Your cart is currently empty!
China’s energiecrisis dreigt alle klimaatbeloften teniet te doen

China heeft te maken met de ergste energiecrisis in twee decennia. De oorzaak is een tekort aan steenkool. Er zijn echter veel diepere economische en politieke problemen.
Door Dahu, Chinaworker.info
China is veruit de grootste steenkoolproducent ter wereld, met een productie van 3,84 miljard ton in 2020 (vijf keer meer dan India, de tweede grootste producent ter wereld). Hoe kan er dan een tekort zijn? Omdat China 70% van zijn elektriciteit uit steenkool betrekt, ondanks jaren van recordinvesteringen in groene alternatieven. Niet alleen is dit een ramp voor het klimaat, maar de Chinese mijnen zijn blijkbaar niet in staat om de steenkoolverslaving van de economie bij te benen.
In het politieke systeem van China is een sterke weerstand ingebouwd tegen een verschuiving weg van steenkool, die nog steeds wordt bevoordeeld door gevestigde belangen binnen de ‘communistische’ CCP-staat. De huidige schaarste aan steenkool is dus een door de mens veroorzaakte crisis, het resultaat van een combinatie van woekerwinsten en bureaucratie – de twee kenmerken van China’s staatskapitalistische economische model.
Achttien van de 31 Chinese provincies kennen sinds half september stroomonderbrekingen, waardoor industrie en huishoudens hard worden getroffen. In sommige provincies werken fabrieken drie dagen per week of zelfs minder. Huishoudens, vooral in het achtergebleven noordoosten, hebben vaak zonder waarschuwing te kampen gehad met stroomuitval, vastgelopen liften en verkeerslichten en straatlantaarns die plots uitgingen. In sommige steden zijn de kaarsen uitverkocht. De staatszender CCTV meldde dat 20 werknemers in de provincie Liaoning in het ziekenhuis zijn opgenomen met koolmonoxidevergiftiging toen de ventilatoren in hun fabriek uitvielen.
De centrale regering in Peking heeft een reeks crisismaatregelen genomen. Alle Chinese steenkoolmijnen is verteld dat ze op volle capaciteit moeten draaien, zelfs tijdens vakanties, en veel buiten gebruik gestelde mijnen worden heropend. De plotse terugkeer naar steenkool is natuurlijk qua timing ongelukkig met de COP26-top in Glasgow deze week.
Politieke crisis
Voor het regime van Xi is de energiecrisis in eigen land echter een veel groter probleem. Deze heeft de publieke opinie over de CCP opnieuw een zware klap toegebracht. Stroomonderbrekingen, hogere werkloosheid en turbulentie op de vastgoedmarkt, in combinatie met aanhoudende lockdowns in verschillende steden als gevolg van nieuwe uitbraken van Covid-19, beginnen het geduld van de mensen op de proef te stellen en staan in schril contrast met de officiële beweringen dat het regime van Xi bouwt aan ‘gemeenschappelijke welvaart’.
Eind oktober werden zelfs benzine en diesel gerantsoeneerd omdat de groothandelprijzen in de loop van de maand met 20% waren gestegen, waardoor raffinaderijen en benzinestations de verkoop beperkten omdat ze geen winst meer konden maken. Dit is een herhaling van de steenkoolcrisis, die grotendeels werd veroorzaakt door het prijssysteem van de regering, waarbij de groothandelprijzen vrij worden bepaald door de ‘markt’, terwijl de detailhandelsprijzen voor de consument worden vastgesteld door de regering.
De steenkoolprijzen zijn dit jaar meer dan verdubbeld als gevolg van productiebeperkingen en een sterke stijging van de vraag van industriële sectoren die terugkeren van het dieptepunt van de crisis. Dit is een wereldwijd verschijnsel. Maar China is zwaarder getroffen omdat het voor zijn elektriciteitsproductie voor een groot deel afhankelijk is van steenkool. Onder druk van de hogere steenkoolprijzen en de vaste elektriciteitstarieven, die hen beletten de extra kosten door te rekenen aan de consument, hebben de Chinese elektriciteitscentrales – meestal in staatsbezit – hun steenkoolvoorraden opzettelijk verminderd als een soort langzaamaan-protest tegen de inbreuk op hun winsten.
Een bijkomend probleem was het verbod van de CCP op Australische steenkool dat vorig jaar van kracht werd als onderdeel van de verscherping van de imperialistische Koude Oorlog tussen de VS en China. Australië heeft zich achter het standpunt van de VS geschaard. Vooral de oproep tot een onderzoek naar de oorsprong van Covid-19 door de regering van Scott Morrison heeft een woedende reactie uit Beijing uitgelokt. China was sterk afhankelijk van de Australische steenkool van hogere kwaliteit, vooral voor de staalproductie. In de huidige crisis zijn sommige Chinese havens begonnen met het lossen van Australische steenkool, hoewel het verbod officieel nog steeds van kracht is.
De schaarste werd verergerd door het klimaatbeleid van de CCP en de druk op het land – nog opgevoerd door de Koude Oorlog tussen de VS en China – om de wereld zijn beste gezicht te laten zien tijdens de COP26-besprekingen. Beijing heeft aan het begin van het jaar strenge koolstofreductiedoelstellingen vastgesteld voor de provinciale overheden, maar vele ondernamen geen actie tot ze in augustus een berisping kregen van de centrale overheid.
“Het is typisch voor bureaucraten om toe te laten dat die doelstellingen een groot deel van het jaar niet worden gehaald en zich dan in het laatste kwartaal te haasten om ze alsnog te halen,” merkte Wang Xiangwei van de South China Morning Post op.
Een marathon, geen sprint
De combinatie van deze factoren leidde tot een perfecte bureaucratische storm die grote delen van de economie lamlegde. Het regime van Xi zag zich genoodzaakt paniekmaatregelen te nemen en schafte in feite de controle op de elektriciteitsprijzen af door toe te staan dat de tarieven tot 20 procent boven het basisniveau worden verhoogd. Dit werd door persbureau Reuters geprezen als de “moedigste” stap in de hervorming van China’s energiesector. Het staat uiteraard in schril contrast met de opvatting van sommigen dat de CCP zich in een ‘antikapitalistische’ richting beweegt.
Alle maatregelen die Peking tot dusver heeft genomen zijn van korte duur en zijn eerder lapmiddelen dan een oplossing voor een probleem dat zijn wortels heeft in een combinatie van kapitalistische anarchie en bureaucratische hardhandigheid. De volledige nationalisering van de energiesector en de energiemarkt is nodig als onderdeel van een socialistische en democratisch geplande transformatie van de economie. Dit vereist dat werknemers en consumenten van onderaf controle uitoefenen, wat alleen kan worden gerealiseerd door de vorming van onafhankelijke vakbonden die het totalitaire regime aanvechten.
China’s energiecrisis kan tot in de eerste maanden van 2022 duren. “Het wordt een marathon, geen sprint,” aldus Joerg Wuttke, voorzitter van de Europese Kamer van Koophandel in China. Ondanks de laatste noodmaatregelen waarschuwde de Nationale Ontwikkelings- en Hervormingscommissie op 26 oktober dat de steenkoolprijzen “volledig waren afgeweken van de fundamentele vraag- en aanbodfactoren” en nog steeds een “irrationele” opwaartse trend vertoonden.
Het regime van Xi is in deze crisis gestruikeld, wat een waarschuwing zou moeten zijn voor diegenen, waaronder veel kapitalistische commentatoren, die denken dat het CCP-regime onfeilbaar is op het gebied van economisch beheer. Ook de aanpak van de huidige crisis op de vastgoedmarkt is daar een goed voorbeeld van.
Bij de VN-klimaatbesprekingen kan China’s steenkoolprobleem niet onder het tapijt worden geveegd, en het is ook niet het enige gigantische knelpunt. Het onderstreept waarom de heersers van vandaag – alle kapitalistische regeringen – het overleven van onze planeet bedreigen. China’s bijdrage aan de COP26-besprekingen werd alom omschreven als een “teleurstelling” die niets nieuw bevatte. Xi Jingping beloofde een “CO2-piek” tegen 2030: de maatregelen zijn te beperkt en komen te laat. De steenkoolcrisis in China toont dat systeemverandering nodig is. Enkel de werkende klasse kan die realiseren.