Your cart is currently empty!
Mark Elchardus en de teloorgang van de sociaaldemocratie: ‘t kan soms snel gaan

Sinds de jaren ’90 profileert socioloog Mark Elchardus zich als de huisideoloog van de SP.a, de vroegere sociaaldemocratie. Vandaag is de SP.a verveld tot de merknaam ‘Vooruit’ onder partijvoorzitter Conner Rousseau. De man die sneller van Instagram-profiel verwisselt dan zijn eigen schaduw. De SP.a verliest al decennia kiezers en flirt stilaan met de grens van 10% in de verkiezingen en peilingen omdat ze al even lang niet meer doet wat socialistische partijen ooit beweerden te doen: opkomen voor de materiële welstand en belangen van de werkende klasse. Menige werkende krabt zich allicht in het haar: hoe lang is dàt geleden?
Door Peter (Leuven)
Rousseau verloor niet veel tijd om zijn stempel te drukken. In de plaats van af te zien van samenwerking met rechtse partijen en oppositie te voeren rond sociale en vakbondseisen, hees hij Frank Vandenbroucke terug aan boord. Met veel toeters en bellen in de media. Vandenbroucke geldt voor sommigen als een dossiervreter en een soort socioloog: hij kan zaken becijferen maar zonder ideologische context. Het kapitalisme en haar erger wordende crisissen zijn voor Vandenbroucke, net als voor Rousseau en de andere traditionele politici een “natuurlijk gegeven”. Niet iets wat je moet verklaren en oplossen met een actieprogramma dat in de richting wijst van maatschappijverandering.
Syndicalisten en linksen zullen zich Vandenbroucke vooral herinneren van neoliberale besparingsijver in het hoger onderwijs (de enveloppefinanciering), de jacht op werklozen en niet aflatende pogingen om vol te houden dat onze pensioenen onbetaalbaar zijn. Binnen een kapitalisme in crisis zijn ze dat ook. Maar de weg naar socialisme en democratische planning van de economie is al een tijdje niet meer de weg die Vandenbroucke op wou.
Waarom deemstert het oude “links” weg?
Elchardus hangt sinds de jaren ’90 de theorie aan dat het traditionele kiespubliek van de SP.a “economisch links en cultureel rechts” is. En omdat de sociaaldemocratie zogezegd te weinig rekening hield met die “culturele gevoeligheden” dreigde ze nog meer kiezers te verliezen aan extreemrechts. De SP.a moest “nieuwflinks” worden. Berucht was de uitspraak van vader Tobback die vluchtelingen vergeleek met “meeuwen op een stort”. Dat was nog meer koren op de molen van extreemrechts. Dit in een situatie van groeiende werkloosheid en armoede sinds midden jaren ’70, een gevolg van de draai naar neoliberale regeringen die de winstmarges van het kapitaal moesten herstellen.
De kiezers van de socialistische partijen waren inderdaad “economisch links”. Het is precies omdat de SP.a door haar deelname aan neoliberale regeringen “economisch rechts” werd, haar kiezers daling van de koopkracht, armoede en privatiseringen oplegde, dat ze hen voor een groot stuk verloor. Elchardus lijkt daarvoor volledig blind in zijn analyse. Door crisisbeheer en het afwijzen van gezamenlijke strijd van Belgen en werkenden met een migratie-achtergrond voor degelijke jobs en diensten (het enige wat “cultureel rechtse” opinies zou kunnen doorkruisen), door carrières te zoeken in besparingsregeringen … rolde de SP.a-top – met figuren als Elchardus als ideologische dekmantel en rookgordijn – in het kamp van het verachte establishment.
Dat is fundamenteel de reden waarom sociaaldemocratische partijen intern uitholden en onaantrekkelijke kiesmachines werden. Vandaag zijn sommige vakbondsleden nog altijd lid van de SP.a. Niet vanuit een offensieve maar eerder vanuit een defensieve instelling van het “minste kwaad”. Of ook: omdat nieuwe partijen links van de SP.a zogenaamd “links” zouden verdelen. In werkelijkheid verplichten ze hen om aandacht te hebben voor hun linkerflank.
De analyse van Elchardus dat er een diepe kloof gaapt tussen praktisch geschoolde en academisch geschoolde werkenden – dit laatste eerder het kiespubliek van Groen – loopt stuk op de klippen van de opkomst van nieuwe linkse partijen en figuren. Het kiespubliek in de VS van Bernie Sanders – die de werkende klasse verenigt rond economische en sociale eisen – bestaat zowel uit arbeiders uit traditionele sectoren, flexwerkers, mensen met migratie-achtergrond, als studenten of langer geschoolden,… Ook de PVDA in België – nu op 8% in de peilingen in Vlaanderen en niet zo ver meer achter Vooruit/SP.a – trekt zowel praktisch als academisch geschoolden aan. Beide groepen radicaliseren als gevolg van de kapitalistische crisis. Waarom daar eens geen sociologisch onderzoek of column aan wijden?
Dit botst met de dogmatische en eenzijdige analyses van Elchardus, met als voorlopig dieptepunt zijn laatste column in De Morgen. Waarin hij cynisch – je zou voor minder – het valse kader van extreemrechts over de neoliberaal gediskrediteerde, pseudo-linkse partijen overneemt. Dat gaat dan zo. Ga er even voor zitten: “Net zoals in België associëren Nederlanders links niet meer in de eerste plaats met een sociaal-economisch links beleid [wat ze volgens Elchardus nog wel voorstaan – PD], maar met open grenzen, slappe integratie, gebrek aan respect voor het verleden en een scheut wokeïgheid. Er zijn gewoon weinig Nederlanders die een dergelijke cocktail lusten.”
Nou moe. Tom Van Grieken zou het alleen maar kunnen beamen. In zijn tekst had Elchardus eerst nog volgehouden dat de Nederlandse “linkse” partijen wel degelijk economisch linkse recepten zijn blijven presenteren. In de praktijk hebben de zusterpartij van Vandenbroucke en Rousseau, de PvdA, samen met Groen Links en zelfs de Nederlandse SP zich al een tijdlang gediskrediteerd met deelname aan neoliberale besparingsregeringen of -coalities die enkel achteruitgang boden. Wat was daar links aan volgens Elchardus? Is het speciaal wetenschappelijk of sociologisch om concrete feiten te negeren? Een economisch linkse achterban vergeeft het verloochenen van de oorspronkelijke bestaansreden natuurlijk het minst van al.
De sociaaldemocratie heeft daarmee het pad geëffend voor een rechtse populist als Wilders van de PVV in Nederland of het Vlaams Belang hier in België. De weg uit Elchardus’ bruin kleurende moeras is die van een verwerping van coalities met rechts, het opbouwen van een actieve massapartij van de werkende klasse – waarin de Belgische PVDA een rol kan spelen – en een programma dat degelijke lonen, pensioenen en openbare diensten koppelt aan de nood van een economie die beheerd en gecontroleerd wordt door de werkende klasse zelf.