Your cart is currently empty!
Sociale verkiezingen: Nigel en Serge, kandidaten aan KULeuven en VUB
Begin mei zijn er sociale verkiezingen in honderden bedrijven. Duizenden werkenden zijn kandidaat. We stelden enkelen van hen volgende vragen.
- Welke thema’s en eisen staan vooraan in jouw bedrijf of sector en hoe kunnen die eisen gerealiseerd worden?
- Wat vind jij belangrijk bij de organisatie van de vakbonden op de werkvloer en hoe maak je van de vakbond een instrument van strijd?
- Hoe kan je die vakbondswerking politiseren en versterken?
Nigel, kandidaat voor ABVV aan de KULeuven
“Een specifiek kenmerk van de organisatie van de universiteit is dat iedereen sterk verdeeld is over verschillende campussen, onderzoeksgroepen etc. Dat zorgt ervoor dat de opkomst bij de sociale verkiezingen bijzonder laag ligt in vergelijking met andere sectoren. Ook merk ik dat het antisyndicaal discours van de media wel degelijk zijn invloed heeft op de werknemers. Nog voor we eisen naar voren kunnen schuiven, is het dus belangrijk om personeel te betrekken bij de vakbondswerking en ervan te overtuigen dat het belangrijk is een sterke syndicale delegatie te hebben.
“Een ander probleem aan de universiteit is de wirwar van verschillende statuten: ABAP, ATP, ZAP, bursalen… Eisen moeten daardoor ‘vertaald’ worden naar de verschillende statuten, wat de werkgever toelaat om verschillende categorieën van personeel anders te behandelen. Het is daardoor belangrijk om een sterk programma te hebben dat niet verzandt in ‘technische’ kwesties.”
Serge, kandidaat voor ABVV aan de VUB
1/ “Een belangrijk thema is dat van de ongeregistreerde, en dus onbetaalde, overuren die het academisch personeel kloppen. Deze zijn uiteraard het gevolg van het gebrek aan personeel: het aantal studenten per prof wordt ieder jaar steeds groter. Verder wordt het academisch personeel vaak overladen met allerhande taken en opdrachten die niets met hun kerntaak te maken hebben, zoals het moeten bijzitten in comités en het zoeken van fondsen voor onderzoeken.
“Daarnaast is er de kwestie van de bursalen. Dit zijn onderzoekers/doctoraatsstudenten die vaak onder tijdelijke en precaire contracten werken voor de universiteit. Deze collega’s genieten amper sociale bescherming, en zijn voor hun werkzekerheid en loon volledig afhankelijk van hun leidinggevenden en de verworven fondsen voor hun onderzoek. Dit zorgt voor enorm veel prestatiedruk en maakt hen extra kwetsbaar voor grensoverschrijdend gedrag.
“Deze thema’s zijn zeker niet nieuw. Er zijn al talloze onderhandelingen geweest tussen directie en vakbond, maar de onwil van de directie om dit deftig aan te pakken zorgt ervoor dat de problemen blijven. Deze onwil verbaast natuurlijk niet, want zij halen hun voordeel uit deze situatie. Enkel door de druk op te voeren vanuit de vakbond toe en (te dreigen met) acties te organiseren kunnen we de directie tot verandering dwingen.
2/ “Belangrijk is de communicatie vanuit de verkozenen en de rest van de vakbondsmilitanten en het personeel. Een open communicatie over acties, strategieën en over wat er onderhandeld wordt tijdens de raden me essentieel om alle collega’s betrokken te houden. Deze communicatie kan gebeuren door middel van vergaderingen, maar ook langs elektronische weg. Daarnaast mag de vakbondsleiding ook niet ‘gesloten’ zijn. Een vakbond moet gemakkelijk benaderbaar zijn en iedereen mag een mening en ideeën geven over de te volgen strategieën en acties. Zo werd er bij ons op een ledenvergadering gestemd over de samenstelling van de kieslijsten. De lijst werd dus niet van bovenaf opgelegd, maar van onderuit verkozen. Syndicale democratie is belangrijk voor de betrokkenheid en om vertegenwoordiging te garanderen.”
3/ “Hoe je het ook draait of keert, syndicaal werk is uiteindelijk ook politiek werk. De strijd voor meer middelen in het (hoger) onderwijs begint bij uit te leggen aan collega’s dat deze middelen bestaan in de samenleving, en dat het de werkenden zijn die deze middelen creëren. Het feit dat de regering te weinig investeert in onderwijs en dat er vooral fondsen worden gegeven aan onderzoeken die op termijn winstgevend zijn, is een politieke keuze vanuit de kapitalistische klasse. De strijd voor betere werkomstandigheden en voor meer geld is een strijd voor de middelen die door onze klasse zijn gerealiseerd maar die ons werden afgenomen. Om deze strijd te versterken, proberen we op onze universiteit ook samen te werken met linkse politieke studentenorganisaties.”