Your cart is currently empty!
Hogere lonen en werkbaar werk: voor minder is er geen deal!

De arbeidsdeal van de federale regering werd langs alle kanten afgeschoten. Voor de bazen ging het niet ver genoeg, de vakbonden en de linkse oppositie van PVDA merkten terecht op dat het verhogen van de flexibiliteit onaanvaardbaar is. Dat er veranderingen in het arbeidsbeleid nodig zijn, is duidelijk. Het aantal werkenden dat niet meer kan, neemt fors toe. Tal van sectoren zitten op hun tandvlees. ‘Nieuwe’ sectoren worden gekenmerkt door extreme uitbuiting. Daar iets aan doen, is echter niet het uitgangspunt van de arbeidsdeal van de regering-De Croo.
Het achterliggende doel van de maatregelen is om de flexibiliteit te verhogen, in de markt gezet als iets waar de werknemers zelf voor kunnen kiezen, terwijl het doel natuurlijk is om het de bazen gemakkelijker te maken. Het enige wat in ruil werd bekomen in de strijd tegen schijnzelfstandigheid bij platformbedrijven gaat amper verder dan wat op Europees vlak werd voorgesteld. Voor de PS was dat nochtans een cruciale kwestie om de schijn van ‘evenwichtigheid’ (waarbij van zowel werknemers als werkgevers inspanningen worden gevraagd) hoog te houden. Andere ‘linkse’ regeringspartijen doen amper moeite om die schijn te wekken. De groenen benadrukten het recht om ‘offline’ te zijn, maar dit evidente recht (als je niet aan het werk bent, ben je niet aan het werk!) geldt enkel voor bedrijven met meer dan 20 werknemers. Het vroeger bekendmaken van dienstroosters is positief. Misschien kan de groene minister Gilkinet dat ook eens beginnen toepassen bij de NMBS, waar sommige personeelsleden regelmatig wekenlang ‘buitenreeks’ staan en pas een dag op voorhand weten wanneer ze moeten werken.
Het voorstel van een vierdagenweek is niet de arbeidsduurvermindering waar de werkenden al jaren voor opkomen. Terwijl we vandaag veel productiever zijn dan enkele decennia geleden, is de arbeidsduur quasi gelijk gebleven. Dit leidt tot een hogere werkdruk en bijhorende gezondheidsproblemen. Om de balans tussen werk en privéleven te herstellen, zou een arbeidsduurvermindering logisch zijn. Daarbij wordt gepleit voor een vierdagenweek, maar dan wel vier dagen van 8 uur. Niet het voorstel om op vier dagen het werk van vijf te doen, zoals nu op tafel ligt. Uiteraard zal het sommige werknemers goed uitkomen om op vier dagen het werk van vijf te doen, de media slaan ons om de oren met die voorbeelden, maar de realiteit is dat het doorgaans niet de werknemers zijn die de arbeidsregeling bepalen.
Vanuit hun ivoren toren in de Wetstraat denken de politici dat je de werknemers beschermt door voor te stellen dat zij schriftelijk moeten vragen om vrijwillig in het stelsel van vier dagen van 10 uur te werken waarbij de baas een negatief antwoord moet motiveren. De realiteit op zowat elke werkvloer is dat de baas bepaalt wanneer er hoeveel gewerkt wordt. Hoeveel werknemers zullen onder druk gezet worden om in meer flexibele stelsels te stappen van langere werkdagen, eventueel aangevuld met week-om-week langere en kortere werkweken? Komt daar nog bij dat de deur opengezet wordt om nachtarbeid tot 24u gemakkelijker toegankelijk te maken. Het pilootproject voor de e-commerce kan snel navolging krijgen.
De bazen en rechtse commentatoren domineerden grotendeels de reacties in de media. Ze kwamen ons zeggen dat de arbeidsdeal “ver van voldoende” is, om de woorden van VOKA te herhalen. Economen als Stijn Baert en Ive Marx merkten op dat er niets beslist is over pensioenen, ziekteverzekering en ‘activering van langdurig zieken’. Vertaald vanuit hun bazentaal: langer werken en zieken opjagen. Volledigheidshalve moet daaraan toegevoegd worden dat Ive Marx tenminste nog de kwestie van vrije loononderhandelingen toevoegde. Hogere lonen en betere voorwaarden om personeel aan te trekken, dat is voor de bazen echter taboe. De rechtse oppositie van N-VA en Vlaams Belang is het grotendeels eens met VOKA: ze pleiten voor hardere maatregelen tegen onder meer werklozen. Het VB vult dit communautair in: “Er wordt geen enkele maatregel genomen om de vele Waalse werklozen te activeren”. De maatregel die extreemrechts voorstelt – beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd – zou echter evengoed Vlaamse werklozen treffen. Neen, ‘sociaal’ is extreemrechts absoluut niet!
De voorstellen van de regering-De Croo zijn niet in het belang van de werkenden en hun gezinnen. Het wordt tijd dat de vakbondsleiders samen met de linkse oppositie duidelijk maken dat er geen deal is en dat de acties zullen opgevoerd worden om niet alleen echte loonsverhogingen te bekomen maar ook betere arbeidsvoorwaarden, wat ook noodzakelijk is om het werk vol te houden. Voor de bazen is het nooit genoeg en moeten we steeds flexibeler en liefst voor een appel en ei werken, dat versterkt immers hun ‘concurrentiepositie’ (lees: de grote winsten). De arbeidersbeweging moet daar haar eisen tegenover zetten: breken van de loonnorm en de loonwet, herstel van de reële index, minimumloon van 14 euro per uur, arbeidsduurvermindering met behoud van loon en bijkomende aanwervingen, bescherming van de 8-urendag … De Basta-betoging van de PVDA op 27 februari biedt een uitstekende kans om die eisen kracht bij te zetten. Als er nu iets moet geactiveerd worden, is het wel de sociale strijd!