Ze vestigen de aandacht op de thema’s waar de meerderheid van de bevolking mee bezig is en ze maken dat het publieke debat niet door rechts gedomineerd wordt. Zelfs indien er van de instabiele regering geen nieuwe grote aanvallen moeten verwacht worden, zijn deze op de pensioenen, de koopkracht, de werkdruk of de openbare diensten nog lang niet verteerd. Een halfslachtige actiedag zoals op 14 december zonder duidelijke oproep, laat staan organisatie, ligt ver onder wat nodig is.

“We willen waardig leven, niet overleven”. Foto: socialisme.be De regering is verzwakt en bijgevolg zijn ook de werkgevers die stelselmatig beroep doen op hun politieke marionetten in die regering verzwakt. Dat is een ogenblik waarop in het offensief moet gegaan worden, het mag niet leiden tot een afwachtende houding die enkel inhoudt dat gewacht wordt tot de tegenstander opnieuw overeind kan kruipen. Als de regeringspartijen erin slagen om gedurende de kiescampagne de keuze te beperken tot een heel hard anti-migratiestandpunt of een gewoon hard anti-migratiestandpunt, dan krijgen we na mei 2019 sowieso terug een heel hard asociaal beleid.
Offensieve acties voor meer loon en sociale bescherming zijn de beste manier om aansluiting te vinden bij het ongenoegen dat onder meer bij de gele hesjes tot uiting komt. Met algemene vergaderingen waarop de eisen en acties besproken worden, is het mogelijk om banden te smeden tussen activisten en om het verzet tegen het asociaal beleid te versterken. Een sterke beweging zal een nieuwe politieke realiteit vestigen.
Als dit niet vertaald wordt in politieke vertegenwoordigers die deel zijn van de beweging en er alles aan doen om het verzet tegen het besparingsbeleid te verenigen en te organiseren, dan kan het op een verwrongen manier tot uiting komen in de verkiezingen. De politiek van zondebokken en zwartepieten aanduiden, zal dan een grotere rol spelen. Sommigen zullen daar ‘verrechtsing’ of in het beste geval slechts een groene golf in zien, maar onderliggend is er een groeiende verwerping van het volledige politieke establishment en eigenlijk van het volledige systeem.
Dat opent de zoektocht naar alternatieven waarvan de grote lijnen voor het grijpen liggen in de acties: het recht op een degelijk leven voor de meerderheid van de bevolking in plaats van een eindeloze neerwaartse spiraal die enkel een elitair groepje superrijken ten goede komt. Dat betekent strijden tegen het kapitalisme om het te vervangen door een ander systeem. Wij noemen dat ander systeem socialisme: de meerderheid van de bevolking beslist op basis van publieke controle en bezit op de productiemiddelen democratisch over wat en hoe er geproduceerd wordt en over hoe de beschikbare middelen en rijkdommen ingezet worden.
-
Na verlies in lokale verkiezingen zakt Michel 1 weg in doodsstrijd

Michel I: ‘Survival of the richest’. Foto: Jon Op verkiezingsdag stelden alle regeringspartijen dat ze gewonnen hadden. De cijfers toonden iets anders: ze verloren allemaal en zouden op basis van dit resultaat geen meerderheid meer halen in de Kamer. De gevolgen van deze nederlaag blijven niet uit: de zenuwen bij de regeringspartijen staan gespannen met het oog op de parlementsverkiezingen van mei. De campagnes zijn gestart en de marge voor toegevingen is na 14 oktober wel heel klein geworden. N-VA moet rekening houden met een terugkerend Vlaams Belang, de andere regeringspartijen met een groene golf die inspeelt op klimaat, luchtvervuiling, maar ook een verzet tegen de onmenselijke retoriek ten aanzien van vluchtelingen.
Zoals wij meteen na 14 oktober benadrukten, is de regering-Michel verzwakt. Voor de verkiezingen schreven we dat de regering kan verslagen worden als sociale thema’s de agenda bepalen. Wij zijn niet de enigen die deze vaststelling maken: de regeringspartijen doen dit ook. Vandaar dat een val van de regering rond sociale thema’s niet op de agenda staat. Het moet gaan over asiel en identiteit voor N-VA en over een vaag ‘humanistisch’ verzet daartegen voor de andere partijen. Dat is de achtergrond van de huidige politieke crisis.
Waarover is de regering dus niet gevallen?
- de rampzalige klimaatverandering die afgelopen zondag tienduizenden betogers op straat bracht, maar die gevolgd werd door een afwijzing van de Europese klimaatdoelen door de Belgische regering.
- de verhoging van de pensioenleeftijd waardoor een gemiddelde werkmens langer moet werken dan hij/zij gemiddeld gezond leeft.
- de weigering om de nodige middelen te voorzien om eindeloopbaanregelingen voor zware beroepen mogelijk te maken.
- de stelselmatige verhoging van taksen en accijnzen op onder meer brandstof, waardoor een gewone werkende (zonder tankkaart) stilaan meer belastingen betaalt aan de pomp dan de grote oliebedrijven op hun miljardenwinsten.
- De loonstop waardoor onze levenstandaard verder afbrokkelt en de oprukkende armoede door het regeringsbeleid.
- het falen om ouderen een degelijke en betaalbare zorg aan te bieden in plaats van 3-euromaaltijden in onbetaalbare zorgcentra.
- de dood van Mawda.
- het tekort aan plaatsen in de kinderopvang, de scholen en eigenlijk zowat alle openbare diensten.
- het protest van honderdduizenden vakbondsleden en sympathisanten die het werk neerlegden tegen het asociale beleid.
Waarover is de regering aan het vallen?
Het VN-akkoord over migratie is de directe aanleiding. Voor N-VA was er met dit verdrag aanvankelijk geen probleem: de partij steunde de démarche van premier Michel in New York om het verdrag te steunen, er werd actief meegewerkt aan de voorbereiding van het verdrag. Het werd een probleem omwille van twee ontwikkelingen: (1) tegenkanting door Orban vanuit Hongarije en vooral door de rechtse Oostenrijkse regering waardoor de symboolwaarde van het verdrag groter werd en (2) de lokale verkiezingen in eigen land op enkele maanden voor de parlementsverkiezingen waarbij N-VA wel wat stemmen verloor aan extreemrechts.
Niet meedoen met het verzet van onder meer de Oostenrijkse regering zou het beeld creëren dat Theo Francken op Twitter wel forse uitspraken doet, maar inzake beleid gewoon hetzelfde doet als zijn voorgangers. Het zou bovendien ruimte laten aan het Vlaams Belang dat ‘Marrakech’ voorstelt als een rode loper voor massale migratie naar België.
Langs de andere kant kreeg ook de MR klappen in de lokale verkiezingen en wil de partij niet gezien worden als een marionet van De Wever en de N-VA. De reputatie van premier Michel op het internationale toneel is een excuus, moest dit echt zo belangrijk zijn dan had België niet als enige land naast Tsjechië de Europese klimaatdoelen verworpen. Het gaat om de reputatie van Michel en zijn partij in eigen land. Vlak voor de parlementsverkiezingen – tot nader orde in mei gepland – plat op de buik gaan voor N-VA rond een kwestie als mensenrechten, zou de nederlaag van MR in mei groter maken.
De tegenstellingen werden verder uitvergroot in de media, onder meer door forse uitspraken van verschillende N-VA’ers. Bij N-VA wordt zwaar getild aan elke kritiek op de partij: het blijft een politieke formatie die zich vooral op de kleinburgerij baseert met bijhorende negatieve elementen van de kruideniersmentaliteit. N-VA stelt zich extreemrechts op. Filip Dewinter wees erop dat hij de online campagne die N-VA gisteren terug introk had kunnen maken: “Ik ben de auteur van deze campagne, ik – die het 70-puntenplan heb meegeschreven – zou de campagne kunnen geschreven hebben.” Op 14 oktober zei De Wever dat hij ‘de oorlog met links’ beu was. Vandaag lijkt die uitspraak helemaal verleden tijd.
Het resultaat is een patstelling waarbij de enige vraag is: wie zal de zwartepiet krijgen? MR, CD&V en Open Vld willen die naar N-VA doorschuiven: de partij die rond het VN-akkoord een bocht gemaakt heeft. N-VA wil hem naar de andere regeringspartijen doorschuiven met het argument dat zij de deur openzetten voor een onaanvaardbaar verdrag.
Wat staat eigenlijk in dat verdrag?
Zoals eerder opgemerkt: in dat verdrag zelf staat niets wereldschokkend. Er staat enkel in dat vluchtelingen kunnen genieten van reeds bestaande mensenrechten en dat alle landen rekening moeten houden met die mensenrechten (dus ook de landen van waaruit mensen vluchten). Er staat in dat de beoordeling van een asieldossier op basis van een eerlijk proces moet gebeuren. N-VA meent nu dat hieruit extra rechten kunnen geput worden door asielzoekers… Het gaat om basis mensenrechten, dezelfde mensenrechten die N-VA enkele jaren geleden nog ter ondertekening aan elke asielzoeker wilde voorleggen.
N-VA vreest dat het verdrag kan gebruikt worden tegen de opsluiting van kinderen – een praktijk die eerder veroordeeld werd door Europese rechtspraak zonder beroep te moeten doen op het VN-akkoord. N-VA heeft een probleem met het feit dat er sprake is van internationale samenwerking en vreest dat dit de nationale soevereiniteit ondermijnt. De partij heeft er ook een probleem mee dat “ordentelijk” migratie van wie zich “aan de regels houdt” als iets positief wordt voorgesteld, zelfs als een mogelijke bron van “welvaart en vernieuwing.”
In 2014 pleitte N-VA in het eigen kiesprogramma voor Europese samenwerking rond migratie en stelde de partij: “Voor de N-VA moet migratie een positief verhaal zijn. Maar dan moet de overheid een verstandig beleid voeren en eerlijke, duidelijke keuzes durven maken. Vreemdelingen hebben rechten, maar ze moeten ook op hun plichten worden gewezen. Uitgangspunt is dat wie aan de spelregels voldoet, welkom is.” Ordentelijke migratie voor wie aan de spelregels voldoet in het kader van een positief verhaal: het lijkt wel een samenvatting van het verdrag dat op de VN-top in Marrakech wordt voorgelegd.
Wat nu?
Momenteel zitten we in een fase die doet denken aan de sketch met de dode papegaai van Monty Python: er wordt op alle mogelijke manieren gezegd dat de regering dood is, maar niemand wil die dood effectief erkennen. N-VA kondigde aan dat een alternatieve meerderheid het einde van de regering betekent, de andere partijen gaan voor zo’n alternatieve meerderheid maar Michel dient niet het ontslag van de regering in.
De oproep van Ecolo/Groen om een alternatieve meerderheid te bieden zodat België rond migratie ‘aan de juiste kant van de geschiedenis’ staat – een oproep die meteen ook rond klimaat kan herhaald worden – positioneert de groenen verder als belangrijkste tegenstander van N-VA. Ook de impact van de klimaatkwestie daarbij kan niet onderschat worden: de historische klimaatmars van afgelopen zondag is in de gevestigde media misschien al oud nieuws, voor de 100.000 aanwezigen en vele tienduizenden anderen is dat niet het geval. De groene golf van 14 oktober kan zich bij de komende verkiezingen herhalen.
Als het einde van de regering is vastgesteld, blijft de vraag wat het gevolg zal zijn. Komt er een regering in lopende zaken, zonder N-VA en dus zonder meerderheid? Of een ‘nieuwe’ regering-Michel 2 mét N-VA om in lopende zaken tot aan de verkiezingen te regeren? Vervroegde verkiezingen lijken uitgesloten gelet op de verkiezingen voor de regionale parlementen en Europa in mei. Indien de regering op miraculeuze wijze overeind blijft – wat niet geheel uitgesloten is: kijk maar hoe Theresa May standgehouden heeft de afgelopen weken! – zal ze verzwakt zijn.
Wat betekent dit voor de arbeidersbeweging?
Dat is voor ons de belangrijkste vraag. Het brengt ons ook terug naar de elementen in de eerste vraag in dit artikel: onze eisen en bekommernissen rond klimaat, koopkracht, openbare diensten, zorg, onderwijs, … Voor de gemeenteraadsverkiezingen schreven we dat de regering verliest “als de sociale thema’s de agenda bepalen.” Dit zal niet automatisch gebeuren: de regering zal er eensgezind alles aan doen om de campagne niet over de sociale thema’s te laten gaan. Na de vele aanvallen op onze lonen, pensioenen, uitkeringen, openbare diensten en koopkracht is dat evident. We moeten met de arbeidersbeweging onze eigen eisen op de agenda zetten. Dat kan het beste met een offensief programma gekoppeld aan stoutmoedige acties met een zo breed mogelijke betrokkenheid. Zoals we in onze onmiddellijke reactie na de gemeenteraadsverkiezingen schreven: “Regering kan het moeilijk krijgen, maar sociaal verzet moet tandje hoger schakelen!”
De arbeidersbeweging moet ook standpunt innemen rond migratie: tegen wat de gewone werkenden en onderdrukten verdeelt, tegen de door dit systeem gecreëerde en versterkte oorzaken waarom mensen vluchten (ellende, oorlog, neokoloniale plundering, …), voor een menswaardige opvang van de slachtoffers van dit systeem. Moesten alleen al de middelen die vandaag wereldwijd ingezet worden voor oorlogsvoering – een defensiebudget van 1739 miljard dollar op jaarbasis! – gebruikt worden om een einde te maken aan armoede en ellende, dan zou het vluchtelingenprobleem als sneeuw voor de zon smelten. Ook rond het punt van migratie faalt de rechterzijde en moet de arbeidersbeweging een eigen programma naar voor brengen.
Er is nood aan een linkerzijde die zich niet beperkt tot het vaststellen van het asociale beleid, maar die de strijd ertegen organiseert en richting geeft. Een linkerzijde op politiek en syndicaal vlak om al wie actief ingaat tegen het besparingsbeleid te verenigen in een offensieve strijd voor onze eisen: intrekking van aanvallen op pensioenen, verhoging minimumpensioen tot 1500 euro per maand, werkbaar werk door een arbeidsduurvermindering tot 30 uur per week zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, substantiële loonsverhoging en optrekking van het minimumloon tot 14 euro per uur, massaal programma van publieke investeringen in infrastructuur (sociale huisvesting, wegen, gebouwen, …) en openbare diensten (waaronder zorg, onderwijs, openbaar vervoer, kinderopvang, …), een programma van groene transitie door onder meer de energiesector in publieke handen te nemen, … Een dergelijk programma botst op het kapitalistisch systeem waarin de winsten van enkele superrijken allesbepalend zijn. We moeten ons op die confrontatie voorbereiden door een socialistisch alternatief te populariseren: een samenleving gericht op de behoeften en noden van mens en planeet, niet de winsten van een handvol superrijken.