Author: PierreBrx

  • Verzet tegen neo-liberalisme in Nigeria

    Interview met Segun Sango, algemeen-secretaris van de Democratic Socialist Movement (zusterorganisatie van de LSP in Nigeria)

    Het laatste jaar is Nigeria een aantal keer in het nieuws geweest met algemene stakingen tegen de prijsverhoging van de benzineprijzen. Wat was de positie van de DSM in deze bewegingen?

    De DSM heeft zich altijd verzet tegen het hele neoliberale beleid van de regering. De prijsstijgingen van de olie zijn daar slechts 1 symptoom van. Het zorgt voor een verharding van het lot van de werkende bevolking. Als de olieprijzen stijgen, stijgen ook de andere prijzen. Daarom waren we vanaf dag 1 betrokken in de beweging.

    We brachten een statement uit en riepen de georganiseerde arbeidersbeweging op om naar een algemene staking te gaan. Daarbij richtten we niet enkel eisen naar de vakbondsleiding. Via de DSM en de NCP (een radicaal-democratische partij die bekend werd met haar strijd tegen de voormalige militaire dictatuur en waarbinnen de DSM als marxistische stroming opkomt voor een socialistisch programma, nvdr) namen we het initiatief voor een bredere coalitie van groepen, van prodemocratische groeperingen, etc. Dit was de Joint Action Council against Fuel Hike, waarmee we beslisten om een dag van protesten te organiseren. Gelukkig werd ons voorstel voor een algemene staking aanvaard. We verspreidden hiervoor 1000-en pamfletten om de idee te populariseren. Dit mondde uit in de staking van juni-juli.

    Onze interventie was zo effectief dat alle linkse activisten en NLC-leiders (Nigerian Labour Council, de overkoepelende vakbondsorganisatie in Nigeria) op de dag van de staking naar onze rally kwamen. Het was ook de enige plaats waar de politie naartoe kwam. Door de agressieve houding van de ordediensten kwam het toen tot een "running battle" met de politie. We hadden ook heel wat media-aandacht tijdens de staking. In de Financial Times stond een foto met onze spandoek. Tijdens die staking gingen we de arbeiderswijken in Lagos langs om steun voor de acties te ontwikkelen. Dit was de eerste staking.

    De NLC-leiders hadden een heroïsch gevecht geleverd, maar die strijd niet verder gezet. Anders zouden ze in confrontatie zijn gekomen met het regime. Niet onverwachts maakte de regering daarvan gebruik om in oktober de prijzen opnieuw te laten stijgen.

    We voerden opnieuw campagne om de algemene staking te hernemen. Op basis van onze vroegere interventie erkenden de vakbondsleiders onze rol en riepen ze verschillende organisaties van de "civiele maatschappij" samen. Er kwam een nieuwe coalitie: de Labour Civil Society Coalition (LASCO). Terwijl we voor dit breder platform mobiliseerden, brachten we onafhankelijke politieke verklaringen naar buiten over de strategie van de staking. Die hebben we massief verspreid. Het leek een erg succesvolle staking te worden. We raadden de bevolking aan om onder meer voedsel te stockeren. De dag voor de staking werden de banken platgelopen.

    We argumenteerden ook voor het opzetten van actiecomités voor het in de praktijk zetten van de stakingsbeslissingen en als potentiële organen van arbeidersmacht. Omwille van onze rol in de voorbereiding van de staking werd ik door een vergadering van vakbondsactivisten in Lagos gevraagd om op het Nationaal Uitvoerend Bestuur van de NLC te spreken over welke strategie er nodig was. De houding van de nationale vakbondsleiders op die vergadering was niet vijandig, maar ze hadden duidelijk geen onafhankelijke klassevisie. Het is geen gebrek aan moed. Ze hebben gevochten, maar met botte wapens. Ze zijn ook niet in principe tegen de privatiseringen. Ze vechten vanuit het standpunt van de algemene staking als instrument van concessies, niet als middel om de samenleving te veranderen. "Jullie programma is onpraktisch", stelden ze.

    Ik bracht daartegenover onze ideeën en methodes naar voor, de onmogelijkheid van de vakbondsleiders om binnen het kapitalisme blijvende verbeteringen af te dwingen, etc. We hebben ons nooit opgesteld als zomaar adviseurs van de vakbondsleiders. We behielden steeds ons onafhankelijke programma.

    Ironisch genoeg zag president Obasanjo, in tegenstelling tot de vakbondsleiders, de algemene staking wel als een bedreiging voor het regime zelf. Hij viel in discussies met de vakbondsleiders ook onze rol aan in de beweging. Daarbij stelde hij ons voor als "drugsverslaafden", die weliswaar mensen niet in fysieke zin beroofden, maar die hun "subversieve ideeën" van deur tot deur verspreidden.

    Jammer genoeg werd de staking op het laatste moment afgeblazen, omdat de regering afkwam met concessies. De vakbondsleiders vielen in de val van de heersende klasse. De oliemultinationals zegden dat ze alles zouden aanvaarden, dat ze zouden afzien van de prijsstijgingen. Wij hadden kritiek op het afzeggen van de staking. Er was eerst een discussie en consultatie nodig geweest binnen het platform van LASCO. Waarom heb je anders een platform? Op de tweede plaats – gezien de geschiedenis van verraad en niet nagekomen beloften van de regering en de heersende klasse – zouden de NLC-leiders aangedrongen moeten hebben op een reële prijsdaling.

    Jammer genoeg werden we vrij brutaal in het gelijk gesteld. De olieprijzen zakten niet reëel. In de plaats van de staking te hernemen, wilden de vakbondsleiders nu een discussie met de regering organiseren. Je kan soms onderhandelen met kapitalisten, maar het is een foute benadering om te denken dat de kapitalistische klasse een fundamentele politiek voor de werkende massa’s kan doorvoeren. Er is strijd nodig om zaken af te dwingen. Enkel wanneer je het hele systeem omverwerpt en een socialistisch alternatief opbouwt, kunnen verworvenheden definitief worden.

    We vinden nu nog dat de NLC-leiders de strijd zouden moeten hernemen tegen het bedrog van de regering en de oliemultinationals. Tegelijkertijd vinden we dat "labour", de georganiseerde arbeidersbeweging, initiatieven zou moeten nemen om een nieuwe, massale arbeiderspartij op te richten.

    In welk stadium van ontwikkeling zitten we momenteel met de DSM?

    Het beste moet nog komen. We worden meer en meer relevant voor de dagelijkse strijd van arbeiders en jongeren. Verschillende kameraden kwamen op TV, wat een uitdrukking is van onze rol in bewegingen. Onze activiteiten krijgen regelmatig aandacht in de burgerlijke pers. Onze aanwezigheid op het Nationaal Uitvoerend Bestuur van de NLC staat niet los van dit groeiend profiel. Een lid van de NLC verbood toen hij nog in de textiel-vakbond zat daar de verkoop van ons blad. Nu zat ik links van hem op die vergadering van nationale vakbondsleiders. In Lagos, de hoofdstad, hebben we al een zekere massa-invloed. Tijdens de verkiezingen werd ons in een district van Lagos een senaatszetel ontstolen. Iedereen in dat district was er na de verkiezingen van overtuigd dat onze kandidaat had gewonnen. De fraude vanwege de regering bij verkiezingen is echter een bekend gegeven. We staan aan het begin van het worden van een massakracht.

  • Word niet ziek onder Verhofstadt 2

    In de "sociale" praatjes van de regering komen steeds meer gaten. Een reeks artikelen in De Morgen toonde aan hoe de onderfinanciering van de ziekenhuizen de dienstverlening en de betaalbaarheid voor de patiënten onderuithaalt.

    Peter Delsing

    Jaarlijks krijgen de ziekenhuizen 364 miljoen euro te weinig om de taken die hen door de overheid worden opgelegd, in te vullen. In Wallonië eindigden 23 van de 36 ziekenhuizen in 2001 zelfs met een schuld. Volgens professor-doctor Renaat Peleman, van het Universitair Ziekenhuis in Gent, gaan we naar "een Nederlands model met lange wachtlijsten en een tekort aan verpleegkundigen en artsen". Privé-ziekenhuizen lokken de beste artsen met hogere lonen.

    Peleman: "Aan grote verbouwingen of infrastructuurwerken moeten wij ons niet wagen. Daarbovenop komen de lineaire besparingen op een aantal medische prestaties die het gevolg zijn van maatregelen van vorige regeringen." Dank u wel, "sociale" minister Vandenbroucke (SP.a). "De onderfinanciering van de ziekenhuizen en de onwil om beleidskeuzes te maken leiden zonder meer tot een malaise", aldus Peleman.

    Ook de stakingen bij de OCMW-ziekenhuizen in Antwerpen wezen op het probleem. Volgens het ZINA-herstructureringsplan moeten er, naast andere besparingsmaatregelen, 600 van de 6000 jobs weg. Ondertussen zijn het vooral de rijken die zullen profiteren van de fiscale amnestie van de regering, en geeft de regering lastenverlagingen aan het patronaat.

    De kosten worden nu op de patiënten afgewenteld. Bij een opname in het ziekenhuis betaalde je in 1998 gemiddeld 334 euro uit eigen zak. In 2002 is dat opgelopen tot 424 euro. Voor een minister ongetwijfeld een peulschil, voor gewone werkenden, werklozen of gepensioneerden een serieuze streep door de rekening. De maximumfactuur voor de allerarmsten die Vandenbroucke invoerde tijdens de vorige regering is absoluut niet voldoende om de stijgende kosten voor ziekte van de meerderheid van de arbeiders te dekken. Zeker niet met een verouderende bevolking.

    De rijkdom in deze maatschappij is aanwezig: niet bij ons, maar bij de rijkste 5% van de bevolking. LSP/MAS pleit voor een nationale gezondheidsdienst, waarin dokters – ook huisdokters – een vast en fatsoenlijk loon krijgen uitbetaald, en niet betaald worden volgens prestatie. In een socialistische maatschappij is gratis gezondheidszorg een perfect realiseerbare doelstelling. Onder het kapitalisme zullen we meer en meer een klassegeneeskunde voor de rijken op ons bord krijgen.

  • Verenigde Staten: welke oppositie tegen Bush?

    Interview met Philip Locker (Socialist Alternative)

    Wat is momenteel het bewustzijn in de VS tegenover de oorlog in Irak? Is het karakter van de beweging tegen de bezetting veranderd?

    Na het officiële einde van de oorlog in mei kwam de anti-oorlogsbeweging in een neergaande fase. De steun voor Bush en nationalistische gevoelens zaten in de lift. Het gevoel was dat het om een relatief pijnloze oorlog voor de VS ging. De laatste maanden is dat, als gevolg van de concrete ervaring met de bezetting, veranderd. Miljoenen arbeiders zien vandaag de concrete realiteit van de oorlog. De illusie van een snelle oorlog en een pijnloze bezetting is weggevallen. De leugens van Bush werden doorprikt: er werden geen massavernietigingswapens gevonden. Het groeiende aantal doden en de kost van de bezetting hebben de tegenstand doen groeien. De arbeiders zien dat zij betalen in de vorm van besparingen in de sociale voorzieningen en het onderwijs.

    Wat de beweging tegen de bezetting betreft: die is kleiner geworden, maar begon in september-oktober terug op te leven. Voor velen was het echter eenvoudiger om je tegen een nakende oorlog te verzetten, dan een bezetting te bevechten. Bij progressieve intellectuelen en pacifisten is er veel verwarring over de bezetting. De redenering is dat een terugtrekking zou leiden tot een uiteenvallen van Irak, burgeroorlog en etnische zuivering. De conclusie bij sommigen is dat we niet kunnen ingaan tegen de bezetting, of dat dit via de VN moet gebeuren.

    Wij moeten geduldig uitleggen dat er vandaag niet zoveel actie is door de logica van de situatie. We worden niet geconfronteerd met een nakende oorlog. Tegelijkertijd is er een enorme dorst naar een analyse, programma en strategie. Wij benadrukken vandaag meer het belang van publieke meetings, teach ins, etc. We verdedigen een consistente anti-oorlogspositie en leggen het karakter van het VS-imperialisme uit, beklemtonen het recht op zelfbeschikking van de Irakese bevolking, de noodzaak om de troepen terug te trekken,…

    Eén van de best georganiseerde delen van de beweging is vandaag de soldaten en hun families. Er is een enorme woede onder de soldaten. Ze hebben het gevoel dat er tegen hen gelogen is: dat de oorlog helemaal niet ging om massavernietigingswapens. Ze werden niet verwelkomd als bevrijders. Elke dag worden ze beschoten en gedood. Er groeit een enorme oppositie onder de soldaten. Bush heeft ook geprobeerd om het salaris van de soldaten met 1/3 te verminderen, dat is er echter niet doorgekomen. De fondsen voor veteranen werden verminderd.

    De Bush-administratie verwachtte dat ze slechts 60.000 soldaten zou nodig hebben. In realiteit zitten er nu 130.000 en zijn er nog meer nodig. Maar de VS zetten al veel soldaten in in de rest van de wereld. De lengte van het verblijf in Irak van de soldaten werd ook verlengd, wat bij velen tot woede heeft geleid. Veel soldaten zijn ondertussen moe en gedemoraliseerd.

    Op de betoging tegen de bezetting van 25 oktober waren er grote contingenten van de campagnes "Military Families Speak Out" en "Bring The Troops Home". Een ander positief teken was dat er meer Afro-Amerikanen deelnamen dan op vroegere betogingen. De arbeiders-oppositie tegen de oorlog is gegroeid: 60% van de bevolking was bijvoorbeeld tegen de extra 87 miljard dollar die Bush vroeg voor zijn "oorlog tegen het terrorisme". Dit is verbonden met de economische crisis, de besparingen van de regering-Bush en de belastingverlaging die voornamelijk de rijken ten goede komt.

    Is er vandaag meer een opening voor arbeidersstrijd?

    Met de explosie van de anti-oorlogsbeweging veranderde de situatie. Daarvoor waren er de beursschandalen zoals bij Enron. De laatste maanden was er een reeks van stakingen. Het thema van de gezondheidszorg wordt belangrijker: die wordt betaald door de bedrijven zelf, maar ze proberen de kosten nu af te wentelen op de arbeiders. Er was bijvoorbeeld de staking bij de supermarkten.

    Er is veel meer ruimte voor socialistische ideeën en een marxistisch programma. Het enorme vacuüm ter linkerzijde biedt mogelijkheden. Toch zijn er bij jongeren nog veel fundamentele vragen omwille van het gebrek aan politieke activiteit. Er is nog steeds een gebrek aan klassebewustzijn, onder meer door het ontbreken van een arbeiderspartij. Het politieke bewustzijn vertrekt van een lager niveau, hoewel dat ook in Europa het geval is. De vragen die we bediscussiëren zijn de rol van de arbeidersklasse, de potentiële macht van de arbeidersklasse in het veranderen van de maatschappij.

    Er is een zeker scepticisme over de arbeidersklasse als revolutionaire kracht. Ze zou conservatief zijn en nog goed betaald, niet noodzakelijk het instrument voor radicale verandering in de maatschappij. Wij argumenteren dat het bewustzijn in laatste instantie wordt bepaald door de materiële omstandigheden en dat het kapitalisme die niet langer kan garanderen. We beklemtonen de nood van een revolutionaire partij, gebouwd met bolsjevistische methodes.

    Vandaag is er ook discussie ter linkerzijde over de rol van de Democraten, hoe we Bush buiten kunnen krijgen. Wij wijzen op de banden van de Democraten met big business en de noodzaak van een onafhankelijke politieke stem voor arbeiders en jongeren.

    Op welke vlakken is Socialist Alternative momenteel actief?

    Wij bouwen de beweging tegen de bezetting mee op. In Boston voerden we campagne tegen ontslagen bij de Harvard-universiteit. Het is de rijkste universiteit ter wereld, maar we hebben er toch verschillende leden onder de studenten en het personeel. We voeren er campagne binnen de vakbonden opdat ze zich zouden verzetten tegen de ontslagen.

    Ook in Minneapolis zijn de arbeiders van de universiteit in staking. Hierrond voeren we een solidariteitscampagne. We zijn nu ook bezig met een campagne tegen de hoge inschrijvingsgelden aan de universiteiten.

    In Chicago keurde de vakbond AFSCME (met arbeiders uit de publieke sector) onder onze impuls een resolutie tegen de oorlog in Irak goed. Dit was ook het geval in een vakbond voor buschauffeurs waar we leden hadden.

  • Brazilië: welk antwoord op de neo-liberale aanvallen?

    Interview met André Ferrari (Socialismo Revolucionario, de CWI-sectie in Brazilië)

    Met de verkiezing van Lula waren er heel wat verwachtingen bij de arbeiders in Brazilië, maar ook internationaal werd er naar uitgekeken. Wat is de houding vandaag van de massa van de arbeiders tegenover de PT (Arbeiderspartij) en Lula?

    Er is nog een meerderheid die met veel verwachtingen zit, ook al is de situatie er niet beter op geworden. Velen denken nog dat Lula niet verantwoordelijk is voor de achteruitgang van de leefomstandigheden. Ze denken dat dit een gevolg is van het neoliberale beleid van de vorige regering.

    Na bijna een jaar dat Lula aan de macht is, is er wel een verschil met de situatie vlak na zijn instelling. Er is bijvoorbeeld veel ongenoegen bij de arbeiders in de openbare sector,rond de aanvallen op de pensioenen en hun looneisen. Door de dreiging van sluiting van verschillende fabrieken, is ook de tolerantie bij een laag van industrie-arbeiders kleiner geworden.Lula helpt immers de bazen bij deze zogenaamde herstructureringen.

    Tegen de neoliberale aanvallen op de pensioenen betoogden op zijn hoogtepunt 80.000 ambtenaren. 70% was in staking. Lula probeerde deze maatregel uit te leggen als een strijd tegen de "privileges van bepaalde sectoren". Met onze organisatie voerden we campagne om uit te leggen dat het helemaal niet ging om een "progressieve maatregel". Jammer genoeg werd er geen solidariteit met andere sectoren opgebouwd. Hier speelt ook de rol van het overkoepelende vakbondscongres: de meerderheid van de leiding ondersteunde in essentie de pensioenhervorming. Ze waren enkel in woorden tegen de meeste voorstellen.

    Je hebt ook de retoriek van de regering-Lula over de IMF-akkoorden. Volgens Lula "loopt Brazilië een marathon. Als je te snel loopt in het begin, heb je op het einde geen energie meer." In het eerste jaar mocht de regering volgens Lula niet te snel gaan. Een andere metafoor die hij gebruikt is dat Brazilië "een Titanic is, waarvan je de koers niet snel kan veranderen. Er komt een tweede stadium, het eerste jaar zou moeilijk zijn." Hij stelt zelfs dat "Het eerste jaar niet onze regering is". "De PT-regering zal er komen", heet het in de retoriek van Lula.

    Veel arbeiders wachten op dat "tweede stadium". Lula ging echter een verkiezingsakkoord aan met het IMF voor zijn verkiezing om een primair surplus van 3,75% van het BBP te handhaven (het primair surplus is het overschot op de begroting voor het betalen van de intresten op de overheidsschuld, nvdr). Ondertussen heeft de regering-Lula dat eigenhandig verhoogd naar 4,25%. Tijdens de eerste helft van 2003, tot in september, liep het primair surplus zelfs op tot meer dan 5% van het BBP.

    De prijs daarvoor was onder meer besparingen op het programma van landbouwhervorming. Volgens de MST (de beweging van arme boeren die een herverdeling van de gronden eist, nvdr) zullen er in 2003 maar 5000 families kunnen genieten van een landherverdeling. De belangrijkste eis van de MST is om 1 miljoen families te hersettlen in 4 jaar tijd! In november had de regering, volgens haar eigen cijfers, "15.000 families" hersettelt. Daarnaast zien we nog de tekorten in het onderwijs, de gezondheidszorg,… In het nieuwe akkoord met het IMF van november 2003 werd overigens beloofd door Lula dat hij zou vasthouden aan dat primair surplus van 4,25%.

    Recent waren er een aantal nieuwe ontwikkelingen binnen de linkerzijde van de PT. Wat is onze positie in deze discussies?

    Sinds het begin van de instelling van de regering-Lula was er kritiek van een aantal parlementairen op de rechtse koers.De PT heeft 90 federale parlementairen. De linkerzijde claimt er hier 30 van. In realiteit stemden echter maar 3 parlementairen tegen de pensioenbesparingen.Er waren 8 onthoudingen. 24 zogenaamde "linksen" stemden voor, met een publieke verklaring. De PT heeft 10.000-en actieve leden. De meeste linkse tendenzen vormen geen echte oppositie. De meerderheid capituleert gewoon voor Lula. Ze plaatsen zich in de positie van "adviseur" voor Lula, ook al voert die een neoliberale politiek in dienst van het IMF.

    De officiële positie van Socialistische Democratie (van het Verenigd Secretariaat van de Vierde Internationale – de SAP in België) was er een van steun aan de pensioenbesparingen. Ze hebben 2 senatoren en 7 federale vertegenwoordigers. Van deze 7 stemden er 5 voor de neoliberale pensioenpolitiek in de 2 rondes. Een ander lid van deze stroming onthielt zich in de eerste ronde en stemde tegen in de tweede ronde. 1 onthielt zich in beide rondes. Senator Helena Heloisa zegde dat ze zou tegenstemmen in de Senaat.

    De minister van Socialistische Democratie die in de PT-regering verantwoordelijk is voor de Landbouwhervorming, Miguel Rosetto, verzette zich in publieke verklaringen zowel tegen de politiek van de grootgrondbezitters als tegen de landbezettingen van de MST. Hij geeft zogenaamd geen steun aan 1 van de 2.

    Vergelijk de houding van deze parlementairen met de CWI-parlementair in Ierland, Joe Higgins, die principiële steun bleef geven aan strijdbewegingen buiten het parlement en voor zijn socialistische overtuiging zelfs een maand in de gevangenis werd gestoken.

    In totaal stemden 3 federale vertegenwoordigers tegen de neoliberale pensioenhervorming. Voor de leiding van de PT was dit voldoende reden om te dreigen met uitsluiting. Er is echter druk van onderuit om de uitsluiting van de "4 radicalen" (met Helena Heloisa erbij) tegen te gaan. Deze linkerzijde wordt gevormd door leden van de linkse tendenzen binnen de PT, maar ook door vakbonden van de openbare sector die zich verzetten tegen de pensioenhervorming. Momenteel voert deze linkerzijde een campagne tegen de uitsluitingen.

    Voor een aantal van deze tendenzen en vakbonden is het de bedoeling om een nieuwe partij op te richten. Er is momenteel al 1 gemeenteraadslid uitgesloten in Sao Polo. In deze regio werd ook een poging om een linkse verkiezingskandidaat naar voor te schuiven niet toegelaten door de PT-leiding.

    De PT-leiding opent de partij voor carrièristen en opportunisten. Aangezien de PT momenteel de regerende partij is, betekent dat een toestroom van 100.000-en carrièristen. Zo probeert men de linkerzijde op te lossen in het kleinburgerlijke element. Je kan vandaag via het internet lid worden, het is niet meer noodzakelijk om het programma te onderschrijven of om lidgeld te betalen, naar meetings te komen – zoals vroeger bij de PT het geval was. De PT-leiding organiseert vandaag geen meetings meer om de mening van de leden te weten, ze houdt opiniepeilingen bij de leden.

    Op 14 november was er een meeting van 300 mensen in Sao Polo met alle linkse tendenzen, waar wij ook een spreker hadden. Het was een samenkomst om te bediscussiëren hoe we zouden reageren tegen de maatregelen die de PT-leiding wil nemen tegen de "radicalen". Het was een belangrijke meeting, onder meer met de aanwezigheid van de 3 federale vertegenwoordigers en Helena Heloisa. Er waren 2 trends. De eerste wilde binnen de PT blijven om die te herwinnen voor een linkse politiek. De andere trend wilde een alternatief uitbouwen, aangezien de uitsluitingen onvermijdelijk zijn.

    Helena kan een belangrijk figuur worden in de strijd tegen de politiek van de regering. Ze capituleerde niet en herhaalde dat ze tegen de pensioenhervormingen zou stemmen. "Als ze me uitsluiten , bouw ik een alternatief op, anders vecht ik tegen de leiding", stelde ze.

    Ik sprak zelf ook tijdens de meeting. We bekritiseerden de politiek van de regering en verbonden de heksenjacht tegen de linkerzijde met de noodzaak van de PT-leiding om de oppositie het zwijgen op te leggen. Naar buitenuit geeft de regering de indruk "progressief" te zijn. Ze verzette zich tegen de oorlog in Irak, er waren bezoeken aan Afrika en Cuba. Er zijn de relaties met het Venezuela van Chavez. Tegelijkertijd zijn er echter de akkoorden met het IMF, de neoliberale politiek in eigen land.In Bolivië had de Lula steun moeten geven aan de massabeweging. Hij heeft dat niet gedaan. Integendeel, hij heeft de burgerij geholpen om er de burgerlijke democratie te herstellen. Links moet zich voorbereiden op een alternatief. Daar moeten we nu mee beginnen.

    Het is natuurlijk een ongelijk proces. Verschillende lagen trekken conclusies op een verschillend moment. Maar een belangrijke laag van linkse vakbondsleiders en linkse activisten in de sociale bewegingen, jongeren, etc. willen iets naast de PT uitbouwen. Er zijn ook al een aantal gemeenteraadsleden en leden van het federale parlement die hieraan zouden willen meewerken. We moeten gevoelig zijn voor de stemming van nog een brede laag van arbeiders en tactisch flexibel blijven tegenover ontwikkelingen binnen de PT. Anderzijds zou uitstel met de uitbouw van een nieuwe partij de meest strijdbare vakbondsactivisten en jongeren kunnen demoraliseren. Met Socialismo Revolucionaro zullen we zeker in Sao Polo centraal betrokken zijn bij nieuwe initiatieven in deze richting.

    Ook in Europa waren er de laatste periode nogal wat verwachtingen in de idee van "participatieve democratie" die de PT lokaal op een aantal plaatsen had toegepast. Wat is ons standpunt hiertegenover?

    Reële "participatieve democratie" heeft geld nodig. Als je geen geld hebt om over te beslissen, heb je geen echte democratie. In de praktijk betekent participatieve democratie dat de bewegingen en mensen die hieraan deelnemen moeten kiezen tussen verschillende besparingen. Wij zijn voor inspraak, maar dan in alle beslissingen. Ook wat belastingen op de rijken en grote aandeelhouders betreft, het niet betalen van schulden aan de banken, etc. In Sao Polo hebben we de idee van een behoeftenbudget ondersteund naar het voorbeeld van Liverpool in de jaren ’80 (in deze periode controleerde de Militant Tendency, onze toenmalige Engelse zusterorganisatie, de gemeenteraad van Liverpool en mobiliseerde betogingen van 10.000-en arbeiders en jongeren ter ondersteuning van een zogenaamd behoeftenbudget, gericht tegen de regering-Thatcher, nvdr).

    In welk soort campagnes is Socialismo Revolucionario actief?

    We zijn nog vooral in en rond Sao Paolo actief, waar we een belangrijke rol spelen in de studenten- en jongerenbeweging. Recent voerden we campagne voor het recht op publiek onderwijs, toegang tot de universiteiten,… Onder jongeren groeit er momenteel een beweging voor gratis openbaar vervoer.We hebben een aantal posities binnen de leraarsvakbond. We werken in de vakbond van de postarbeiders en nog een aantal andere sectoren.

    We vechten voor een socialistisch alternatief met een massabasis, maar werken ook nog met de basis van de PT die door haar eigen ervaring moet. De taak van de opbouw van een massaal alternatief staat vandaag echter op de agenda.

  • Paars eindigt bont en blauw

    Tussen 1992 en 2002 is het aantal Belgen dat een beroep doet op de Voedselbank verdubbeld. In 2002 is het aantal leefloontrekkers met 15% gestegen. In de periode ’98-’02 heeft 23% van de bevolking periodes van officiële armoede meegemaakt.

    Bart Vandersteene

    Maar alles gaat uitstekend met België. Volgens Verhofstadt dan toch, want de regering heeft opnieuw een begroting in evenwicht en de staatsschuld daalt. Die daling past echter in de wereldtop wat mislukte verdwijntruuks betreft. Goochelaars hebben talenten, maar het is allemaal gezichtsbedrog. Vande Lanotte heeft misschien ook talenten, in het basket, maar veel minder als "goede huisvader".

    De vorige regering, Paarsgroen, was reeds begonnen met de uitverkoop van het zilverwerk van de staat. In 2001 was er de veiling van UMTS voor 440 miljoen euro, overheidsgebouwen ter waarde van 320 miljoen euro, Shangai Bell voor 89 miljoen euro. In 2002: verkoop BIAC-gronden (200 miljoen euro), Rijksadministratief Centrum Brussel (27 miljoen euro), … Dit was slechts een voorbode van de spectaculaire boekhoudkundige ingrepen van 2003. Het pensioenfonds van Belgacom was de grote klepper, met een totale waarde van 5 miljard euro. Dit is meer dan de totale waarde van alle overheidsgebouwen in het jaar 2000 – ondertussen zijn er van die gebouwen reeds een aantal verkocht.

    Vande Lanotte is in de feiten gewoon een nieuwe lening aangegaan. Die zal moeten worden terugbetaald in de vorm van pensioenen van de Belgacomwerknemers. Niks daling staatsschuld dus. Ook het IMF heeft dit door. Het laat de Belgische regering weten dat het "bezorgd" is over de begroting en de overheidsfinanciën. Om de situatie recht te trekken, moet er volgens hen komaf worden gemaakt met de systemen van vervroegde pensionering, moet een maximum duurtijd worden ingevoerd voor werkloosheidsuitkeringen en dringend werk worden gemaakt van het saneren van de overheidsbedrijven. Het IMF moet natuurlijk geen rekening houden met verkiezingen. Het kan vrijelijk haar propagandamachine laten draaien.

    Er kan geen twijfel bestaan dat de regering na de verkiezingen van juni zal trachten dit neoliberale programma door te voeren. Ondertussen probeert ze met man en macht het tekort aan middelen te camoufleren. Facturen werden niet meer betaald voor 1 januari 2004, regionale en lokale overheden moeten opdraaien voor financiële problemen. En de gehandicaptensector wordt, onder dreiging van het waterkanon, naar huis gestuurd met de belofte dat het niet meer zal gebeuren. De "heilige" concurrentiepositie van België zal na de verkiezingen worden gebruikt om de aanvallen in te zetten op onze verworvenheden. SP.a en PS zullen dan de maskers afgooien en hun rol spelen als meest efficiënte instrument van de burgerij. Ze zullen een wolf in schapenvacht blijken te zijn, waar de meerderheid van de bevolking niets van moet verwachten.

    De volgende goocheltruuk van Vande Lanotte en co zal er dan ook in bestaan de schapenvacht te laten verdwijnen… en tegelijkertijd te beweren dat ze hem nog altijd aanhebben. De kwestie van een nieuw politiek alternatief voor de arbeidersbeweging zal op dat moment meer dan ooit op de agenda staan.

  • Nieuwe fase van klassenstrijd in Europa

    Vandaag zien we in Europa een nieuwe fase van de klassenstrijd die gekenmerkt wordt door de massale betogingen. Zeker in Zuid-Europa is dit het geval. Er was in Italië een golf van stakingen tegen de pensioenhervormingen van Berlusconi. Ook in Portugal en Spanje waren er grote acties. Maar het valt op dat meer en meer sociale onrust naar voor komt in sleutellanden in het noorden van Europa.

    Verslag van een inleiding door Tony Saunois

    De eerste fase van opgang van de klassenstrijd vindt plaats tegen de achtergrond van de oorlog in Irak en de politieke gevolgen ervan op politiek vlak. Wat vooral opvalt is hoe geen enkele regerende partij heeft kunnen profiteren van deze situatie, zo liggen zowel Schröder als Chirac in het binnenland onder vuur.

    De kritiek is echter het grootst in Groot-Brittannië en Spanje omwille van hun openlijke steun aan de VS. Algemeen stellen we vast dat in heel Europa alle traditionele politieke partijen ondermijnd worden en aan steun verliezen. Dit creëert een politiek vacuüm. Dat vacuüm komt er vooral door het ontbreken van massale arbeiderspartijen.

    De beweging van syndicale strijd die we overal zien ontwikkelen in Europa vindt plaats tegen de achtergrond van een ontwikkelende economische crisis in de EU. De spanningen rond de oorlog gecombineerd met economische stagnatie en recessie in een aantal EU-landen, zorgen ervoor dat de super-optimistische houding van de burgerij moest bijgesteld worden. Overal worden de economische perspectieven naar beneden herzien.

    De groeiperspectieven voor 2003 worden op 0,4% geschat in de 12 landen van de Eurozone. In april was dat perspectief nog 1%. Zowel Duitsland, Frankrijk als Italië zitten technisch gesproken in een recessie. Bovendien is er het probleem van de groeiende werkloosheid, nu zijn er reeds 40 miljoen werklozen in de EU.

    Door de gedaalde waarde van de dollar wordt de Europese export aangetast. De burgerlijke krant ‘Financial Times’ schreef reeds dat het misschien het moment is om komaf te maken aan het stabiliteitspact. Er zijn alleszins groeiende economische spanningen en conflicten tussen de verschillende Europese landen.

    Duitsland en Frankrijk hebben het stabiliteitspact systematisch gebroken, waardoor de spanningen nog toegenomen zijn. Een onmiddellijk opbreken van de euro is niet waarschijnlijk, maar de spanningen wijzen erop dat dit in de toekomst wel kan gebeuren.

    De uitbreiding van de EU kan niet op een slechter ogenblik komen voor de EU en zal zeker groeiende nationalistische spanningen met zich mee brengen. Zeker aangezien de uitbreiding samenvalt met de verdere economische neergang.

    Polen werd reeds aangepakt door de EU omdat het niet snel genoeg hervormingsprogramma’s doorvoert en er werd zelfs gedreigd met het stopzetten van de subsidies aan Polen. De problemen met Polen zijn niet toevallig, het speelt zich af tegen een toename van de klassenstrijd in Polen zelf. Komen daar nog de problemen van landbouwhervormingen bovenop.

    Ook de discussie over de Europese grondwet verloopt niet vlot, met kritiek van Spanje en een aantal Oost-Europese landen. In Duitsland zijn er enorme sociale problemen en groeit de ontevredenheid tegenover de Euro. In Zweden overwonnen de tegenstanders van de euro in een referendum, wat een slag is in het gezicht van het politieke establishment. Ook in de landen waar de sociaal-democratie aan de macht is, komt er verzet. In landen als Oostenrijk, Groot-Brittannië en ook Duitsland is er een verandering in het bewustzijn, waarbij brede lagen zich uitspreken tegen privatiseringen en de gevolgen ervan.

    De ontwikkelingen in Duitsland vormen een echt keerpunt. Duitsland is het centrum van de macht van de burgerij in Europa, maar ook een bastion van de Europese arbeidersklasse. De Duitse maatschappij wordt door elkaar geschud: er is een nooit geziene golf van besparingen die een impact hebben op alle lagen en delen van de samenleving. Er is sprake van een beleid dat doet denken aan Thatcher, waarbij de regering-Schröder en de deelstaatregeringen de besparingen door de strot van de arbeidersklasse willen rammen. De financiële situatie van veel deelstaten is rampzalig, zo heeft Berlijn een schuld van 60 miljard dollar en is er al een werkloosheid van 17%. Bepaalde delen van de ambtenarij kregen een loonsverlaging van 10% op hun boterham. Dat alles leidt tot een daling van de steun voor Schröder.

    Er is een verandering van bewustzijn met een groei van de bitterheid: tegenover de leugens van een aantal regeringen inzake de oorlog, maar ook als gevolg van de staat van de economie. In Duitsland staat de discussie over een algemene staking opnieuw op de agenda. Er waren al verschillende acties in tal van steden met werkonderbrekingen. Nu komt het erop aan het perspectief van de algemene staking naar voor te brengen. Dat zou een logische verdere stap zijn na de demonstratie van 1 november waarbij 100.000 manifestanten opstapten en waarna het zelfvertrouwen van de arbeiders enorm toenam om opnieuw in actie te komen.

    De idee van een algemene staking stelt zich verschillend in de verschillende landen. In een land als België staat dit nog niet op de agenda omdat nog niet het niveau van klassenstrijd van andere landen behaald wordt, maar een uitbarsting van een bredere beweging kan plaatsvinden in de komende maanden.

    In Spanje was er reeds een algemene staking, maar wordt dit louter gezien als een protestmiddel en niet als een mogelijkheid om het regime van Aznar omver te werpen. In Griekenland werd een algemene staking in de openbare diensten enkel gebruikt om stoom af te laten.

    In het geval van Duitsland en Oostenrijk mogen we niet onderschatten wat de impact van een algemene staking zou zijn. Het is immers al lang geleden dat er in deze landen nog een algemene staking plaatsvond.

    De Duitse CDU is blij dat Schröder de besparingsmaatregelen moet nemen, zij hopen dat ze kunnen afwachten en het vuile werk afschuiven op de sociaal-democraten. Moesten de christen-democraten het overnemen, zou hetzelfde beleid verder gezet worden. Of ze verder zouden kunnen gaan dan de SPD valt te betwijfelen.

    Een belangrijk element vandaag is dat veel acties zich ontwikkelen langs de vakbondsleiding heen. Dat zien we bvb in Groot-Brittannië waar er een serie van stakingen waren bij de post, de leraars, de spoorwegen, de brandweermannen,… Dat waren voornamelijk niet-toegelaten acties en dat in een land met de meest restrictieve stakingswetgeving in Europa. Er wordt geprobeerd om de vakbonden te breken, maar we zien de ontwikkeling van een beweging van onderuit bij de postmannen, brandweermannen,… Dit maakt dat wij voorzichtig moeten zijn met onze tactieken en tussenkomsten.

    Maar bewegingen kunnen ook ontstaan op basis van andere elementen. Denk maar aan de acties na de ramp met de olietanker Prestige twee jaar geleden in Spanje. Dat toont aan dat, terwijl de economie bepalend is, ook andere thema’s kunnen leiden tot massa-acties en dat omwille van het karakter van het kapitalisme vandaag. Het neo-liberalisme leidt tot een enorme vervreemding, met sociale achteruitgang op tal van vlakken: op vlak van huisvesting, gezondheidszorg,… en ook een crisis op vlak van sociale verhoudingen.

    Het sleutelelement is echter de arbeidersbeweging en industriële strijd. De vakbondsbeweging is erg verschillend in Europa en er is niet één tactiek. Er is in veel gevallen een rotte vakbondsleiding, wat zeer verstrekkende gevolgen kan hebben op vlak van samenwerking met het patronaat. Maar het lijkt erop dat onder druk van de basis, de vakbondsleiding meer en meer verplicht is om verzet te organiseren. Dit wordt erg duidelijk in Groot-Brittannië waar de groep linkse vakbondsleiders die de afgelopen periode op de voorgrond gekomen zijn, vandaag getest worden.

    De beperkingen van heel wat vakbondsleiders worden duidelijker naarmate strijd gevoerd wordt. We moeten telkens zien in welk stadium van strijd we ons bevinden. In Frankrijk was er een belangrijke evolutie met de splitsing in de CFDT waarbij zo’n 80.000 vakbondsleden uit de vakbond stapten en vooral naar de CGT en Sud overstapten. We zagen er een poging om het vakbondsapparaat te omzeilen.

    Bij de strijd om de leiding in IG Metal in Duitsland, was er een conflict tussen verschillende delen van de syndicale bureaucratie. Er was geen echte linkse oppositie voorhanden, waardoor veel linkse militanten kozen voor die zijde van de bureaucratie die iets linkser was. Soms is het geven van dergelijke kritische steun een optie, maar ook in die gevallen moeten we onze onafhankelijkheid tegenover de leiding bewaren.

    Er zijn op politiek vlak belangrijke processen aan de gang: de ondermijning van de politieke partijen en instellingen, wat tot uiting komt in een cynisme tegenover de politieke elite. In Ierland bvb denkt 50% van de bevolking dat politici corrupt zijn. Dat leidt o.a. tot een lage opkomst bij veel verkiezingen. Maar dit fenomeen manifesteert zich ook elders: splitsingen in de kerk, crisis van de monarchie,… Dat alles laat een vacuüm na.

    Het is mogelijk dat de ontwikkeling van nieuwe arbeiderspartijen niet vlot verloopt. Er is wel een objectieve basis voor, maar het element van een subjectieve factor is eveneens belangrijk. Vandaag zien we immers nog niet dat bredere lagen van de arbeiders tot de conclusie komen dat ze een eigen onafhankelijk politiek instrument nodig hebben.

    Er is de mogelijkheid van nieuwe formaties in een reeks sleutellanden in Europa, maar ook die ontwikkelingen vormen een moeizaam proces. Bovendien gingen reeds heel wat kansen verloren.

    In Frankrijk gaf een peiling aan dat 22% van de bevolking die voordien nooit op radicaal-links stemde, zou overwegen om dit wel te doen (naast de 9% die nu reeds zegt voor radicaal-links te zullen stemmen). Dat illustreert een politieke radicalisering, een zoektocht naar een alternatief. Dat alternatief zal niet gevormd worden door de sociaal-democratische oppositie. De lijst LO-LCR biedt heel wat mogelijkheden, maar het kartel blijft beperkt tot een electorale tactiek. Wat zullen deze partijen doen met hun positie? Zullen ze in staat zijn om een stevige partij uit te bouwen en bewegingen vooruit te helpen?

    In Groot-Brittannië waren er eerder al pogingen met de partij van Arthur Scargill, de Socialist Alliance en nu met de oproep van George Galloway. Die laatste wil opkomen met de verkiezingen in een blok tussen hemzelf en een andere linkse organisatie, de SWP (Socialist Workers’ Party). Ook hier beperkt de discussie zich tot louter electorale aangelegenheden, Galloway wil een zetel behalen en beperkt zich daartoe.

    In Groot-Brittannië zijn er ter linkerzijde illusies in een initiatief als ‘reclaim the Labour party’ (het heroveren van de Labour partij). Dat een dergelijke oproep weinig resultaat oplevert, werd duidelijk op het congres van New Labour waar niet eens een debat gevoerd werd over de oorlog in Irak. Onze analyse over de sociaal-democratie is duidelijk, maar dat neemt niet weg dat we soms een tactische houding moeten innemen daar waar er onder linkse activisten bepaalde illusies bestaan.

    Een element dat een vertragende rol speelt in de ontwikkeling van nieuwe arbeiderspartijen, is de houding van de Rifundazione Comunista in Italië. Die partij gaat meer en meer naar rechts. Bertinotti benadrukte de afgelopen periode de noodzaak aan een nieuwe olijfboomcoalitie met centrum-links. Dat kan leiden tot debatten in de partij. Het geeft vooral ook aan dat een nieuwe arbeiderspartij op zich niet volstaat, we moeten ook zien wat er gedaan wordt door die partijen, met welk programma gewerkt wordt en welke tactieken gehanteerd worden.

    De crisis waarmee Blair vandaag geconfronteerd wordt, zal niet direct leiden tot een electorale afstraffing. Het is goed mogelijk dat hij bij de volgende verkiezingen een meerderheid behoudt. Er is de paradox dat in de landen waar de grootste oppositie aanwezig was tegen de oorlog, Spanje en Groot-Brittannië, de regeringspartijen niet afgestraft worden. In Spanje was er een algemene staking tegen de oorlog, maar de Partido Popular van premier Aznar stijgt opnieuw in de peilingen. Bij recente verkiezingen in Catalonië won de partij. De belangrijkste factor die dit mogelijk maakt is de afwezigheid van een echte georganiseerde oppositie.

    Als in Italië een nieuwe olijfboomcoalitie aan de macht zou komen, is het mogelijk dat de beweging niet verder ontwikkelt. Waar de sociaal-democratie opnieuw vooruitgaat, zoals in België, wordt ook deze getest en ontmaskerd.

    Het politieke vacuüm maakt dat extreem-rechts, in verschillende vormen en hoedanigheden, terrein kan winnen. In Zwitserland slaagde de rechtse SVP erin om te scoren. In Groot-Brittannië is de mogelijkheid reëel dat de BNP met de Europese verkiezingen een zetel behaalt. Bovendien zien we vandaag de dreiging van goedkope arbeidskrachten uit het Oosten, wat de nationalistische spanningen zal doen toenemen. Duitsland en Oostenrijk kondigden al aan de grenzen voor 7 jaar te zullen sluiten.

    De burgerij wordt met een dilemma geconfronteerd: economisch hebben ze de migranten nodig omdat deze goedkope arbeidskrachten zijn, anderzijds creëert het politieke en sociale problemen voor de burgerij. Belangrijk zal zijn hoe de arbeidersbeweging erin zal slagen om de migranten die vanuit Oost-Europa zullen komen te organiseren. Het organiseren van migrante arbeiders zal erg belangrijk zijn om door racistische vooroordelen te kunnen prikken.

    Op dit ogenblik bouwen we met het CWI aan onze krachten. In een land als Ierland zijn we nu reeds een politieke factor, maar we willen ook een sterke basis uitbouwen in landen als Duitsland of België. Dat zal onze internationale organisatie veranderen, en de mogelijkheid bieden aan het CWI om een belangrijke rol te spelen in de strijd tegen het kapitalisme in Europa.

  • De NMBS en de Europese privatiseringsdrang

    Overal in Europa zijn de regeringen bezig met de voorbereiding van de liberalisering van het spoorverkeer. Alhoewel de eerste richtlijnen al opgemaakt werden in 1991 zijn er veel landen die zolang mogelijk gewacht hebben om het in de praktijk om te zetten. Geen enkele regering wil aan dit gevoelig dossier zijn vingers verbranden. Alhoewel de liberalisering bijna een feit is, zijn er nog altijd geen uniforme reglementeringen en veiligheidsvoorschriften. Ook in België is men uiteindelijk moeten van start gaan met de voorbereiding op de liberalisering.

    Een correspondent

    De opsplitsing

    Op twee december hebben de spoorleggers en de onderhoudsmensen bij de NMBS voor een uur het werk neergelegd. Ze protesteerden tegen de opsplitsing van de NMBS in een infrastructuurbeheerder en een spoorwegonderneming. Dit moet in het kader van de Europese liberalisering van het spoorverkeer. De Europese wetgeving legt echter enkel een boekhoudkundige splitsing op mits de oprichting van een onafhankelijk instituut die dan de vergunning levert aan andere maatschappijen en de tarieven vastlegt om op de lijnen te mogen rijden. Dat was destijds het voorstel van Durant. Het beheer van de infrastructuur en de exploitatie zouden binnen de NMBS blijven en er zou een ministerie opgericht worden om de vergunningen en de tarieven toe te kennen. Een 200tal mensen zouden in dat ministerie werken.

    Vinck en Verhofstadt II gaan eigenlijk nog een stap verder dan Europa vraagt en willen met het oog op privatisering een volledige opsplitsing in twee bedrijven van publiek recht. Daardoor zouden 16 à 17000 spoorbedienden niet langer bij de NMBS werken, maar bij de infrastructuurbeheerder. Er is onduidelijkheid over bepaalde jobs, mensen met dezelfde functie en graad zullen afhankelijk van waar ze werken wel of niet bij de NMBS blijven. De vakbonden gaan akkoord met de splitsing op voorwaarde dat het statuut van al het personeel en de eenheid in sociale dialoog behouden blijft. De arbeiders vrezen terecht dat zelf als we die garantie nu krijgen, het geen blijvende verworvenheid is voor de toekomst. Ook in Engeland hebben ze eerst de spoorwegmaatschappij opgesplitst in twee bedrijven van publiek recht, om nadien te privatiseren. De gevolgen waar zo catastrofaal dat de overheid verplicht was de infrastructuur te renationaliseren. Bij ABX hebben we het aantal statutairen zienderogen zien afnemen, ze werden vervangen door contractuelen. Met de omvorming van NMBS – ABX naar N.V. ABX logistics, verliest het personeel nu de verkeersvoordelen en kredietdagen die ze kregen bij de NMBS en worden de nachtpremies verlaagd. Ook tegen die plannen werd al gestaakt. Het statuut en de eenheid van sociale dialoog behouden bij een opsplitsing is cruciaal, maar we moeten ons in de eerste plaats verzetten tegen een dergelijke opsplitsing omdat het een voorbereiding is op de privatisering.

    Na de privatisering van Britsh Rail zijn de overheidsuitgaven niet gedaald, maar verdrievoudigd. Er werd gesjoemeld met vergunningen, werken werden niet uitgevoerd,… Gevolg: veel meer vertragingen en verscheidene treinrampen met dodelijke slachtoffers. Ook in Nederland is de dienstverlening er op achteruit gegaan, honderden treinen werden afgeschaft, deze die nog rijden zitten overvol en hebben meestal vertraging. De NS wil nu opnieuw schrappen in de onrendabele lijnen en wil de aankoop van nieuw materieel uitstellen, naar schatting zou daardoor 30% van de reizigers afhaken! In beide landen ging dit gepaard met enorme prijsstijgingen.

    De herstructurering

    Naast de opsplitsing van de NMBS hebben we ook nog het plan ‘Move’. Ook in deze onderhandelingen gaan de vakbonden volledig mee in de Europese liberaliseringslogica. Ze aanvaarden de idee dat openbare diensten concurrentieel en rendabel moeten zijn. Ze mijden de discussie over het recht op en de noodzaak aan openbare dienstverlening. Ze willen samen met de directie de NMBS voorbereiden op die concurrentie en aanvaarden dat er daarvoor banen moeten sneuvelen en dat de productiviteit en flexibiliteit omhoog moeten, ze willen enkel onderhandelen over de manier waarop dit moet gebeuren.

    Het akkoord om enkel te onderhandelen over de eerste twee jaar zal niets veranderen aan het eindresultaat. De regeling die er nu al was voor de laagste personeelscategorieën om op prepensioen te gaan via het opnemen van tijdskrediet zal uitgebreid worden naar de andere categorieën, enkel de 2 hoogste rangen, nl. de top van de directie blijft onaangeroerd. Eventjes hebben de spoorbonden een voorstel tot ambtshalve pensionering op 60 jaar voorgesteld voor die rangen. Maar dit was enkel om de kritiek dat de afvloeiingen enkel aan de basis en niet aan de top zouden doorgevoerd worden, te vermijden. Nu wordt er met geen woord meer over gerept. Een deel van het personeel zal een herscholing krijgen voor een andere job of een polyvalente opleiding waarbij ze naast hun job eveneens de job(s) zullen moeten doen van hun collega’s die weg zijn. De vakbonden stemmen in met het voorstel van Vande Lanotte om post- en spoormannen op ‘vrijwillige’ basis te detacheringen naar gemeentediensten, hoofdzakelijk om ingeschakeld te worden in de uitdeling van de elektronische identiteitskaarten!

    Men wil deeltijds werk aanmoedigen voor 50plussers en men wil onderbroken shiften invoeren. Bv. 4uur ‘s morgens tijdens de spits en 4 uur ‘s avonds tijdens de spits. Om de productiviteit te verhogen willen ze treinbestuurders langer laten werken en willen ze de verplichte rust tussen twee shiften inkorten. Om de flexibiliteit te verhogen willen ze een andere verplaatsingsvergoeding toekennen, het personeel zal waarschijnlijk op meerdere plaatsen ingezet worden, of zal gedetacheerd worden. Toen het plan voorgesteld werd, was er ook sprake van het sluiten van een aantal onderhoudswerkplaatsen. Ondertussen is er een studie aan de gang over de staat van die werkplaatsen en de noodzakelijke renovatiekosten. Sommige werkplaatsen zijn in zo’n vreselijke slechte staat, dat er zelf vandaag niet meer in gewerkt zou mogen worden. De werkplaats met de hoogste renovatiekosten, zal de boeken mogen dicht doen.

    Winst versus mensenlevens

    Ook de reizigers blijven niet gespaard. Vanaf februari 2004 zullen ze opnieuw meer betalen voor een ticket. Een aantal kleinere stations zullen sluiten en zullen enkel nog als stopplaats dienen of helemaal verdwijnen. De minibar die in sommige treinen langskwam, verdwijnt wegens niet rendabel. Er zal bespaard worden op onderhoud, dus nog meer vertragingen wegens technische defecten of wegens gebrek aan personeel. De treinen met vertraging zullen gewoon afgeschaft worden, want dan komen ze niet in de statistieken als een trein met vertraging, zo is het niet verwonderlijk dat de NMBS goed scoort qua punctualiteit.

    Door al deze maatregelen komt ook de veiligheid in het gedrang. De werkdruk verhogen en tezelfdertijd besparen op onderhoud van de sporen en het materieel, is vragen om ongevallen. Noodzakelijke werken aan de sporen en aan bruggen worden uitgesteld, er wordt enkel een snelheidsbeperking ingevoerd, wat de reistijd verlengt. Snelheidsbeperkingen zijn echter niet voldoende, denk maar aan de grondverzakking vorig jaar op de lijn Gent-Brussel. Als er op dat moment een trein zou gepasseerd zijn, zouden de gevolgen fataal geweest zijn.

    Vooraleer een investering gedaan wordt om de veiligheid te verhogen, wordt eerst berekend hoeveel mensenlevens ze daar eventueel meer mee kunnen redden dan zonder die investering, als de kostprijs hoger is dan de schadevergoeding die ze eventueel moeten uitbetalen aan nabestaanden en slachtoffers, dan wordt de investering niet gedaan. Winst is duidelijk belangrijker dan mensenlevens. De reizigers hebben er dan ook alle belang bij de spoorarbeiders te ondersteunen in hun strijd tegen de herstructurering.

    Actie is nodig

    Sinds de 24-uren staking in juni, zijn er her en der al spontane acties geweest van het personeel. Momenteel slagen de vakbonden er nog redelijk in om de achterban kalm te houden. De verscheidende weliswaar nog kleine acties zijn echter slechts een begin. Naarmate de gevolgen duidelijker zullen worden voor het personeel en de reizigers, zal het protest groeien. LSP steunt de acties omdat dit de enige manier is om effectief een krachtsverhouding uit te bouwen in de strijd tegen de herstructurering van de NMBS en de privatisering van onze openbare diensten. Op het buitengewoon congres van het ACOD-spoor kreeg het nationaal secretariaat het mandaat om een breed actieprogramma op te zetten als de regering hun waarschuwingen blijft negeren. De basis zal druk moeten blijven uitoefenen om dit actieprogramma uit te voeren.

    Een actieprogramma in België alleen zal echter niet voldoende zijn. Deze strijd moet op Europees niveau gevoerd worden. De LSP en haar zusterorganisaties in andere Europese landen willen samen met de reizigers en het personeel vechten tegen de privatiseringen. Degelijk en gratis openbaar vervoer is een recht voor iedereen. Het is de enige oplossing voor de dichtslibbing van onze verkeerswegen en de milieuvervuiling die dit veroorzaakt.. Openbaar vervoer, ook ‘s nachts, is tevens de enige oplossing voor de vele doden die er jaarlijks vallen op onze wegen. Het personeel en de reizigers moeten inspraak hebben in het organiseren van ons openbaar vervoer. Openbaar vervoer die ten dienste staat van de bevolking en niet van de winst.

  • Enkel wereldsocialisme biedt een uitweg

    CWI

    De leiding van het Committee for a Workers’ International (CWI) kwam eind november samen op haar jaarlijkse conferentie. Leden van het Internationaal Uitvoerend Bestuur uit 16 verschillende landen kwamen bijeen om te discussiëren over de ontwikkelingen in 2003 en de perspectieven voor de komende periode uit te werken.

    Vincent Devaux

    Discussie over de wereldsituatie

    Peter Taaffe startte met een algemene inleiding over de wereldsituatie. In de loop van 2003 zagen we massabewegingen zoals de beweging tegen de oorlog in Irak. We kunnen ook de betoging van 100.000 arbeiders in Berlijn op 1 november aanhalen, of de algemene staking van 9 dagen in Nigeria die het land stillegde. Het accent lag echter op de situatie in Irak: zal de Amerikaanse bezettingsmacht verstrikt geraken in een conflict vergelijkbaar met de Vietnam-oorlog? Er stierven de laatste 8 maanden meer Amerikaanse soldaten dan tijdens de eerste 2 jaar van de Vietnam-oorlog.

    De situatie in Afghanistan – dat vandaag opnieuw de belangrijkste opiumproducent is geworden – is een voorbeeld van hoe de politiek van Bush meer instabiliteit creëert op wereldvlak. Brian uit de Verenigde Staten gaf een beeld van het groeiende verzet tegen de oorlog onder de soldaten en hun families.

    Economie aan het sputteren

    De discussie spitste zich natuurlijk ook toe op de toestand van de wereldeconomie. De groei stagneert in de eurozone en is erg zwak in Japan. Zelfs als de recente groei in de VS sterk leek (7,5% in het 3e kwartaal), hebben onder Bush 3 miljoen arbeiders hun job verloren. En de economie in de VS draait nog altijd 25% onder haar capaciteit.

    De economie in China groeit sterk, maar wordt geconfronteerd met oververhitting en slechte leningen. Ze zal het wereldkapitalisme niet redden. In Duitsland verwacht men 40.000 faillissementen en 300.000 ontslagen voor 2004. Er zijn 5 miljoen werklozen in Duitsland, wat vergelijkbaar is met het begin van de jaren ’30.

    In Australië is er nog een vrij stevige groei van 6%, maar de gecreëerde jobs zijn voornamelijk halftijds en de zeepbel op de huizenmarkt begint te barsten. Een kameraad uit Kazakhstan wees op een economische groei van 3% in zijn land, op basis van de export van gas en aardolie en het plunderen van de bodemrijkdommen door de multinationals. Tegelijk ligt de werkloosheid echter op 50%!

    Grote bewegingen in Latijns-Amerika

    Een belangrijk thema was de situatie in Latijns-Amerika. De regering-Lula en de rol van de PT (Arbeiderspartij), die een antisociaal beleid voert in Brazilië, brengt de kwestie van een nieuwe arbeiderspartij naar voor. De groeiende tegenstellingen in Venezuela (Chavez), de recente bewegingen in Bolivië, Peru, Argentinië,… zijn slechts enkele voorbeelden van de gisting die op het continent plaastvindt.

    Ierland: campagne tegen dure vuilzakken

    Ook werd er verslag gegeven van de campagne die we in Ierland voerden tegen de belasting op de vuilniszakken, waarmee we nationaal in het nieuw kwamen rond het gevangen zetten van CWI-parlementair Joe Higgins en ons gemeenteraadslid Clare Daly.

    Europa: groeiende tegenstellingen

    In Europa groeien de tegenstellingen tussen de kapitalistische machthebbers. Frankrijk en Duitsland doorbreken de regels van het Stabiliteitspact en de uitbreiding van de EU zal nieuwe economische en politieke problemen stellen. In Engeland waren er stakingen bij de post, de spoorwegen,…

    Op syndicaal vlak zorgen de tegenstellingen binnen de samenleving voor een verhoogde druk op de vakbondsleiding. In sommige vakbonden zijn er zelfs afsplitsingen, zoals bij de CFDT in Frankrijk. De belangrijkste trend zal echter een druk zetten op en voorbijsteken van de bestaande vakbondsleiders zijn.

    Sri Lanka: nationale vraagstuk

    De historische situatie in Sri Lanka werd uitgebreid uiteengezet door onze kameraden. Het nationale vraagstuk en het recht op zelfbeschikking van de volkeren kan enkel duurzaam worden opgelost in het kader van een socialistische samenleving.

    Uitbouw van het CWI

    Tot slot werd de uitbouw van het CWI bediscussieerd. In Groot-Brittannië zijn er nu 34 afdelingen van de jongerencampagne ISR. Er was ook de belangrijke rol van verschillende secties in de anti-oorlogsbeweging. In Nigeria hebben onze kameraden deelgenomen aan de verkiezingen en beginnen ze een massa-invloed te ontwikkelen in delen van de hoofdstad Lagos. De Griekse sectie verdubbelde op een jaar tijd haar lidmaatschap.

    Het is duidelijk dat we een nieuwe fase van de klassenstrijd ingaan, de jaren ’90 liggen achter ons. Op basis van de ervaring van de arbeiders in strijd zal de noodzaak van een verandering van de samenleving zich stellen. Dat proces zal niet rechtlijnig zijn en veel omwegen kennen. Het zal zich weerspiegelen in de vorming van nieuwe massa- of semi-massaformaties, waarop we ons moeten oriënteren en waar we een revolutionair alternatief in naar voor zullen brengen.

  • Drieduizend mensen demonstreren tegen regering

    Nederland

    Persbericht van het brede comité Keer het Tij (waarbij Offensief ook is aangesloten), 19 december 2003, over de acties een dag eerder

    Ongeveer drieduizend actievoerders in ruim 25 steden hebben donderdag actie gevoerd tegen het beleid van het kabinet Balkenende. Dat stelt een woordvoerder van de organisator van de acties, het platform Keer het tij.

    Het platform, waarbij 350 organisaties zijn aangesloten, had donderdag uitgeroepen tot landelijke actiedag tegen de ‘harde rechtse” plannen van de regering. De plannen van het kabinet treffen vooral de zwakke groepen in de samenleving, aldus Keer het Tij.

    Zij richten grote schade aan in de gezondheidszorg, het onderwijs, de sociale voorzieningen en het milieu. Burgerrechten worden afgebroken en vluchtelingen buitengesloten, aldus de organisatie.

    In tientallen plaatsen werden overdag in winkelcentra manifestaties gehouden. Zo konden passanten hun grieven tegen de regering op klaagmuren schrijven en werden er alternatieve kerstliederen gezongen. In Nijmegen, Den Haag, Haarlem en Hengelo werden ‘s avonds fakkeloptochten gehouden.

    Keer het Tij nam eerder het initiatief voor een grote demonstratie tegen het kabinetsbeleid die op 20 september in Amsterdam werd gehouden. Hieraan namen ongeveer 25.000 personen deel.

  • Waarom een internationale socialistische organisatie noodzakelijk is

    Geert Cool

    LSP maakt deel uit van het Committee for a Workers’ International (CWI), een internationale organisatie met afdelingen in meer dan 35 landen op alle continenten.

    De noodzaak aan een internationale organisatie komt voort uit de manier waarop het kapitalisme ontwikkeld is. Bij de discussie over de oprichting van de Eerste Internationale stelde Marx dat internationalisme een logisch gevolg is van de creatie van een wereldmarkt onder het kapitalisme. Friedrich Engels schreef reeds in 1847 in zijn "Beginselen van het communisme" hoe een revolutionaire beweging niet tot één land alleen kan beperkt blijven als we verandering willen bekomen.

    Zeker in een periode van globalisering geldt dit des te meer. De onderlinge samenhang tussen verschillende bedrijven, landen en continenten is immers nog nooit zo groot geweest. Momenteel wordt de wereldeconomie gedomineerd door 37.000 bedrijven die 1/3 van de totale productiemiddelen ter wereld controleren.

    Als we het kapitalisme willen bestrijden, zal dit enkel mogelijk zijn als er wereldwijd iets gedaan wordt tegen de greep van de kapitalisten die internationaal georganiseerd zijn. Daarom moeten ook wij ons internationaal organiseren om een tegenmacht te kunnen opbouwen die in staat is om fundamenteel te breken met het kapitalisme. Bovendien zien we meer en meer hoe gebeurtenissen een internationale impact hebben.

    Zo werd op 15 februari 2003 wereldwijd betoogd door miljoenen mensen tegen de oorlogspolitiek van Bush en Blair. Dit leidde er zelfs toe dat in burgerlijke kranten werd gesproken van een nieuwe wereldmacht: de internationale "publieke opinie". Dat is correct tot op zekere hoogte, maar een opinie op zich zal niet volstaan om komaf te maken met het kapitalisme. Het is noodzakelijk dat we de arbeiders en jongeren internationaal organiseren en bewapenen met politieke ideeën en methoden waarmee effectief verandering kan worden afgedwongen.

    Het CWI baseert zich op de historische ervaringen van de arbeidersbeweging om er lessen uit te trekken en vanuit dat collectieve geheugen vandaag sterker te staan in het analyseren van de wereldsituatie, om er zo efficiënter in te kunnen tussenkomen. Het volstaat immers niet om de wereldsituatie louter te analyseren, het komt erop aan de wereld te veranderen.

    Het CWI bestaat uit nationale afdelingen die samen een politiek project uitwerken. Vandaar zijn er geregeld internationale vergaderingen. Om de 4 jaar is er een wereldcongres met verkozen vertegenwoordigers uit de nationale afdelingen, om discussies te voeren over de wereldsituatie en de werking van het CWI. Op die wereldcongressen wordt een internationale leiding, het Internationaal Uitvoerend Bestuur, verkozen. Die leiding komt jaarlijks samen om een weeklang intensief te discussiëren, wat nadien leidt tot discussies in de verschillende afdelingen en het plannen van onze activiteiten en tussenkomsten.

    Met onze internationale organisatie zijn we er in de afgelopen jaren in geslaagd om vanuit een kleine kern afdelingen op te bouwen die in staat zijn om een rol te spelen in bewegingen. We beginnen geleidelijk aan een politieke factor te vormen waarmee gebouwd wordt aan een socialistisch alternatief op de miserie en armoede van het kapitalisme. Sluit aan bij het CWI!

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop