Your cart is currently empty!
Strijd loont. Staking bij John Deere in VS levert op. Met strijdbare leiding zat er meer in!

Door Luke Eckenrond en Steve Edwards (Socialist Alternative, ISA in de VS)
Gedurende veertig jaar van neoliberale aanvallen op lonen en arbeidsomstandigheden hadden werkenden het moeilijk om een degelijke levensstandaard voor zichzelf en hun gezinnen te handhaven. Ze deden dit door hun vrije tijd op te offeren – hetzij door meerdere banen te hebben, hetzij door eindeloos veel overuren te maken. Jongeren zijn gaan werken terwijl ze nog op school zaten, en het is normaal geworden dat beide ouders voltijds werken. Dit heeft het leven van de arbeidersklasse steeds meer onder druk gezet. De meedogenloze reactie van de bazen op de pandemie, waarbij sommige werknemers gedwongen inactief werden, terwijl anderen, die als “essentiële werknemers” werden bestempeld, meer dan ooit tevoren werden uitgeperst, heeft de zaken op scherp gezet. Dit kwam tot uiting in de opstand van de John Deere-arbeiders.
Met een strijdbare leiding kon er meer afgedwongen worden
De afgelopen twee maanden waren er vier referenda onder het personeel van de John Deere-fabrieken. In september stemden ze met 99% voor een staking toen het bedrijf eiste dat de werknemers langer zouden werken voor minder loon en onder slechtere voorwaarden. Het bedrijf maakte nochtans recordwinsten. In oktober verdedigde de vakbondsleiding een collectieve overeenkomst die nog steeds voorzag in loonsverhogingen onder de inflatie, in de praktijk dus langzame loonsverlagingen. Dit voorstel omvatte ook een schandalig plan om de pensioenen en uitkeringen voor nieuwkomers te verlagen, waardoor er een extra opdeling zou komen onder het personeel. Nu zijn er al twee groepen: in 1997 stemde de vakbond in met een tweeledige loonstructuur. Het personeel verwierp dit voorstel met 90% en ging over tot een staking.
Twee weken later kwamen de vakbondsleiders terug met een aanzienlijk verbeterd aanbod, waarbij de loonsverhoging voor het eerste jaar werd verdubbeld, de pensioenen en de gezondheidszorg werden verbeterd en – wat het belangrijkste was – de dreiging van een derde niveau volledig van tafel werd gehaald. Dit werd opnieuw verworpen, zij het met een veel kleinere marge. Een meerderheid van de werknemers, die de kracht van hun positie kenden en zich gesterkt wisten door het nationaal tekort aan arbeidskrachten en een enorme steun uit de gemeenschap, zagen hun kans schoon om alle concessies terug te winnen die ze onder de neoliberale aanvallen waren verloren. Ze eisten dezelfde lonen en voordelen die de werknemers vóór 1997 genoten. De impuls voor deze strijd kwam van de arbeiders zelf, want hun vakbond, de UAW, verkeert in een crisis: 15 leidinggevende functionarissen, waaronder twee vorige voorzitters, zijn de afgelopen twee jaar veroordeeld wegens corruptie en er zijn er nog meer op komst. De vakbondsbestuurders hebben consequent nagelaten ook maar iets van een strijdende leiding te tonen.
Het is moeilijk een oorlog te winnen als je generaals onvindbaar zijn
Dit gebrek aan leiderschap is ook de reden waarom de werknemers op 17 november met 61% tegen 39% stemden voor een tijdelijke arbeidsovereenkomst die slechts weinig verschilt van de overeenkomst die half oktober werd afgewezen. Uit gesprekken met stakende werknemers is gebleken dat een meerderheid van de leden, geconfronteerd met het vooruitzicht van een staking voor onbepaalde tijd die de wintermaanden ingaat, begreep dat hun nationale leiding niet zou vechten voor de veranderingen die nodig zijn. De rol van de leiding in de afgelopen decennia heeft de organisatie op de werkvloer verzwakt en er is nog geen georganiseerde oppositie die sterk genoeg is om dit aan te vechten en de strijdtradities van het UAW te herontdekken.
Maar deze staking heeft bewezen dat de verwachtingen van de arbeiders ver boven die van hun leiders zijn uitgestegen. Defensieve stakingen waren de laatste decennia de norm geworden voor de arbeidersbeweging. Stakingen die verder gingen, beperkten zich doorgaans tot ‘wat haalbaar is’. Net als bij de wilde staking van bouwvakkers in Washington zette het personeel van John Deere een nieuwe toon voor de arbeidersbeweging. Ze weigerden hun eisen te beperken tot wat voor de bazen aanvaardbaar is.
De staking leverde aanzienlijke winst op in vergelijking met wat het bedrijf en de UAW-leiding te bieden hadden en in die zin is het resultaat terecht begroet als een overwinning. Maar het kan niet als een volledige overwinning worden gezien.
“Eén dag langer” is geen strategie om te winnen
Deze overwinning werd behaald ondanks het ontbreken van een plan. Dat gebrek aan plan werd omschreven als ‘Eén dag langer staken, betekent dat we één dag sterker staan’. Het betekende vooral dat niet verder werd gekeken. Cruciaal was ook het gebrek aan eisen die precies aangeven welke doelen de arbeiders stelden en waarrond bredere steun kon gemobiliseerd worden. Elke rationele organisatie stelt doelen op waaraan successen worden afgemeten en tekortkomingen worden verholpen, maar de UAW heeft dit niet gedaan.
Dit ingewikkelde bilan zal sporen nalaten op de arbeidersbeweging. Aan de ene kant zien we de kracht van de staking om de bazen tot concessies te dwingen. Na decennia van achteruitgang van de arbeidersbeweging onder het neoliberalisme en vele bittere nederlagen, is het belangrijk dat deze positieve les wordt benadrukt. Aan de andere kant waren de aspiraties van de arbeiders veel hoger dan wat er werd gewonnen. Voor velen bevestigde dit het wantrouwen in de vakbondsleiding en voor sommigen het hele concept van vakbonden en klassenstrijd als een middel om verandering te bewerkstelligen. Het is van cruciaal belang dat arbeiders de vele lessen van deze staking onder ogen zien, als we een arbeidersbeweging willen opbouwen die in staat is de broodnodige veranderingen teweeg te brengen.
8 uur voor werk, 8 uur voor rust, 8 uur voor wat we willen!
In de Facebook-groepen “Post 97”- genoemd naar de collectieve overeenkomst van 1997, een historisch verraad waarbij onder andere pensioenen in twee lagen werden ingevoerd – bespraken arbeiders de noodzaak van grote veranderingen. Een meer militante laag zette zijn zinnen op de terugkeer naar het equivalent van een contract van voor 1997. Voor velen was de staking een strijd voor de terugkeer naar een 8-urige werkdag, weekenden, pensioenen, gezondheidszorg en een gezinsondersteunend loon. Kortom, zij eisten hun leven terug. Dit is een echo van de eisen van arbeiders uit de begindagen van het fabriekssysteem.
Tegenover het groeiende gevoel van eigenwaarde en macht van de arbeiders staat de onlesbare zucht naar winst van het kapitalisme. Onder leiding van John Deere’s CEO, John May, is het bedrijf steeds meer het Amazon-model gaan volgen, of misschien eigenlijk het Ford-model; het op dystopische manieren binnendringen in het leven van de arbeiders. In het kader van het gehate CIPP-stimuleringsplan wordt van werknemers bijgehouden hoe lang het duurt om producten op volle snelheid te maken, zodat het bedrijf nieuwe, hogere normen kan stellen en een eindeloze versnelling kan garanderen. Onlangs beschreef een arbeider in de Harvester-fabriek in East Moline hoe de opzichters bijhielden hoe lang het duurde om van en naar het toilet te lopen en hoeveel tijd ze daarin doorbrachten. Dit autoritaire gedrag strekt zich uit tot in het leven van de werknemers, omdat zij niet langer zeggenschap hebben over hun weekendroosters vanwege verplicht overwerk en de onrechtmatige praktijk van onbetaalde aanwezigheidsdienst in het weekend, “voor het geval” het bedrijf hen nodig mocht hebben.
Werknemers willen hun leven terug!
Overwerk is een van de vele manieren waarop bedrijven werknemers hebben gedwongen om de kosten van levensonderhoud te betalen. Dit heeft veel werknemers van John Deere opgezadeld met gezondheidsproblemen als gevolg van onhoudbare werkdruk, één van de vele redenen waarom de garantie van gezondheidszorg na pensionering niet eens ter discussie zou mogen staan. Daarom zou “Medicare for All” een centrale eis van de arbeidersbeweging moeten zijn. Tegelijkertijd strijken de bedrijfsleiders en aandeelhouders honderden keren het loon van hun werknemers op.
Toen de derde stemming over de collectieve overeenkomst naderde, herinnerden de werknemers elkaar herhaaldelijk aan de 10 tot 12-urige ploegendiensten en de halsbrekende snelheden waartoe zij zouden moeten terugkeren om aan de vraag te voldoen. Na een jaar van recordwinsten, en nog zo’n jaar in het verschiet, toont dit de flagrante beperkingen van het aanbod van de bazen.
Waarschijnlijk tot ontsteltenis van de vakbondsleiding is de uitverkoop van de vorige generaties – die de bazen in staat stelde deze winsten te maken – niet vergeten. In feite heeft de bitterheid van dat verraad en de jaren van stagnerende lonen de strijdbaarheid van de arbeiders alleen maar aangewakkerd. De arbeiders hebben het neoliberalisme zozeer verworpen dat iedereen die nog voor besparingen pleit automatisch in diskrediet is gebracht. Maar het is niet genoeg om mislukte ideeën of leiderschap te verwerpen.
De falende leiding van de UAW
De leiding van de UAW heeft bij deze staking iedere stap voor zich uitgeschoven. Vanaf het allereerste begin van de onderhandelingen werden de arbeiders in het ongewisse gelaten. Aan de andere kant waren de ongeorganiseerde discussies op Facebook over de verwachtingen belangrijk, maar niet genoeg om een verenigd bewustzijn rond een duidelijk eisenpakket te smeden.
De stakingsrichtlijnen waren bedoeld om de staking binnen de perken te houden. Veel van de richtlijnen waren voor de hand liggende maar belangrijke herinneringen aan de veiligheid, maar ze bevatten ook expliciete instructies om niet-stakers ongestoord de fabriek in en uit te laten gaan. Er waren geen pogingen van de leiding om de piketten uit te breiden met behulp van steun uit de gemeenschap of oproepen aan andere werkenden om solidair te zijn met de staking. Het verzet van de vakbond tegen willekeurige bevelen van plaatselijke rechtbanken om effectieve piketacties te verbieden bleef beperkt tot juridische verklaringen in de rechtszaal. Dit ondanks het feit dat de staking steeds op massale steun van de gemeenschap kon rekenen. In feite werden de weinige pogingen tot verbreding van de strijd door de achterban veroordeeld door de leiding.
Dit werd vervangen door oproepen om “bij elkaar te blijven” en “een dag langer” te staken. Zonder een plan voor escalatie of een gemeenschappelijke lijst van eisen, stuurde de armzalige stakersvergoeding van 275 dollar per week de boodschap luid en duidelijk naar de leden: “We zijn niet bereid om te vechten.” Maar noch de leiding van de UAW, noch de aandeelhouders van John Deere waren ervan overtuigd dat dit genoeg was om de staking in november te beëindigen. Twee keer kregen de leden een zwak voorstel op hun bord voorgeschoteld. De derde keer durfde de UAW-leiding zelfs niet meer oproepen om ja te stemmen. Pas nadat het resultaat van de stemming bekend was, konden de aandeelhouders opgelucht adem halen. Bloomberg schreef: “Deere-aandelen stijgen met maar liefst 3,5%… [en] doen het beter dan de bredere markt.”
In de voortdurende discussies tijdens de staking vond Socialist Alternative een openheid om de leiding te bekritiseren en een bereidheid om te strijden voor vergaande eisen. Wij geloven dat, tot het einde toe, zelfs een aanzienlijk deel van de “ja”-stemmers gewonnen had kunnen worden voor een militante aanpak. Het ontbrekende ingrediënt was een alternatief voor de bestaande leiding in de vorm van een organisatie van de werkende klasse. Met een duidelijk programma van eisen, strategie en tactiek, had een militante organisatie van de basis de strijdbare lagen kunnen verenigen.
Organisatie nodig voor strijdbare en democratische vakbonden
Als arbeiders een kans willen hebben om de achteruitgang van de afgelopen 40 jaar ongedaan te maken en echte winst te behalen, dan is er nood aan een strijdbaar syndicalisme. De ontwikkeling van strijdbare oppositiegroepen is een belangrijke volgende stap. Deze groepen moeten worden opgebouwd rond een programma om de vakbonden te democratiseren, waarbij de leiders slechts het gemiddelde loon ontvangen van de arbeiders die zij vertegenwoordigen; een aantal strijdbare economische en sociale eisen; en de oproep om massaal bij vakbonden aan te sluiten of deze op te zetten waar ze niet bestaan. Het echte momentum om grote overwinningen te behalen zal komen wanneer we miljoenen mensen naar de vakbonden brengen, zoals dit in de jaren 1930 gebeurde. De gedeeltelijke overwinning die de arbeiders van John Deere door pure vastberadenheid hebben behaald, toont het enorme potentieel en ook de reële obstakels waarmee georganiseerde arbeiders in de strijd voor een beter leven geconfronteerd worden.