Wat is het probleem met sociale media?

Na de bestorming van het Capitool door extreemrechts werd Donald Trump voor onbepaalde tijd geschorst door sociale mediaplatformen Twitter, Facebook en Instagram. Dit is voor links echter geen reden tot juichen. Hoewel we niet denken dat de discriminatie, het geweld en de haat die Trump dagelijks verspreidt een plek heeft op sociale media of elders in de samenleving, zijn techmultinationals en hun praktijken deel van het probleem.

Artikel door Koerian uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

Sociale media zijn in de eerste plaats gigantische, beursgenoteerde bedrijven. Facebook maakt jaarlijks ongeveer 70 miljard dollar winst, Twitter 3,4 miljard, Youtube (als deel van Google) 15,1 miljard. Ze maken winst door het verzamelen en verkopen van de persoonlijke gegevens en voorkeuren van hun gebruikers. Ze bieden adverteerders reclameruimte aan die wordt toegespitst op het online gedrag van het beoogde doelpubliek en verkopen ook meer direct gegevens door aan de hoogste bieder. Met andere woorden: deze techgiganten maken winst door systematisch en op grote schaal de privacy van haar gebruikers te schenden. Via allerlei belastingconstructies worden op deze winsten amper of zelfs geen belastingen betaald.

Sociale mediabedrijven blijven een platform bieden aan allerlei vormen van haat, geweld, discriminatie en racisme. Ze hebben Trump jarenlang ongestoord zijn gang laten gaan, Dries Van Langenhove heeft nog steeds een twitteraccount, de fascisten van Voorpost zitten op twitter, het extreemrechtse Breitbart wordt door Facebook aangeduid als een betrouwbare nieuwsbron. Conservatieve stemmen krijgen op Facebook meer bereik dan progressieve, vooral onder invloed van ‘president of public policy’ en ex-George W. Bush adviseur Joel Kaplan. Via de verkoop van persoonlijke data van facebookgebruikers aan Cambridge Analytica kreeg onder andere Steve Bannon toegang tot deze data om ‘beïnvloedbare’ stemmers in verschillende verkiezingen bereiken.

Wat de Mark Zuckerbergen en hun vertegenwoordigers ook mogen beweren, Trump werd niet geweerd omdat Twitter, Facebook en consorten geen haat tolereren. Het was allerminst een stellingname, laat staan één van het principiële of dappere soort. Hij werd geweerd omdat de PR-kosten van een Trump-account voor de respectieve platformen hoger waren geworden dan de baten. De timing van de ban was goed gekozen: goed voor de PR, goed voor de relaties met de nieuwe president. Zoals altijd was het geen menslievendheid, maar plat opportunisme dat sociale mediabedrijven dreef in hun acties.

Censuur op sociale media treft vooral links. Vorig jaar verwijderde Facebook honderden, zoniet duizenden facebookgroepen gelinkt aan de BLM-beweging. Verschillende Cubaanse en Venezolaanse accounts waren hetzelfde lot beschoren. In 2018 gooide Twitter zonder uitleg of waarschuwing tientallen accounts gelinkt aan de Occupybeweging van haar platform. Wat toegelaten wordt op dergelijke platforms én welke posts via allerlei geheime algoritmes een groter bereik krijgen, wordt in laatste instantie bepaald door de zakelijke belangen van de bedrijven erachter. Laat het nu net links zijn dat de macht van multinationals aan banden wil leggen, hen eerlijke belastingen wil doen betalen etc.

Sociale media op zich zijn fantastisch. Ze bieden een manier voor miljarden mensen om te communiceren en ideeën uit te wisselen. De helft van de wereld heeft een account bij minstens één sociale mediaplatform. Net daarom zouden sociale media publieke diensten moeten zijn, waar de beslissingen genomen worden door een raad van gebruikers en personeelsleden. Niemand zou mogen gedwongen worden privacy op te geven voor toegang tot sociale media. Iets zo fundamenteel als intermenselijke communicatie zou moeten worden gerund in de belangen van de meerderheid van de bevolking en niet volgens een cynische winstlogica.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop