Ruimtelijke ordening moet helemaal anders

Vastgoedspeculatie, huizencrisis, extreme weersomstandigheden 

Huisvesting wordt al geruime tijd steeds duurder, en de gezondheidscrisis heeft niet geholpen. Anderzijds hebben de overstromingen van deze zomer de absolute noodzaak onderstreept van een grondige herziening van de stadsplanning en het grondbeheer. Ook hier moeten we een einde maken aan de wet van de markt. 

Artikel door Giulia (Luik) uit maandblad De Linkse Socialist

Sinds de 19e eeuw volgt de stedenbouwkundige benadering die de ruimtelijke ordening regelt een logica van grondexploitatie die vooral gekoppeld is aan economische ontwikkeling ten gunste van grote private bedrijven in verschillende sectoren: landbouw, bouw, energieproductie … Daar moet dringend een einde aan komen. 

De overstromingen hebben op dramatische wijze aangetoond dat het noodzakelijk is om het grondgebied rationeel te gebruiken, natuurgebieden te beschermen, de stedelijke structuren te herbekijken, meer plaats te maken voor groene ruimtes in de steden, openbaar vervoer sterker te ontwikkelen in plaats van de auto alle ruimte te laten … Daarnaast is er de noodzaak om gebouwen te isoleren. Volgens de GABC (Global Alliance for Buildings and Construction) zijn gebouwen de grootste verbruikers van energie in de Europese Unie en verantwoordelijk voor 36% van de broeikasgasemissies. Al deze aspecten moeten in aanmerking worden genomen in een ambitieus plan voor wereldwijde herstructurering op verschillende niveaus, lokaal, nationaal en zelfs internationaal.

Impasse van de marktlogica 

De afgelopen jaren zijn er handvesten inzake stadsplanning opgesteld waarin het belang van duurzame stadsontwikkeling en geïntegreerde planning aan bod komen. Dit gebeurde in navolging van de VN Klimaattop van Rio in 1992, het Handvest van Aalborg uit 1994 en dat van Leipzig uit 2007 (hernieuwd in 2020). Het doel is om het concept van duurzaamheid te integreren in alle economische en sociale niveaus en domeinen. Zoals wel vaker gaapt er ook op dit vlak een grote kloof tussen theorie en praktijk. 

Er wordt tegenwoordig veel gesproken over de bouw van residentiële ‘ecowijken’. Het vertrekpunt daarbij is echter nooit de nood van de bewoners. Denk maar aan het toenemende aantal mensen dat zich geen dak boven het hoofd kan permitteren. Nog meer beton gieten in plaats van verlaten woongebied te saneren of spreken over ecowijken terwijl materialen worden gebruikt waarvan de productie gebaseerd is op vervuiling en uitbuiting van arbeiders, zijn voorbeelden van hypocriete ‘ecologische’ ambities die uitsluitend op winstbejag gericht zijn. 

Volgens de wetten van de markt is nieuw bouwen momenteel altijd veel interessanter dan renoveren. Grote projectontwikkelaars en bouwbedrijven zullen altijd voor deze oplossing kiezen, met als argument de energieprestaties van de nieuwe materialen. Als je echter naar het hele proces kijkt, is renovatie milieuvriendelijker dan nieuwbouw, zelfs als het “passief” is. Dit vereist natuurlijk meer geschoolde arbeidskrachten, diagnose van bestaande gebouwen en terreinen, onderzoek en hergebruik van materialen en andere zaken. Bouwbedrijven vinden dat echter te weinig rendabel.

Anderzijds roept de huidige manier om gebouwen te isoleren vaak vragen op vanuit ecologisch oogpunt. Eén van de meest gebruikte materialen is polyurethaan, een petrochemisch derivaat dat wordt voorgesteld als een wonderproduct, terwijl de efficiëntie ervan slechts gemiddeld is en de productiecyclus ervan uiterst energie-intensief is. In feite is het belangrijkste voordeel ervan dat het een isolerend middel is dat uitstekende winstmarges mogelijk maakt, maar dat in geval van brand uiterst giftig is. Het zou niet verwonderlijk zijn als de bevolking in de toekomst zal opdraaien voor de verwijdering ervan, zoals eerder het geval was met asbest. 

Nationalisatie van grote bouwbedrijven 

Om een einde te maken aan kleine aanpassingen in de marge en om tot echte verandering te komen, moet de bouwsector in publieke handen komen. Dan wordt een grootschalige uitrol van ecologische alternatieven inzake isolatie en van ruimtelijke planning die rekening houdt met de bewoners mogelijk. Op deze basis kan er een openbaar plan komen om alle gebouwen wijk per wijk te isoleren, maar ook om te renoveren en een broodnodige drastische uitbreiding van de sociale huisvesting te realiseren. Tegelijk zou een openbare bouwsector een einde maken aan de uitbuiting en sociale dumping die vandaag schering en inslag is in de bouwsector. Degelijke arbeidsvoorwaarden en goede lonen voor het personeel zijn essentieel. 

De grote bouwondernemingen en de vervuilende chemische bedrijven moeten worden onteigend en onder democratische controle en beheer worden genationaliseerd. Mensen worden onteigend om een snelweg aan te leggen, waarom bedrijven niet om sociale en milieuproblemen aan te pakken? De overheid is daar vandaag niet toe bereid. Kijk maar hoe de wet-Onkelinx inzake de opeising van leegstaande gebouwen om daklozen te huisvesten de afgelopen 27 jaar welgeteld één keer is gebruikt! Er is strijd nodig voor een ander beheer van het grondgebied. We moeten dit uit de handen van de projectontwikkelaars en hun bondgenoten onder de gevestigde beleidsmakers halen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop