Tien jaar na het Tahrir-protest in Egypte

Artikel door Igor Yasin (Sotsialisticheskaya Alternativa – ISA in Rusland) die in 2011 deelnam aan het protest in Egypte

Op 25 januari 2011 verzamelden ongeveer 15.000 mensen zich op het Tahrirplein in Caïro om fundamentele politieke en sociale hervormingen te eisen. De politie probeerde hen uiteen te drijven, maar slaagde daar niet in. En zo begon de revolutie van 25 januari. Egypte werd een belangrijk onderdeel van de zogenaamde ‘Arabische lente’. Tien jaar later is de situatie er grimmig: economische neergang, terrorisme, contrarevolutie en repressie. De laatste protesten in de regio en in Egypte zelf tonen echter aan dat het revolutionaire gedachtegoed springlevend is.

Al-Sisi: nieuw gezicht van de oude garde

De revolutionaire golf in het Midden-Oosten werd voorafgegaan door jaren van actieve strijd van Egyptische arbeiders en jongeren, krachtige stakingen, onder meer door tienduizenden arbeiders in de grootste textielfabrieken van de regio. Vanaf 25 januari leidde een enorme massabeweging op 18 dagen tot het aftreden van president Hosni Mubarak, die het land 30 jaar lang had geregeerd.

De miljoenen Egyptenaren die de straat opgingen, eisten “brood, vrijheid en sociale rechtvaardigheid.” In de eerste paar jaar daarna bruiste de Egyptische “straat”, maar het bleek moeilijk om de revolutionaire verworvenheden te handhaven.

In 2013, te midden van wijdverspreide ontevredenheid over het beleid van de islamisten van de Moslimbroederschap, gingen opnieuw miljoenen mensen de straat op. De legerleiding gebruikte het protest in haar voordeel en zette de islamistische president Mohamed Morsi af, die in een relatief democratische verkiezing was verkozen, maar die de massa’s snel teleurstelde.

De nieuwe leider, generaal Abdelfattah al-Sisi (veldmaarschalk sinds 2014), trad eerst hardhandig op tegen ontevreden islamisten. Bij het neerslaan van betogingen van aanhangers van de afgezette president Morsi in Caïro in de zomer van 2013 werden volgens mensenrechtenactivisten zo’n duizend mensen gedood en raakten er nog eens 4000 gewond. Na dit bloedbad begon al-Sisi de duimschroeven aan te draaien onder het mom van het herstellen van de orde en het bestrijden van terrorisme.

In juni 2019 overleed oud-president Mohammed Morsi midden in zijn proces voor er een definitieve uitspraak van de rechtbank over zijn zaak was. Veel rechts-conservatieve islamistische partijen en organisaties zijn nu verboden in het land, maar ze lijken opnieuw goed geplaatst om zich te verzetten tegen het repressieve en asociale regime. De aanhoudende crises scheppen gunstige voorwaarden voor hun terugkeer op het politieke toneel.

Geleidelijk aan, te midden van massale vermoeidheid en frustratie, heeft al-Sisi zijn greep kunnen verstevigen, waardoor zijn regime een van de meest autoritaire en gewelddadige ter wereld is geworden. Volgens mensenrechtenactivisten zijn er maar liefst 60.000 politieke gevangenen in Egypte, onder wie activisten en journalisten.

De coronacrisis in Egypte

In januari 2021 overschreed het aantal bevestigde gevallen van het coronavirus in Egypte de 150.000, waarvan 8.362 met dodelijke afloop. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft de Egyptische autoriteiten opgeroepen de schatting van het aantal coronavirusdoden te herzien, omdat deze alleen berust op testresultaten van openbare klinieken en geen rekening houdt met indicatoren zoals het verhoogde sterftecijfer. Alleen al in de eerste golf van de pandemie in het land (mei-juli) bedroeg het aantal sterfgevallen 60.000.

Het aantal nieuwe gevallen van het coronavirus in Egypte is in december sterk gestegen. Zelfs de regeringscommissie geeft toe dat het werkelijke aantal sterfgevallen als gevolg van het coronavirus tientallen malen hoger kan liggen dan officieel bekend is gemaakt.

Volgens de officiële cijfers zijn 240 artsen aan het coronavirus overleden. De Egyptische artsenvakbond maakt zich zorgen over het feit dat de autoriteiten de dood van nog eens 200 artsen niet hebben erkend, omdat ze voor hun dood geen test hebben ondergaan. Toch wijzen al hun symptomen erop dat het coronavirus de doodsoorzaak was. De vakbond wil dat deze overleden artsen formeel worden erkend als slachtoffers van de pandemie, zodat hun dierbaren al hun rechten kunnen krijgen.

De pandemie en de bijhorende beperkingen hebben veel sectoren van de economie ernstig geschaad, met name het toerisme en de dienstensector. Vóór de revolutie in 2010 trok Egypte een recordaantal buitenlandse toeristen – bijna 15 miljoen – en genereerde de sector 12,5 miljard dollar, of 14,4% van alle deviezeninkomsten. De toeristische sector verschafte toen werk aan 12% van alle Egyptische werkenden.

Na de revolutie waren er minder toeristen: in 2016, na een reeks grote terroristische aanslagen, bezochten slechts 5,4 miljoen toeristen het land. Pas in 2019 leek de industrie zich te hebben hersteld tot eerdere niveaus, waarbij het aantal toeristen meer dan 13 miljoen bedroeg en de inkomsten met 12,6 miljard dollar eindelijk het record van 2010 braken. De corona-crisis heeft echter een echte ineenstorting van de industrie veroorzaakt, waarbij het aantal toeristen in 2020 in elkaar is gezakt tot 3,4 miljoen. Het is van de jaren 1990 geleden dat er zo weinig toeristen waren.

Vakbondsman en linkse activist Wael Tawfik zegt dat de verklaringen van de autoriteiten over de noodzaak van “sociale afstand” te bewaren in schril contrast staan met hoe sectoren als handel en transport op volledige toeren draaien. Na de eerste golf van de pandemie, zegt hij, hebben de autoriteiten de facto de beperkende maatregelen laten varen.

“Het is duidelijk dat het plan van de autoriteiten is om te leven met de pandemie, ongeacht de menselijke kosten, om de kapitalistische winstmachine volledig te benutten in de industrie, handel evenals de bouw – een van de prioritaire sectoren van de regering in de afgelopen 5 jaar,” zegt Tawfik.

Protesten 2019-2020

In het najaar van 2019 waren er, na een lange politieke stilte, massale protesten in Egypte. De media-activiteit van de voortvluchtige zakenman en voormalig acteur Mohammed Ali speelde geen kleine rol in de groeiende verontwaardiging. Hij was eerder betrokken bij contracten voor het Egyptische leger, maar vluchtte vervolgens naar Spanje en begon van daaruit een reeks video’s te produceren waarin hij de corruptie van het regime aan de kaak stelde en expliciet opriep tot protesten en de omverwerping van het huidige regime in Egypte.

Hoewel de oproep afkomstig was van een zakenman die vroeger deel uitmaakte van de elite, bereikte de verontwaardiging ook de armere lagen van de Egyptische samenleving. De protesthaarden waren verspreid over verschillende regio’s, van Marsa Matrouh in het noordwesten tot Luxor in het zuiden van het land. Uit vrees voor een herhaling van de gebeurtenissen in 2011 blokkeerden de autoriteiten de centrale pleinen van Caïro en overspoelden de protesten de armste voorsteden van de hoofdstad.

De protestgolf van 2019 hield geen stand, maar toonde wel de zwakte en verdeeldheid van het Egyptische regime aan. Precies een jaar later woedden er nieuwe protesten in het land over de bouw- en vastgoedprojecten van het establishment.

De regering gebruikte de omstandigheden van de pandemie om hard op te treden tegen ongecoördineerde ontwikkeling. Het was in wezen een oorlogsverklaring aan de armsten, die hun krotten optrekken op de stukjes land die ze in beslag nemen. Eind augustus 2020 dreigde de excentrieke dictator al-Sisi er zelfs mee om troepen naar alle Egyptische dorpen te sturen om de “illegale bouwsels” te ontmantelen die op landbouwgrond van de staat waren opgetrokken.

Eind september waren in heel wat plattelandsgebieden in de verschillende provincies protestacties. De confrontatie bereikte het punt van fysieke gevechten en belegeringen van dorpen. Sommigen beschouwen deze botsingen als het langste en belangrijkste verzet tegen de autoriteiten sinds 2013. De regering is hierdoor gedwongen zich terug te trekken, hoewel deze terugtocht mogelijk slechts tijdelijk is.

‘De favoriete dictator van Trump’ in moeilijkheden

In april 2019 hielden de autoriteiten een referendum waarin bijna 90% van de kiezers grondwetswijzigingen steunde waardoor al-Sisi tot 2030 aan de macht kan blijven. Maar zelfs uit de officiële cijfers blijkt dat het beeld van de ‘steun van het volk’ niet zo eenduidig is: de opkomst kwam, zelfs volgens de officiële cijfers, nauwelijks boven de 44% uit. Tegenstanders van het regime boycotten alle verkiezingen en referenda.

De recente overwinning van Joe Biden in de Amerikaanse presidentsverkiezingen was slecht nieuws voor al-Sisi. Tijdens zijn campagne verwees Biden naar al-Sisi als de favoriete dictator van Trump. De betrekkingen met de VS waren onder Obama en Biden slecht, maar verbeterden met de komst van Donald Trump in het Witte Huis. De Egyptische dictator vond ook raakvlakken met Vladimir Poetin en kreeg de steun van Saoedi-Arabië. Maar nu Biden terug is in het Witte Huis, nu als president, is de blokkade opgeheven tegen Qatar, dat door Caïro wordt beschouwd als de belangrijkste sponsor van de islamisten, en is de positie van de Turkse president Erdogan, die zich verzet tegen al-Sisi, versterkt. Het zijn zware tijden voor de favoriet van Trump.

De Egyptische president heeft nooit een gelegenheid voorbij laten gaan om de oppositie te onderdrukken. De autoriteiten hebben hun repressieve beleid voortgezet, onder meer door misbruik te maken van de wet inzake voorlopige hechtenis en door activisten telkens opnieuw te arresteren. In Rusland worden dergelijke praktijken ‘arrestatiecarrousels’ genoemd.

De autoriteiten maakten van de situatie gebruik om in augustus verkiezingen voor de Senaat te houden. Het Hogerhuis werd afgeschaft na de revolutie van 2011, maar keerde terug nadat in 2019 grondwetswijzigingen werden aangenomen. Dezelfde wijzigingen maakten het mogelijk dat al-Sisi tot 2030 tot president blijft en vergroot de macht van het leger en de veiligheidstroepen.

Kiezers negeerden deze verkiezingen: iets meer dan 14% van de kiesgerechtigden nam deel aan de eerste ronde, zelfs volgens de officiële cijfers. De senaat bestaat uit drie delen: een derde van de leden werd gekozen uit een “gesloten lijst” die door een pro-presidentiële partij werd opgesteld, een tweede derde werd ingenomen door grotendeels loyale kandidaten, en nog eens een derde zal door de president zelf worden benoemd. Als gevolg daarvan heeft al-Sisi een gehoorzaam “stootkussen” voor zijn regime gekregen.

Steun aan bedrijven, niet aan mensen

In november 2020 meldden de Egyptische autoriteiten ongelooflijke prestaties in de context van de pandemie: de verwachte economische groei in 2020 bedraagt 3,6%, de reserves van de Egyptische centrale bank zijn toegenomen en het inflatiecijfer is gedaald. Volgens de officiële cijfers is de werkloosheid in het derde kwartaal van 2020 met 2,3% gedaald, tegen 9,6% in het tweede kwartaal. Deze cijfers wijzen echter niet op een afname van de armoede en sociale onrust in de samenleving.

Volgens eerdere onderzoeken werkte meer dan de helft van de werkenden in de particuliere sector (55,7%) tijdens de pandemie minder dagen en uren, was meer dan een kwart (26,2%) ondertewerkgesteld en was 18,1% zijn baan kwijtgeraakt. Slechts een kwart zei dat het inkomensniveau gehandhaafd bleef tijdens de pandemie.

De Egyptische regering heeft ongeveer 230 miljoen dollar uitgetrokken voor steun aan mensen zonder vaste job, en 14 keer dat bedrag tot 3,2 miljard dollar voor steun aan grote bedrijven, waaronder grote bedragen ter ondersteuning van de beurs, de exportindustrie en de toeristische sector. Hotels en toeristische faciliteiten zijn vrijgesteld van onroerendgoedbelasting, en de gas- en elektriciteitsprijzen zijn verlaagd voor grote industriële ondernemingen. Tegelijkertijd zijn de kosten van nutsvoorzieningen voor de burgers gelijk gebleven, hoewel de armsten het hardst werden getroffen door beperkende maatregelen.

Eerder werd verwacht dat de werkloosheid in de huidige crisis zou stijgen als gevolg van het verlies van bestaande jobs en het gebrek aan nieuwe arbeidskansen. Eind 2019 waren er 2,3 miljoen werklozen in Egypte. Het ministerie van Planning en Economische Ontwikkeling schatte dat nog eens 1,2 miljoen mensen hun job zouden kunnen verliezen – voornamelijk informeel werkenden in handel, vervoer, productie, toerisme en diensten. Daardoor kan het gemiddelde werkloosheidscijfer voor 2020 zijn opgelopen tot 11,5%.

Of de regering dit echt heeft weten te voorkomen door veel van de beperkingen op te heffen en geld in het grootkapitaal te pompen, is nog maar de vraag. Een groot deel van de werkenden is werkzaam in de informele sector en zij zijn ook het meest kwetsbaar in tijden van crisis.

Volgens de volkstelling van 2017-2018 zijn ongeveer 4 miljoen mensen in Egypte informeel werkzaam in private ondernemingen (31% van alle werknemers in de particuliere sector), en nog eens 11,7 miljoen buiten de ondernemingen (45% van alle werknemers in de particuliere sector). Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie bedraagt het aantal informele werknemers in Egypte 16,5 miljoen (63,3% van alle werknemers in de particuliere sector).

Bovendien hebben veel Egyptenaren die in het buitenland werken, voornamelijk in de Golflanden, hun baan of bron van inkomsten verloren. Hun aantal kan niet nauwkeurig worden geschat, maar hun terugkeer en de daling van de financiële steun die ze naar Egypte stuurden, zal de economie schaden.

Vooruitzichten voor de beweging in Egypte

“De arbeidersbeweging maakt nu haar moeilijkste periode sinds de jaren negentig door, waarbij de autoriteiten er niet voor terugdeinzen om arbeidersleiders achter de tralies te gooien. En dan hebben we het nog niet eens over de tweede golf van privatisering van bedrijven, die begon met een wet die de rechten van werknemers beknotte en het mogelijk maakte dat een aantal bedrijven naar de Egyptische beurs werden gebracht. Velen beschouwen dit als de eerste stap naar de verkoop van die bedrijven,” aldus vakbondsman Wael Tawfik.

Sinds de revolutie van 25 januari 2011 hebben onafhankelijke vakbonden meer macht gekregen, zijn ze gegroeid en zijn ze geactiveerd. Vandaag maken ze een moeilijke periode door en zijn ze gedwongen zich terug te trekken. Het behoud van enkele onafhankelijke vakbonden en de mogelijkheid om deze buiten de officiële federatie op te richten is echter een belangrijke verwezenlijking van de revolutie van 2011.

Links heeft, net als andere oppositiekrachten, volgens lokale activisten ook te kampen met moeilijkheden als gevolg van de repressie. Maar de toenemende sociale spanningen en armoede zullen leiden tot een beweging van verontwaardigde massa’s die zich in een situatie bevinden waarin ze eenvoudigweg niets te vrezen hebben en niets te verliezen hebben.

Geen enkele repressie zal de autoriteiten helpen en het regime zal gedwongen worden om toegevingen te doen, zoals al is gebeurd na de arrestatie van tweeduizend mensen in september 2020. Begin november, vooruitlopend op de overwinning van Biden in de Amerikaanse presidentsverkiezingen, nam een Egyptische rechtbank het “onverwachte” besluit om de 600 mensen die in september waren gearresteerd vrij te laten.

De erfenis van de ‘Arabische Lente’ leeft, ondanks de bloedige contrarevoluties en oorlogen, voort in de hoofden van de werkende massa’s. In 2019 raasden protesten door Algerije en buurland Soedan en hun autoritaire heersers traden af of werden afgezet.

In 2021 waren er opnieuw protesten in de bakermat van de ‘Arabische Lente’, Tunesië. In de eerste tien maanden van vorig jaar registreerde Tunesië 6.500 sociale protesten, volgens het Tunesische Forum voor Economische en Sociale Rechten. In januari kwamen opnieuw duizenden mensen naar buiten met de slogan “Het volk wil het regime omverwerpen”. Veel van de huidige betogers waren tien jaar geleden nog kinderen.

Het eerste succes van de Tunesische revolutie in 2011 inspireerde de Egyptische werkenden en jongeren om actief te worden. Vandaag is de situatie in het land anders, Egyptenaren hebben veel omwentelingen meegemaakt. De ervaring van de 25 januari-revolutie leeft echter voort in de hoofden van de ouderen, en een nieuwe generatie is al op het politieke toneel aan het komen. De Egyptische massa’s hebben meer dan eens bewezen dat zij in staat zijn om in opstand te komen en de loop van de geschiedenis van het land te veranderen. Geen dictator of repressie heeft de massa’s in actie ooit kunnen stoppen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop